naam van zes pausen.
Hadrianus I,
paus van 772-795, uit een voornaam Romeins geslacht, volgde de pauselijke politiek van Stephanus II. Toen Desiderius, koning der Longobarden de pauselijke gebieden binnenviel, riep hij Karel de Grote te hulp. In Juli 774 viel Pavia, Desiderius werd gevangen genomen en aan het Longobardenrijk in Italië kwam een einde. Sedert 781 dateerde Hadrianus zijn oorkonden niet meer naar de regeringsjaren van de keizer van Byzantium, maar naar die van zijn pontificaat. In 787 had het tweede concilie van Nicea plaats (het 7de algemene), dat bijzonder handelde over de beeldenverering. Van de Griekse acten liet Hadrianus een Latijnse vertaling maken, die echter niet de juiste betekenis van de leer weergaf.
Tegen de vermeende daarin vervatte dwalingen richtte Karel de Libri Carolini, misschien door Alcuin of Theowulf van Orleans samengesteld. Paus Hadrianus antwoordde met de Reprehensiones, waarin hij de ware leer uiteenzette. Ook de leer van het Adoptianisme in Spanje werd door hem veroordeeld. Onder Hadrianus werd het sacramentarium Gregorianum in Frankrijk ingevoerd, dat de Gallicaanse liturgie daar verdrong. Voor Rome en het Pauselijk gebied heeft Hadrianus veel gedaan. Hij stierf 25 Dec. en werd in de St Pieterskerk bijgezet.
Lit.: F. Seppelt, Das Papsttum im Frühmittelalter II (1934) 158 vlg.; P. Kehr, Die sogen. Karolingische Schenkung von 774 in Hist. Ztschr. 70 (1893) 385 vlg.; W. von den Steinen, Karl der Grosse und die Libri Carolini in Neues Archiv 49 (1932) 207 vlg.; A. Allgeier, Psalmenzitate und die Frage nach der Herkunft der Libri Carolini in Hist.
Jahrb. 46 (1926) 333 vlg.; W. Delius, Die Bilderfrage im Karolingerreich (1928); J. Maréchal, Les libres carolins (1906); E. Vacandard, Carolins in Dict. Théol. II; P. Vuilermet, Elipand de Tolède (1911).
Hadrianus II,
paus van 867-872, uit een voornaam geslacht, was vooral bekend om zijn grote milddadigheid en vroomheid. Onder hem had het 8ste algemene concilie te Constantinopel plaats (869),dat aan het schisma van Photius voorlopig een einde maakte. Bulgarije scheurde zich echter los van het patriarchaat van Rome en kwam onder het gezag van Constantinopel. Voor Moravië keurde Hadrianus het gebruik der Slavische taal in de liturgie goed.
Lit.: F. Seppelt, Das Papsttum im Frühmittelalter II (1934) 284 vlg.; A. Noyon, Adrien II in Dict. d’hist. et de géogr. ecclésiastique I (619 vlg.); F. Dvornik, Les Slaves, Byzance et Rome au IXe siècle (1926); F. Grivec, Die hl. Slavenapostel Cyrillus und Methodius (1928); Petrovic, Disquisitio historica in Originem usus Slavi idiomatis in liturgia apud Sla vos (1908).
Hadrianus IIl,
paus van 884-885, was van geboorte een Romein. Tijdens zijn regering duurden de moeilijkheden om Photius voort en heersten er te Rome onrust en hongersnood. Hij stierf op reis naar de rijksdag van Worms en wordt als Zalige vereerd.
Hadrianus IV
(Nicolaus Breakspear), paus van 1154-1159, is tot heden de enige Engelse paus geweest. Zijn regering begon met de strijd om Arnold van Brescia, die practisch heer over Rome was. De paus eiste van de Romeinse senaat diens verdrijving. Deze weigerde echter waarop Hadrianus het interdict op de stad legde, de eerste maal dat op deze wijze tegen Rome opgetreden werd. Met Frederik Barbarossa kwam Hadrianus o.m. in strijd over de houding des keizers, die eigenmachtig bisschoppen benoemde en investi teerde. In een protesterend schrijven aan de Rijksdag van Besançon (1157) verwekte de dubbelzinnige uitdrukking „Beneficium” (weldaad of leen) grote opschudding.
Een nieuw conflict tussen paus en keizer ontstond, toen deze op de Roncalische velden bij Piacenza de keizerlijke hoogheidsrechten afkondigen liet en deze ook uitstrekte over het pauselijk gebied. Omstreden is nog altijd het schrijven van deze paus, waarbij Hendrik II van Engeland gemachtigd werd om Ierland te veroveren. Hij stierf te Anagni 1 Sept. 1159.
