Brandbaar gas, bestaande uit kooloxyde en waterstof, dat ontstaat, wanneer men waterdamp (stoom) door een vuur leidt. Hierbij onttrekt de gloeiende kool zuurstof aan den waterdamp en er ontstaat waterstof.
De gloeiende kool verbrandt tot koolmonoxyde, kolendamp, een gas, dat óók brandbaar is. Op dit beginsel berust de zuiggasmotor. Bij eiken zuigerslag worden lucht en stoom door gloeiende anthraciet gezogen en in brandbare gassen veranderd, die in den motor tot ontploffing gebracht worden.Vroeger gebruikte men steeds anthraciet als brandstof, om teerafzetting in den motor te voorkomen Thans is die teer geen bezwaar meer en kan men zelfs turf gebruiken. Houtafval van een timmerfabriek wordt ook vaak in zuiggasmotoren verstookt. Deze onttrekken aan de brandstof meer arbeidsvermogen dan stoommachines.
Toch is een zuiggasmotor in een klein bedrijf niet zuinig, omdat zij veel toezicht vereischt.
Men heeft ook vrachtauto’s met zuiggasmotoren gedreven. Zulk een benzinelooze motor zou in tijd van oorlog van belang zijn, omdat in de meeste landen benzine ingevoerd moet worden. Terwijl een benzinemotor met een vergasser van gering gewicht volstaan kan, vereischt de zuiggasmotor echter een kleine gasfabriek van 300 kg, welk gewicht moet worden meegevoerd.
