Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie Z
- zestienponder
- zestientje
- zetje
- zetten
- zetveetje
- zeug
- zeugenpakje
- zeugma
- zeun
- zeuntje
- zeurdoos, zeurkont, zeurkous, zeurmuts, zeurneus, zeurpiet, zeurtrien, zeurzak
- zeurterreur
- zeven is een galg vol
- zeven stuivers, niet gappen daar!
- zeven stuiverslieden
- zeven voet diep gaan
- zeven zakken met krenten
- zeven-even-ambtenaar
- zevenhand
- zevenklapper
- zevenmaal is jodenrecht
- zevensterretje
- zevenstuivershorloge
- zevenstuiverslieden
- zevenstuiverspooier
- zeventandje
- zeventig-eenenzeventig meegemaakt hebben
- zevenuursgoed
- zevenvijf
- zevenzeiker
- zever in pakjes
- zeveraar
- zeveren
- zeverkut, zeverzwijn
- zich de haren van zijn zak lachen
- zich de ziekte werken (schrikken enz.)
- zich het zeepokkenlazarus schrikken (werken enz.)
- zie je
- ziek
- ziek liggen
- ziek zijn
- ziek, zwak en misselijk
- zieken
- ziekenboeg
- ziekenfondsfiets
- ziekenhuisbal
- ziekenkot
- ziekenpa, ziekenpeut, ziekenpik
- ziekenstal
- ziekentrooster
- ziekte van erge pijn
- ziekte van Heineken
- ziekte van Napels
- ziel
- zielement
- zielendokter
- zielenzalver
- zielgaten
- zielhond
- zielig
- zieligheidsindustrie
- zieligheidsindustrie
- zielknijper, zielenknijper
- zielo
- zielverkoper
- zielzak
- zielzoeker
- zienemer
- ziener
- ziepen
- Zierikzeese jicht
- zierke
- zigzag gaan
- zij heeft het zakske
- zij is de zonde waard
- zij-jurk
- zijdelingse schade
- zijden
- zijden doos, zijden sok
- zijgevel
- zijig
- zijn eigen zweet niet kunnen ruiken
- zijn zakken vol hebben
- zijn zakken vol krijgen
- zijn zakken vullen
- zijn zegeningen tellen
- zijn ziel uitblazen
- zijn zolen aan iets vegen
- zijn zwager een hand geven
- zijn zweer laten uitknijpen
- zillenials
- zilte plas, zilte nat
- zilveren balken
- zilveren draden tussen het goud
- zilveren monster
- zilveren treffer
- zilveren vogel
- zilverkluitje
- zilvernekkie
- zilvervink