(1) koning van Messenië (731 - 724 v. Chr.) is het meest bekend, omdat hij zijn dochter als offer aanbood, toen in de eerste Messenische oorlog tegen Sparta (kort na 738 v.
Chr.) een reine jonkvrouw door de onderaardse goden geëist werd. Toen aan haar kuisheid getwijfeld werd, doodde hij zelf haar. Later (in 731) tot koning verkozen, overwon hij de Spartanen bij Ithome (726), maar doodde zich in 724, toen het zijn volk slecht ging. Zo verhalen Pausanias en anderen. De hedendaagse wetenschap twijfelt echter aan de historiciteit van dit alles.Lit.: Niese, Die ältere Gesch. Messeniens (Hermes, XXVI, 1891, p. 1 vlg.); G. Busolt, Griech. Gesch., I, 2. Aufl. (Gotha 1893), p. 579 vlg.
(2), in de Griekse sage een afstammeling van Herakles. Toen hij de Peloponnesus wilde veroveren, werd hij volgens het gewone verhaal door de bliksem gedood. Volgens de Lacedaemonische sage is hij als koning van Sparta gestorven, en waren zijn zonen, Eurysthenes en Prokles, de stamvaders der beide vorstelijke huizen van Sparta (z Herakliden).