Lit.: O. Thatcher, Studies concerning Adrian IV (1903); H. Schrörs, Untersuch. zu dem Streite Friedrichs I mit H. IV (1916); Gegen die Echtheit der Urkunde an Heinrich II in: Mittelalt. Inst. österr. Geschichte IV (1893) I°I vlg.; A.
Eggers, Die Urkunde H.’s IV für König Heinrich (1922); H. Kaufmann, Die ital. Politik Kaiser Friedrichs I nach dem Frieden von Constanz (1933); E. Almedingen, The English Pope Adrian IV (1925).
Hadrianus V
(Ottobuono de’ Fieschi), paus in 1276, was een neef van paus Innocentius IV. Hij had als kardinaal een grote invloed in de Pauselijke Curie, vooral in de Duitse troonstrijd en in de kwestie betreffende de vereniging met de Grieken. Na zijn keuze hief hij de wetten van Gregorius X betreffende het conclaaf op. Zijn pontificaat duurde slechts een maand.
Lit.: N. Schöpp, Papst H. V (1916).
Hadrianus VI
(Adriaan Florensz. Boeyens), paus van 1522-1523, Nederlander boorte (Utrecht 2 Mrt 1459 - Rome 1523), was waarschijnlijk de zoon van een timmerman. Hij studeerde te Zwolle of Deventer, vervolgens te Leuven, werd daar professor, deken, kanselier en was in 1503 rector der universiteit. Hij schreef een commentaar op Lib. IV van de Sententiae van Petrus Lombardus (Parijs 1512) en Quaestiones Quodlibeticae (1516). In 1507 benoemde keizer Maximiliaan hem tot opvoeder van zijn vaderloze kleinzoon Karel, later Karel V.
Bij Ferdinand de Katholieke wist hij te bewerken, dat deze Karel tot zijn opvolger benoemde. In 1516 werd Adriaan bisschop van Tortosa, in 1517 inquisiteur van Aragon en Navarra en in 1518 inquisiteur van Castilië en Léon. Sedert 1516 leidde hij met kardinaal Ximenes, en na diens dood geheel alleen, de regeringszaken in Spanje. In 1517 werd hij kardinaal. Bij zijn vertrek naar Duitsland benoemde Karel V hem tot gouverneur van Spanje. De opstand, die daarop in Castilië uitbrak, wist hij te onderdrukken.
De 9de Jan. 1522 werd hij tot paus gekozen. Zijn spaarzaamheid, strengheid en eenvoud, zijn weinige begrip voor kunst en Renaissance en in het algemeen voor de Italiaanse mentaliteit maakten hem vele vijanden. Daarenboven waren de misstanden te groot en was zijn regering te kort. Wel gaf hij de beginselen aan, waarlangs de kerkelijke hervorming tot stand moest komen en ook later werkelijk tot stand kwam. Vermaard is zijn instructie, die kardinaal Chieregati op de Rijksdag van Neurenberg (1522) bekend maakte en waarin Hadrianus de noodzakelijkheid van een hervorming erkende, bijzonder een van het pauselijk hof. Hij werkte voor de samenwerking tussen de Christelijke machten tegen de opdringende Turken, maar zijn bemoeiingen hadden geen succes.
Ook in zijn herderlijke zorgen omtrent Zwitserland, Scandinavië, Polen en Hongarije, ondervond hij veel teleurstellingen. Toch neemt hij een ereplaats in onder de pausen. Hij stierf in 1523. Zijn lichaam rust in de kerk van Santa Maria dell’Anima.
PROF. DR G. H. LAMBERMOND
Lit.: Hist. Jahrb. XVI (1895) 70 vlg.; V. von Höfler, Papst Adrian VI (1880); L. von Pastor, Gesch. der Päpste (IV 2); K. Guggenberger, Die Deutschen Päpste (1917); J. G. van Slee, Adriaan Florisz, de enige Nederl. Paus (Amsterdam 1914); E.
Rodocanachi, La Jeunesse d’Adrien VI in Rev. Hist. 168 (1931) 300; G. Gachard, Corresp. de Charles-Quint et d’Adrien (1859); J. Sterck, Over Paus Adr. VI, Meded. v. h. Ned.
Hist. Inst. te Rome VII (1927) 101; Else Hoeks, Der letzte deutsche Papst A. VI (1939, Ned. vert.: Paus Adr. VI, 1942).