geldt in geheel Europa als het ongeluksgetal bij uitnemendheid. Zo zegt het volksgeloof, dat van dertien personen, die aan een maaltijd deelnemen, er altijd één binnen het jaar moet sterven („Dertien aan tafel, morgen één dood”).
In Frankrijk en Engeland wordt 13 meermalen gemeden als huisnummer en als nummer van hotelkamers. In het sprookje van Doornroosje nodigt de koning bij de geboorte van zijn dochter twaalf feeën uit; de dertiende, die hij vergat, brengt het ongeluk aan. Men heeft dit bijgeloof in verband gebracht met het Laatste Avondmaal, waar Jezus met zijn twaalf apostelen aanzat, en met de maaltijd in het Walhalla uit de Oudnoorse mythologie, waar van de dertien goden er één, Balder, moest sterven. Deze verklaring is echter daarom onwaarschijnlijk, omdat het getal al bij de Grieken en Romeinen in een kwade reuk stond. Klaarblijkelijk heeft het deze alleen te wijten aan het feit, dat het als ondeelbaar getal onmiddellijk volgde op het getal twaalf, dat in de godsdienst en de magie als belangrijk en heilbrengend werd beschouwd (zie getallenmagie).DR P. J. MEERTENS