Gepubliceerd op 18-08-2020

Zetmeelgom

betekenis & definitie

Stijfselgom. Dextrine.

Zetmeel komt in knollen en in zaden voor en is bestemd, om bij de kieming de jonge plant te voeden. Daartoe wordt het onoplosbare zetmeel oplosbaar gemaakt en wel door een verteringssap (maltose), dat bij de kieming ontstaat. Er ontstaat dan eerst zetmeelgom uit zetmeel en daarna druivensuiker uit zetmeelgom.Kunstmatig geschiedt dezelfde verandering in fabrieken van druivensuiker door de inwerking van warme, verdunde zuren. Zetmeelgom is geel van kleur, zoet van smaak en oplosbaar in koud water, waarmede het een kleverig vocht geeft.

Indien men zetmeel voorzichtig in een reageerbuis verwarmt, ontstaat ook zetmeelgom en ziet men het zetmeel overgaan in een geel poeder. Bij het bakken van brood vormt zich een gele korst van zetmeelgom. Ook ontstaat deze stof bij het strijken van gesteven linnengoed, waarop zij een glanzende laag vormt. Strijkt men te lang of te heet, dan gaat de verandering van het zetmeel te ver; er ontstaat druivensuiker en de bewerking mislukt.

Men gebruikt zetmeelgom als plakmiddel en men maakt er sommige biersoorten kleverig mee. Als plakmiddel voor postzegels is ze minder geschikt, omdat zij water aantrekt. In weverijen papt men er weefsels mee en in de katoendrukkerij maakt men met zetmeelgom de verf dik; ook wordt het gebruikt om bordpapier te stijven. Zie mout, blanke stroop, zetmeel.