schuilnaam Johan Daisne, Vlaams schrijver (Gent 2 Sept. 1912), promoveerde te Gent tot doctor in de economische wetenschappen, is sedert 1945 directeur van de Stedelijke Openbare Bibliotheek van zijn geboortestad. Zeer vruchtbaar dichter, roman-, novellen- en toneelschrijver, levert hij naast merkwaardig ook minder waardevol werk, waar hij zich aan zijn verbluffende vaardigheid toevertrouwt.
Met Herwig Hensen heeft hij het literaire toneel in eer hersteld. Innoverend zijn Daisne’s romans De trap van steen en wolken en De man die zijn haar kort liet knippen. Scherpe cerebraliteit, overdadige verbeelding en sentimentele filmromantiek, kinderlijke verering van de exacte wetenschap en nieuwsgierigheid naar parapsychische experimenten weet zowel de romancier als de toneelschrijver te verbinden tot een „magisch realisme”, waarvoor hij de grensgebieden tussen werkelijkheid en droom zoekt en dat een sterke behoefte aan een metaphysische levensgrondslag vertoont. De platonische opvatting van eeuwige Ideeën, w.o. dat van de liefde, neemt een belangrijke plaats in zijn werk in.DR R. F. LISSENS
Bibl.: Poëzie: Verzen (1935); Breuken herleiden (1936); Afreacties en fundeeringen (1937); Kernamout (1938); Het einde van een zomer (1940); Hermine uit de storm (1944); Drie-hoogvoor (1945); Ikonakind (1946); Zevenreizenboek (,1947). Novellen: Gojim (1939); Zes domino’s voor vrouwen (1944); Schimmen om de schemerlamp (1947); Het eiland in de Stille Zuidzee (1949) 5 Met dertien aan tafel of knakzilver met schelpgoud (1950) . Romans: De trap van steen en wolken (1942); De man die zijn haar kort liet knippen (1948). Toneel: De charade van advent (1943) Het zwaard van Tristan, 1944; Tine van Berken, 1945). Essay: Stof op het Kremlin (i935) ; Poesjkin (1937); In het teken van Esmoreit (1947); Van Nitsjevo tot Chorosjo! (bloeml. van Russische lit., 1948); Hedendaagse filmkunst (1948); De Hollandse reis (1948); Reisebilder uit bezet Duitsland (1948); De vrede van Wrochlaw (1949).
Lit.: Jan Schepens, J. D. (1946).
