Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Berwick

betekenis & definitie

(1) is een graafschap in het Z.O. van Schotland aan de Noordzee; het is van Engeland door de Tweed gescheiden. Het bestaat uit de landschappen Lammermoor, Lauderdale en Merse en telt op 1184 kma (1945) 24 178 inw.

De bodem is over het geheel vlak en zandig en in het Z. (Merse) vruchtbaar, terwijl in het N. de uitlopers der Lammermoorketen slechts weiden voor schapen bieden. De Tweed vormt de voornaamste rivier van het graafschap. Het klimaat is koud, maar gezond. Landbouw (verbouw van graan en gerst) en veehouderij zijn de hoofdmiddelen van bestaan. Ongeveer 2/3 van de oppervlakte is cultuurgrond. Het overige deel wordt ingenomen door grasvlakten, die voor de schapenhouderij in gebruik zijn.

Berwick heeft eenzeerdichte schapenstapel (258 stuks per 100 ha); verder visserij en enige mijnbouw. De hoofdstad is Duns (1733 inw.). Alleen Lauder (628 inw.) heeft echter stadsrechten.(2) (Berwick-upon-Tweed) is een stad (met 1939 12 100 inw. (municipal borough) in het Engelse graafschap Northumberland. Zij ligt op een hoogte bij de mond en aan de linker-(Schotse)zijde van de Tweed aan de Noordzee, omsloten door de Schotse grens. Berwick was de natuurlijke uitvalspoort van Tweeddale, het rijkste gebied van Schotland in de 13de eeuw, waardoor Berwick in die eeuw de voornaamste haven van Schotland werd (uitvoer van wol en huiden, vooral naar de Nederlanden). De herovering van de stad door Engeland in 1482 (zie hieronder) bracht haar handel groot nadeel toe. Het karakter van grensstad is nog bewaard door de ommuring (14de-16de eeuw) met resten van kasteel. De stad heeft een kerk uit de 17de eeuw; een I7de-eeuwse brug, de in 1926 gebouwde brug en een spoorwegviaduct van 658 m verbinden Berwick met Tweedmouth.

Hoofdmiddel van bestaan is thans de visserij van zalm, zeevis, krabben en kreeften, die naar Londen verscheept worden. Verder is er ijzergieterij, machine-industrie en scheepsbouw. De haven is toegankelijk voor schepen van 500 ton.

Het oorspronkelijk in het Schotse graafschap Berwickshire gelegen Berwick werd van de 12de eeuw af — toen de Tweed de grens werd tussen Engeland en Schotland — een bitter omstreden grensstad. Tot het begin van de 14de eeuw een der vier koninklijke „boroughs” van Schotland, kreeg ze in 1302, na de inneming van de stad door de Engelsen, van Edward I een keur en werd verheven tot een „free borough”. In de I4de-i5de eeuw verwisselde Berwick herhaalde malen van suzerein om ten slotte in 1482 door Schotland definitief aan Engeland te worden afgestaan. Pas de vereniging van Engeland en Schotland in 1603 heeft evenwel haar belang als grensvesting volledig doen verdwijnen. De stad was aanvankelijk vertegenwoordigd in het Hof van de vier „boroughs”, had in 1326 en van 1476-1479 twee afgevaardigden in het Schotse parlement, en was van 1482-1885 — eveneens door twee leden — in het parlement van Engeland vertegenwoordigd. De gewoonte om Berwick als afzonderlijk deel van het koninkrijk onmiddellijk na Wales te noemen, is voor de parlementsakten in onbruik geraakt, maar nog in zwang gebleven voor zekere plechtige koninklijke proclamaties.

Lit.: J. Scott, Berwick-upon-Tweed, History of the town and Guild (1888).

< >