cumarien of benzo-a-pyroon, C9H602 is een zeer aangenaam riekende stof, die men in de Tonkabonen ( (de zaden van Dipterix odorata en oppositifolia Willd.), in Onze-Lieve-Vrouwenbedstro (Asperula odorata), in de gewone honing klaver (Melilotus officinalis), in verschillende grassen, vooral in het reukgras (Anthoxanthum odoratum), enz., aantreft. Men kan het cumarine uit deze planten door extractie met aether afscheiden.
Synthetisch wordt het bereid door verhitting van de natriumverbinding van salicyl-aldehyde met azijnzuuranhydride. Het cumarine is een kleurloze stof, het kristalliseert in kleine prisma’s, smelt bij 70 gr. G. en kookt bij 29 gr. G.
Het lost moeilijk op in koud, maar zeer gemakkelijk in kokend water. De fijne geur der Tonkabonen wordt door het cumarine veroorzaakt; ook de geur van het drogende gras en van het hooi is daarvan afkomstig. De „Maitrank” van de Duitsers, die door het trekken van wijn op Asperula odoraia (Waldmeister) bereid wordt, ontleent zijn geur aan het cumarine. Het zuivere cumarine wordt ook voor parfumerieën gebruikt.
