Definities van Woordenboek voor praktische kennis in de Ensie Z
- Zaagdak (bouwkunde)
- Zaagraam (houtbewerking)
- Zaathout (scheepsbouw)
- Zadel (smederij)
- Zadeldak (bouwkunde)
- Zakelijk recht
- Zakelijke belasting
- Zakgoten (bouwkunde)
- Zaling (bouwkunde)
- Zaling (zeilvaart)
- Zalmsteek (visscherij)
- Zalmtrappen
- Zandblad
- Zanderen (steenhouwen)
- Zandoer (aardkunde)
- Zandpalen (bouwkunde)
- Zandsteen
- Zandstrooken (scheepsbouw)
- Zangertje (drank)
- Zavelgrond
- Zedelijk lichaam (rechten)
- Zee-egels
- Zeebliek
- Zeebrieven
- Zeeforel
- Zeefvaten (plantkunde)
- Zeegras
- Zeegt
- Zeekraal
- Zeem (bijenteelt)
- Zeemijl
- Zeemleer
- Zeemtouwen
- Zeenwater (heelkunde)
- Zeepokken
- Zeeschuim
- Zeesterren
- Zeeuwsche koorts
- Zeever
- Zeewolf
- Zegen (visscherij)
- Zeilsboom (zeilen)
- Zeilsteen
- Zekel (landbouw)
- Zenuwknoopen (ontleedkunde)
- Zenuwzinkingkoorts
- Zesender (jacht)
- Zet (landbouw)
- Zet (smederij)
- Zetangel (visscherij)
- Zetbank (metaalbewerking)
- Zetlijn (visscherij)
- Zetmeel
- Zetmeelgom
- Zetpil (geneeskunde)
- Zetsteen
- Zetten
- Zetten (bouwkunde)
- Zetten (metaalbewerking)
- Zetter (kaasmakerij)
- Zettings (eendenkooi)
- Zeuntje (marine)
- Zicht
- Zielkunde
- Zier
- Zijbeen (paarden)
- Zijl (waterbouwkunde)
- Zijp
- Zilverlaken
- Zilverpaling
- Zilvervliesje
- Zilvervos
- Zinker
- Zinkgroen
- Zinkrijs (waterbouwkunde)
- Zinkstuk (waterbouwkunde)
- Zinkwit
- Zoetelaarster
- Zoeteliefje (schiemanswerk)
- Zoeten
- Zoethout
- Zoetzuur (keuken)
- Zolderschuit
- Zomerzalm
- Zomp
- Zonnesteek
- Zonschieten (zeevaart)
- Zoodje
- Zooper (strandbaden)
- Zoute stengels
- Zouters (veeteelt)
- Zoutevisch
- Zoutzuur
- Zucht (ziekteleer)
- Zuiger (verloskunde)
- Zuiger (zeilen)
- Zuiggas
- Zuiglap (paarden)
- Zuiveringseed
- Zuiveringszout