Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BRESLAU

betekenis & definitie

(1) een Duits bisdom, werd volgens Dlugosz in 965 of 966 gesticht. De bisschop voert tevens de titel van vorst, wegens de heerschappij over het vorstendom Grottkau-Neisse.

Het bisdom bereikte in de 14de eeuw zijn hoogste bloeitijd, onder Hendrik I van Würben (1302-1319) en Preczlaw van Pogarell (1342-1376). Tijdens de Hussietenoorlogen leed het grote verliezen en stond aldus open voor de Lutheraanse propaganda. Door de Vrede van 1742 verviel het bisdom met de Silezische bezittingen aan Pruisen, en een klein gedeelte daarvan strekte zich uit over Oostenrijks gebied. De koning van Pruisen hield het recht van benoeming van bisschoppen aan zich en droeg de beslissing over geloofszaken op aan een geestelijke synode.

Van 1817-1823 bleef de bisschoppelijke zetel onbezet, maar daarna werd het bisdom, volgens het concordaat, nieuw ingericht en rechtstreeks onder de H. Stoel gesteld. Doch de nawerking van de geest der „Aufklärung” was oorzaak dat in de strijd om de gemengde huwelijken de bisschop graaf Leop. Sedlnitzki, in 1835 gekozen, zich aan de verordeningen van Rome niet wilde onderwerpen en daarom afgezet werd (1840).

Hij ging later tot het Protestantisme over. Een ware bloeitijd trad in met bisschop Georges Kopp (1887-1914), opgevolgd door de gevierde Adolf von Bertram, sinds 1919 ook kardinaal. In 1929 werd Breslau tot aartsbisdom verheven voor de Oostduitse kerkprovincie, bevattend geheel Pruisisch Silezië met uitzondering van Glatz en van het district Kätscher, verder Jägerndorf en Troppau, een gedeelte van Oostenrijks Silezië en de R.K. gemeenten van Brandenburg en Pommeren. Na Wereldoorlog II werd van het aartsbisdom Breslau het gedeelte dat aan deze zijde van de Neisse ligt door de zonegrenzen afgescheiden.Lit.: A. X. Seppelt, Gesch. d. Bistums Breslau (1929).

(2), in het Pools Wroclaw, in het Latijn Wratislavia, is een stad in Polen en de hoofdstad van de vroegere Pruisische provincie Neder-Silezië, van het evenzo genoemde district en van het Katholieke bisdom. De stad ligt op 510 7' N.Br. en 170 2' O.L. v. Gr., op ongeveer 112 m boven de zee, heeft met de voorsteden een oppervlakte van 49,1 km2, en telt (1939) 630041 inw., waarvan ca 65 pct Protestanten en ruim 31 pct Katholieken. Zij is gelegen in de vlakte, die ten Z. door de Sudeten en ten N. door de heuvelen van Trebnitz is begrensd, op beide oevers van de hier reeds bevaarbare Oder, die er de Ohle opneemt en verscheiden eilanden vormt.

De stad bestaat uit de zgn. Innere Stadt, die door de in 1866 gedempte Ohlegraben wordt omsloten, en de Sandvorstadt op de rechteroever van de Oder. Daarbuiten liggen vijf voorsteden. Het centrum van de Innere Stadt wordt gevormd door het marktplein (de Ring) met het 15de eeuwsestadhuis in 1884-1888 door Karl Lüdecke gerestaureerd; verder bevindt zich in de oude stad de Protestantse St Elisabethskerk (13de eeuw) met een 91 m hoge toren, een grote klok van 11000 kg (een geschenk van koning Frederik Willem IV), en gebrandschilderde ramen, de eveneens middeleeuwse Barbara-, Bernhardiner-, Dominicaner-, Vincentius- en Maria Magdalenakerken, van welke laatste uit het Protestantisme in een deel van Silezië doordrong, het koninklijk paleis (midden 18de eeuw), en vele oude koopmanshuizen, alsmede de in 1726-1736 in barokstijl gebouwde universiteit (aanvankelijk een Jezuïetencollege), met de prachtige aula, de Leopoldina (van keizer Leopold I).

In de Sandvorstadt liggen de St Maria auf dem Sand, een Gothische kerk uit de 12de - 14de eeuw, de Kreuzkirche (14de eeuw) met het grafmonument van de stichter hertog Hendrik van Silezië (gest. 1290), en de van de 11de-15de eeuw gebouwde dom van Johannes de Doper met de graven van verschillende vorstbisschoppen, het bisschoppelijke paleis (18de eeuw) en de Botanische tuin.

