(Lat. bulla) was oorspronkelijk het metalen omhulsel, dat door middel van een snoer aan een oorkonde werd bevestigd en daaraan authenticiteit verleende, zoals heden ten dage de handtekening. Later werd het de benaming voor het zegel en ten slotte voor de oorkonde zelf.
Naar gelang de stof, waarvan het zegelbusje vervaardigd is, spreekt men van gouden, zilveren, loden of wassen bullen. Er waren vroeger niet alleen pauselijke, maar ook keizerlijke of koninklijke bullen, bijv. de Gouden Bul van 1356, waarbij door Karel IV aan de keurvorsten in Duitsland grote macht werd gegeven. Ofschoon men tegenwoordig nog spreekt van de doctorsbul, wordt dit woord toch vnl. gebruikt voor pauselijke documenten over zeer belangrijke onderwerpen. Zij zijn zeer plechtig van vorm en stijl, gewoonlijk in het Latijn geschreven en van een zegel voorzien, dat bij onderwerpen, die op een gunst betrekking hebben, aan een geel of rood zijden koord hangt en bij rechtszaken aan een koord van grijze hennep.
In 1878 werd echter door paus Leo XIII vastgesteld, dat dit zegel slechts gebruikt zou worden voor de allerbelangrijkste onderwerpen, maar dat de gewone bul eenvoudig een rood lakstempel op het document zelf zou dragen met aan de ene zijde de naam van de regerende paus, aan de andere zijde de koppen van Petrus en Paulus. Pius XI heeft in 1931 dat stempel nog laten vereenvoudigen om de verzending te vergemakkelijken.De bul wordt geschreven op de ruwe zijde van perkament; tot 1878 werd ze geschreven in het zgn. bullenschrift of bullaticum (Gothisch), nu in gewone letter. Tot aan Pius X werd ze nog gedateerd volgens de oude Romeinse kalender, terwijl als begin van het jaar gerekend werd 25 Mrt; nu gebruikt men de gewone burgerlijke tijdrekening.
Aan het hoofd dragen de bullen de naam van de regerende paus en wel in deze vorm: „Pius Episcopus, Servus Servorum Dei. Ad perpetuam rei memoriam”. Daarna volgt de tekst, die sluit met de datum en de ondertekening. Alleen de zgn. Bullae Consistoriales, de bullen die over de allerbelangrijkste onderwerpen gaan, zoals bijv. een heiligverklaring, worden door de paus zelf ondertekend en door alle aan het pauselijk hof aanwezige kardinalen; de andere worden ondertekend door de kardinaal-kanselier en de andere functionarissen van de pauselijke kanselarij of door de kardinaal-kanselier en de kardinaal, die prefect of secretaris is van de Congregatie of het pauselijk bureau, waartoe de zaak behoort, die in de bul wordt behandeld.
De bul wordt geciteerd naar de beginwoorden van de tekst. Zo bijv. Clencis laicos (1296), Ausculta fili (1301) en Unam sanctam (1302), de beroemde bullen van Bonifacius VIII in zijn strijd tegen de Franse koning Philips de Schone en zijn raadslieden; Exsurge domine, bul door Leo X in 1520 tegen Luther gericht en door deze verbrand; Ineffabilis, bul waarin Pius IX in 1854 de onbevlekte ontvangenis van de H. Maagd Maria definieerde en Pastor aeternus, bul waarin dezelfde paus in 1870 het dogma der pauselijke onfeilbaarheid afkondigde. Er zijn ook valse bullen in omloop geweest, bijv. de bul Deum time tegen Bonifacius VIII.
De belangrijkste pauselijke bullen en breven zijn verzameld in de zgn. bullaria.
p. H. L. VAN DER LAAN
Lit.: Cicognani-Staffa, Commentarium ad librum I G.I.G., Vol II (Roma 1942); M. Conté a Coronata, Ius Publicum Ecclesiasticum (Torino 1934); Idem, Institutiones Iuris Canonici, Vol. I. (Torino 1939); G. Gocchi, Commentarium in G.I.G., vol.
I (Torino 1937).
Geschiedenis.
In de oorkondenleer onderscheidt men bullen in ruimere en bullen in engere zin. Onder bullen in algemene zin worden, overeenkomstig het spraakgebruik, verstaan alle pauselijke en andere oorkonden die van een metalen zegel (bulla) zijn voorzien, onverschillig of zij privileges, open brieven of eigenlijke bullen zijn. Bullen in speciale zin vormen een bepaalde categorie van pauselijke oorkonden, die onder paus Innocentius IV (1243-1254) in gebruik is gekomen voor belangrijke excommunicaties, decreten en beschikkingen van algemene aard, en die geleidelijk in de plaats is getreden van de in onbruik gerakende plechtige privileges. Naar de vorm houden deze bullen het midden tussen de privileges en de brieven.
Zij worden gekenmerkt door de beginregel, die, evenals bij de privileges, geheel met geoblongeerde (d.w.z. hoog uitgerekte) letters is geschreven, maar die eindigt met de woorden ad perpetuam (of futuram) rei memoriam (ter eeuwige gedachtenis), terwijl de privileges de formule in perpetuum hebben, en de brieven: salutem et apostolicam benedictionem. Overigens komen zij overeen met de brieven, en wel met de brieven die het loden zegel aan een zijden koord dragen (litterae cum filo serico). Evenals daar, ontbreekt ook hier een ondertekening door paus en kardinalen, die een kenmerk van de privileges is. Sinds de 15de eeuw verschijnen de consistoriale bullen, over belangrijke aangelegenheden die door paus en kardinalen in consistorie besloten zijn: heiligverklaringen, privileges, constituties, decreten, enz. Zij dragen weer, evenals de vroegere privileges, onder de tekst de rota (dubbele cirkel met inschriften) en de eigenhandige ondertekeningen van de paus en de aanwezige kardinalen.
DR A. G. JONGKEES.