stad in het Italische landschap Campanië, aan de kust op een heuvel gelegen, omstreeks 850 v. Chr. door Grieken uit Chalcis op Euboea gesticht, kwam door haar ligging tot grote bloei; verdedigde zich tegen de Etruriërs onder haar veldheer Aristodemos (505) en daarna met behulp van Hiëro van Syracuse (474).
Later werd Cumae overvleugeld door zijn kolonie Neapolis (het latere Napels). In 420 kwam het aan de Samnieten, ca 350 aan Rome, waarvan het in 338 het burgerrecht verkreeg. Het behield zijn Griekse cultuur. In de keizertijd kwam het in verval door de opbloei van de havenstad Puteoli en in de 13de eeuw werd het door de Napolitanen verwoest.
De Akropolis met overblijfselen van muren en een tempel van Apollo zijn voor een groot deel ontgraven. Thans heeft men ook de grot van de Sibylle, beschreven in het 6de boek van Vergilius’ Aeneïs, geïdentificeerd. Tegenw.: Cuma.