Breslau is in de eerste plaats handelsstad, en was vanouds reeds de bemiddelaarster tussen Duitsland en het Slavische Oosten. Voorheen was het een der grootste wolmarkten; waar zelfs uit Galicië, Polen, Bohemen en Moravië de wol werd aangevoerd. Thans omvat de handel vnl. steenkolen, linnen, zink, ijzer, lood, arsenicum, slachtvee, graan, peulvruchten, raap- en lijnzaad, vlas, tabak, hop, enz. Belangrijk is en was vooral vroeger de uitvoer van de producten uit Silezië en omgeving, zoals linnen en katoenen stoffen, porseleinwaren, chemicaliën, zink enz.

Sinds 1918 vindt er drie maal ’s jaars, evenals in Leipzig, een jaarbeurs (Messe) plaats. Naast handel is de industrie een belangrijk middel van bestaan (o.a. machines, ijzergieterijen, spoorwagons, papier, meubelen, tabak, katoen, lingerie, kleding, muziekinstrumenten).

Verder was Breslau steeds een geestelijk middelpunt van de Duitse cultuur. Als zodanig bezit het o.a. een universiteit, in 1702 gesticht en later aanmerkelijk uitgebreid, met een bibliotheek van 534000 dln, en sterrenwacht (ca 4000 studenten). Verder de technische hogeschool, geopend in 1910, in 1928 belangrijk uitgebreid en in 1933 met de universiteit verenigd, en vele andere onderwijsinstellingen; voorts is het de zetel van een vorstbisschop.

In de derde plaats is Breslau het verkeersmiddelpunt van Silezië en Oost-Duitsland, één der voornaamste spoorwegkruispunten. Het ligt aan de grote N.W. verkeersdiagonaal, die Hamburg via Berlijn met het industriegebied van Opper-Silezië verbindt. Van Breslau gaan verschillende spoorwegen uit met als doel Oderberg, Stettin, Berlijn of Dresden en Görlitz. Het doorgaande goederenverkeer gaat buiten de stad om.

Tot 1897 vond het grootste gedeelte van het scheepvaartverkeer plaats op het stuk der rivier beneden de stad, nadien door een gekanaliseerde tak der Oder en door een 3 km lang scheepvaartkanaal, dat door twee sluizen is afgesloten.

Geschiedenis.

De stad werd gesticht door hertog Wratislaw I (894-921) en was nog in de 10de eeuw zetel van een bisschop. In 1241 verbrandden de Mongolen de Duitse nederzetting op de linkeroever. De herbouwde stad kreeg in 1261 het stadsrecht van Maagdenburg. Na de dood van Hendrik VI verviel zij aan Bohemen (1335) en werd naast Praag de belangrijkste stad van dit rijk.

Zij bestreed de Hussieten en aanvaardde de heerschappij van Matthias Corvinus, koning van Hongarije (1458-1490). In 1527 kwam zij aan het huis Habsburg, nadat de Hervorming er had gezegevierd. Frederik II van Pruisen bezette na de slag bij Mollwitz de stad (10 Aug. 1741), waarna de vrede, 11 Juni 1742 aldaar gesloten, een eind maakte aan de Eerste Silezische Oorlog. Gedurende de Zevenjarige Oorlog werd in haar nabijheid een slag geleverd (22 Nov. 1757), waarin de Oostenrijkers onder Karei van Lotharingen de overhand behielden op de Pruisen onder de hertog van Brunswijk-Bevern, en de stad zelf werd belegerd.

Op 24 Nov. moest zij zich overgeven, maar na de overwinning van Frederik II bij Leuthen (5 Dec. ï 757) kwam zij weer onder Pruisen. In 1760 trachtte Laudon de stad bij verrassing te nemen, maar de generaal Tauenzien dwong de vijand tot de aftocht. In 1807 moest zij, na een kortstondige en hardnekkige verdediging, zich aan de Fransen overgeven en werden de vestingwerken geslecht.

Breslau was in het laatste jaar van Wereldoorlog II het toneel van bittere strijd. Op 23 Febr. 1945 drongen de Russische troepen onder maarschalk Konjew de stad binnen, doch niet eerder dan op 6 Mei capituleerde het garnizoen. Sindsdien behoort Breslau tot de Duitse gebieden, die door Polen zijn geannexeerd. De stad, thans Wroclaw geheten, is het centrum van Polens nieuwe industriële activiteit geworden.

In Dec. 1946 bestond de bevolking uit 170000 Polen en 40000 Duitsers. De stad is voor drievierde vernield.

Lit.: R. Bürkner u. J. Stein, Gesch. der Stadt Br., 3 dln (1852); H.

Markgraf, Gesch. Breslaus in Kurzer Uebersicht (2de dr. 1913); A. Schmude, Br. (1921); Festschr. z. Feier d. 100 j.

Bestehens d. Univ. Br., herausgeg. von Georg Kaufmann, 2 dln (1911).



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.