Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Syracuse

betekenis & definitie

(1) (Ital.: Siracusa), stad op de oostkust van Sicilië met (1950) 68 350 inw., in de 5de en 4de eeuw v. Chr. de grootste stad van de toenmalige wereld (met ca 1 millioen inw.), heeft nadien veel van haar belangrijkheid ingeboet.

Haar Griekse ruïnes gaan ten dele schuil onder de monumenten uit Middeleeuwen en Barok.Syracuse is grotendeels gebouwd op het, door een dam met het land verbonden, eilandje Ortygia (zie hierna), versterkt door muren en torens en een kasteel. In de grote haven tussen Ortygia en het voorgebergte Plemmyrion stroomt de Anapo uit. De haven heeft een oppervlakte van 232 ha, is 10-20 m diep en heeft twee vuurtorens. Syracuse is de zetel van een prefect en een aartsbisschop. Er is aardewerkindustrie en voorts macaronifabricage.

De antieke stad strekte zich veel verder uit op een plateau op het vasteland. Hier is het rechthoekige stratenplan nog te zien, dat op Ortygia verdwenen is. Er is een Grieks theater uit de 5de eeuw v. Chr. over, een Romeins amphitheater en de ruïnes van drie tempels, thermen en aquaducten. Beroemd zijn de steengroeven, Latomie, waarvan die „del Paradiso” de bekendste is, vormende het Orecchio di Dionisio (Oor van Dionysios), met een wonderbaarlijke acoustiek. Bij de S. Giovanni vindt men de catacomben uit de 4de-6de eeuw. Buiten de stad ligt het Griekse fort Euryalus (402 v. Chr.). Het oudste deel van de moderne stad ligt op Ortygia. De belangrijke Piazza del Duomo is omringd door barokpaleizen. De Dom zelf, herbouwd in 1693, is in de 7de eeuw ingericht in de Dorische tempel van Minerva. waarvan de zuilen in de zijwanden zijn verwerkt. De rijke Barokgevel (1727-1756) werd vroeger aan Pompeo Picherali toegeschreven, thans aan A. Palma. Merkwaardig is de Fontein van Arethusa, een zoetwaterbron bij de zeekust, waarin naar de legende de nymph Arethusa veranderd werd, op haar vlucht uit de Peloponnesus voor de stroomgod Alpheus. Aan de punt van Ortygia verheft zich het vervallen Noormannenkasteel Maniace. Palazzo Bellomo (i3de-i4de eeuw) herbergt het museum voor middeleeuwse kunst en de pinacotheek; de zeer rijke praehistorische en Griekse collecties bevinden zich in het Museo Nazionale.

Geschiedenis.



A. Antiek

In de Oudheid was Syracuse lange tijd de grootste en rijkste stad van

Sicilië. Zij werd in 757 of 734 door Korinthiërs gesticht op het dicht bij de kust gelegen eiland Ortygia.

Ten tijde van haar grootste bloei bestond zij uit 5 hoofddelen:

1. Ortygia met de bron Arethusa, de tempels van Artemis en Athene, de korenmagazijnen, het door Hiëro gestichte paleis en de door Dionysios I gebouwde akropolis;
2. het schiereiland Achradina, het middengedeelte der stad met de agora (markt), de versterkte poort Pentapylon, het Prytaneion (raadhuis);
3. Tyche, het westelijke en volkrijkste deel der stad;
4. Neapolis, ten Z.W. van Achradina;
5. Epipolae, een hoger gelegen deel ten N.W. van Neapolis.

