(Duits: Glogau of Grossglogau om verwarring te vermijden met Oberglogau in Opper-Silezië) is een stad in Neder-Silezië en sinds 1943 Pools, met (1946) 13 333 inw. De plaats ligt op 51° 40' N.Br. en 16° 8' O.L.v.Gr. op 95 km ten N.W. van Wroclaw (Breslau) deels op een eiland in de Oder, deels op de linkeroever van deze rivier.
Glogow, dat een punt van samenkomst van verschillende spoorlijnen is, heeft ook grote betekenis als rivierhaven. Van belang is de handel in graan, wol en hout. De industrie bestaat uit ijzergieterij, machine-, ketel-, torenklokken-, cement-, suiker-, siroop-, stijfsel-, dextrine-, tabak- en meubelfabrieken. De stad geniet bovendien bekendheid om haar boekdrukkerijen en lithografische inrichtingen.Voorheen was Glogau de hoofdstad van het vorstendom van die naam, dat bij verdrag in 1252 aan Koenraad II, een zoon van Hendrik de Vrome, hertog van Neder-Silezië kwam. Koenraad lokte vele Duitse kolonisten daarheen en schonk de stad Duitse rechten. Zijn zoon, hertog Hendrik III, verkreeg ook een groot gedeelte van het vorstendom Breslau, maar het gehele gebied werd na zijn dood (1309) onder zijn vier zoons verdeeld. Toen dit geslacht in deze lijn in 1476 uitstierf, werd in 1481 hertog Johan van Sagan met een groot gedeelte van het land beleend.
Intussen verloor zijn zoon Johan II in 1489 dit hertogdom en weldra stierven de hertogen van Glogau geheel en al uit, zodat het in 1506 ophield een zelfstandig hertogdom te zijn.
H. A. BOMER
Lit.: J. Blaschke, Gesch. d. Stadt Glogau u. des Glogauer-landes (1913) ;G. Krause,Heimatkunde d.
Kreises Glogau (1940).