Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORLEANS

betekenis & definitie

(Fr.: Orléans), hoofdstad van het Franse dep. Loiret, met (1946) 70 240 inw.,gelegen op de rechteroever van de Loire, is een spoorwegkruispunt naar Parijs, Toulouse, Bordeaux en Chartres.

Zij bestaat uit de eigenlijke stad binnen een ring van brede boulevards en een aantal voorsteden. Een brug van 9 bogen, 333 m lang en in het midden van de 18de eeuw gebouwd, verbindt haar met de voorstad St Marceau. De regelmatige plattegrond is te danken aan de sanering in de 18de eeuw. Haar belangrijkste monument is de kathedraal Ste Croix, in de 13de eeuw gesticht en in 1667 bijna geheel verwoest door de Calvinisten. Het koor werd onder Hendrik IV in Laatgothische vormen hersteld, schip en gevel in de 18de eeuw eveneens in Gothische stijl, maar meer classicistisch. Uit de 12de eeuw staat nog de kerk St Pierre le Puellier en uit de 15de St Aignan. Hoewel veel, vooral nabij de Loirebrug, in Wereldoorlog II verwoest werd, bezit de stad nog verschillende paleizen en huizen uit de 15de en 16de eeuw, o.a. het stadhuis van 1530, met een fraaie gevel in baksteen en natuursteen. Verschillende paleizen worden aan Jacques I Du Cerceau toegeschreven, o.a. Palais Grosbois en Palais Cabu. Verder is er nog het huis van Jeanne d’Arc, het paleis van François I en van Diane de Poitiers en het huis van Agnes Sorel.

Op de Place du Martroi staat sedert 1855 een bronzen ruiterstandbeeld van Jeanne d’Arc, van Foyatier, en op de stoep van de cour van het stadhuis een bronzen repliek van het beeld, dat prinses Marie d’Orléans van haar in marmer maakte en dat zich nu in Versailles bevindt. De stad is verder de zetel van een bisschop en heeft o.m. een priesterseminarium, een bibliotheek, een schilderijenmuseum en een botanische tuin. Zij bestaat in hoofdzaak van industrie (textiel, levensmiddelen, brouwerijen, aardewerk).GESCHIEDENIS

De naam Orléans is ontstaan uit Aurelianum of Civitas Aureliani naar keizer Aurelianus (270-275). Vóór die tijd heette de stad, als hoofdplaats der Keltische Carnuten, Cenabum of Genabum en was zij een religieus middelpunt. In de 4de eeuw werd Orléans residentie van een bisschop. Clovis voegde de stad bij het Frankenrijk in 498, maar onder zijn opvolgers was zij nog menigmaal hoofdstad van een afzonderlijk Frankisch rijkje. Ook bleef zij in de 1ste helft van de Middeleeuwen nog enigszins godsdienstig centrum, wat blijkt uit tal van nationale concilies, die er gehouden zijn. Van de 11de eeuw af werd Orléans echter langzamerhand door Parijs overvleugeld.

Van 1344-1375 en van 1392-1498 was de stad nog hoofdplaats van het apanage van een jongere linie van het Huis Valois, de hertogen van Orléans. Van 12 Oct. 1428 — 8 Mei 1429 weerstond Orléans op heldhaftige wijze de belegering door de Engelsen, waaruit het gered werd door Jeanne d’Arc. Met uitzondering van enige jaren gedurende de Revolutie heeft Orléans de 8ste Mei voortdurend gevierd. Gedurende de godsdienstoorlogen was Orléans een steunpunt voor de Hugenoten. In 1815 werd het door de Geallieerden bezet.Van 11 Oct. — 9 Nov. 1870 hadden de Duitsers de stad in hun macht en na de doorbraak van het Franse Loire-leger in de slag bij Orléans (3 en 4 Dec.) van die laatste datum af tot de vrede in 1871 weer. Tijdens Wereldoorlog II had de stad zwaar te lijden. De Place du Martroi met omgeving, het station en de noordelijke wijken werden verwoest, het bovendeel van de kathedraal Ste-Croix en het huis van Jeanne d’Arc zwaar beschadigd; 17 Aug. 1944 werd de stad bevrijd.

Lit.: L. de Renne, O., histoire en bref (1948).

< >