In Neapolis en Achradina had men grote, diepe steengroeven, die ook als gevangenissen gebruikt werden. Verder waren er twee uitmuntende havens. Syracuse stichtte zelf spoedig nieuwe kolonies, o.a. in 559 Kamarina. De regering was in handen van aristocratische landeigenaars (Gemoren), dikwijls in strijd met en verjaagd door het volk. In het laatst van de 6de eeuw maakte dit zich van het gezag meester. De verdreven Gemoren riepen de hulp in van Gel o, tyran van Gela, die hen terugbracht, doch zich zelf meester maakte van het gezag (485-478). Onder zijn bestuur bereikte Syracuse een hoge welvaart; zijn vloot heerste over de zee en de meeste steden van Sicilië stonden onder zijn heerschappij. Gelo werd opgevolgd door zijn broeder Hiëro I (478-467), die de Etruriërs overwon bij Curnae (474); en deze door zijn broeder Thrasybulus, die echter reeds in 466 verdreven werd. De alleenheerschappij werd nu door de democratie vervangen. Om deze te bevestigen, werd het pelalisme (bladerengerecht) ingevoerd, een maatregel gelijk aan het Atheense ostracisme; doch het werd spel van partijzucht en weldra afgeschaft. Gebruik makend van de inwendige verdeeldheid, trachtten verschillende aan Syracuse onderworpen steden haar onafhankelijkheid te herwinnen en vroegen daartoe ondersteuning van Athene. Dit zond, na reeds in 427 Leontinoi te hebben geholpen, in 415 een aanzienlijke vloot onder Nicias en Lamachos tot steun van Segesta en uitbreiding van Athene’s macht; maar zij werd na tweejarige strijd door Syracuse met hulp der Spartanen vernietigd (z Peloponnesische oorlog). In 410 werd de democratische partij ten val gebracht. In 406 verkreeg een officier, Dionysios I, de alleenheerschappij. Hij streed met afwisselend succes tegen de Carthagers, steunde de Spartanen, bouwde een burcht en versterkte de vloot. Zijn regering is een nieuwe periode van bloei. Zijn zoon, Dionysios II, zwak en verwijfd, werd eerst, tevergeefs, door Dion aangevallen en ten slotte afgezet door de te hulp geroepen Korinthiër Timoleon. Deze herstelde de democratie, vestigde kolonisten uit Griekenland in Syracuse en gaf het een nieuwe staatsregeling. Na zijn dood ontstond er oproer, waarvan Agathokles gebruik maakte om de alleenheerschappij te verwerven (318-289); hij nam de koningstitel aan, bevestigde Syracuse’s macht en verleende in zijn testament de Syracusanen de vrijheid. Na zijn dood ontstond er strijd, ten gevolge waarvan men Pyrrhus te hulp riep, die echter door zijn heerszucht zich gehaat maakte en terugtrok (276). Nu werd Hiëro II strateeg en in 269 koning. Deze stond de Romeinen in de Eerste en Tweede Punische Oorlog bij en verzekerde daardoor zijn heerschappij over het oostelijk deel van het eiland. Zijn kleinzoon en opvolger Hieronymos koos de zijde der Carthagers en bespoedigde daardoor zijn val (214) en de ondergang van de zelfstandigheid van Syracuse, dat in 211, na verdediging door Archimedes, door Marcellus veroverd werd. Na die tijd was Sicilië Romeinse provincia, met Syracuse als zetel van de praetor. De luister der stad verdween en de bevolking verminderde meer en meer. Augustus trachtte tevergeefs door het stichten van een kolonie de welvaart te doen herleven.

B. Modern

Na de verovering van Sicilië door Belisarius (535 n. Chr.) werd Syracuse zetel van de Byzantijnse stadhouders van het eiland, van 663-668 was het zelfs de residentie van keizer Constans II. In 878 werd het door de Arabieren, in 1085 door de Noormannen veroverd; nadien kwam het onder Pisaanse en Genuese overheersing en onder die der Anjou’s. De stad verloor steeds meer aan betekenis, tot zij eerst in onze eeuw als haven (vnl. op Noord-Afrika) en drukbezocht toeristencentrum weer opbloeide. In open zee tussen Syracuse en de ten N. er van gelegen huidige vlootbasis Augusta sneuvelde 29 Apr. 1676 admiraal De Ruyter.

Lit.: K. Fabricius, Das antike S. (1932); E. A. Freeman, Hist. of Sicily (1891 v.); L. Giuliano, Storia di S. antica (1936).

(2), een stad van (1950) 220 580 inw. (Groot Syracuse 340 875 inw.) in het midden van de staat New York (V.S.), is gelegen aan de Seneca River in Onondaga County, is een industrie- en handelscentrum, dat lange tijd het grootste deel van de V.S. van zout voorzag. Die betekenis is thans sterk verminderd, echter ontstond om de zoutmijnen een belangrijke chemische industrie, waartoe ook de even ten W. van de stad in Solvay gevestigde Solvay Process Co. behoort, die o.a. soda, potas en chloorhoudende artikelen vervaardigt. Andere uit Syracuse afkomstige artikelen zijn staalwaren, vlaggen, schrijfmachines, autobenodigdheden en dobbelstenen.

In de stad is gevestigd de Syracuse University, waartoe o.a. het New York State College of Forestry behoort en die (1950) 19 184 studenten en 1518 docenten telt.

Lit.: P. H. Paine, Story of Syracuse (Syracuse 1930).

< >