Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie Z
- zeik op een riek
- zeik van Boeren Mie
- zeik van iets hebben
- zeik ze nat
- zeikbak
- zeikbal, zeikdoos
- zeiken
- zeiken als een beer
- zeiken als een nijlpaard
- zeiker
- zeikerd
- zeikerdje
- zeikerig
- zeikerszithoek
- zeikfilm
- zeikfluit
- zeikhannes
- zeikhein
- zeikhoer
- zeikhuis
- zeikjanus
- zeikkut
- zeiklijster
- zeikluis, zeiklul, zeikmeier
- zeikmuis
- zeiknat
- zeiknest
- zeikodroom
- zeikpot
- zeikridder
- zeikseltje
- zeiksnor
- zeikstaaf
- zeikstok
- zeikstraal, zeikzever
- zeikstralen
- zeiktrien, zeikwijf
- zeikziender
- zeilderen
- zeilen of verzuipen
- zeilensnijder
- zeiloor
- zeinsel
- zeiser (de)
- zeker is dood, onzeker leeft nog
- zeker weten
- zekere plaats
- zekere ziekte
- zelfbediening, zelfmassage
- zelfdoding
- zelfgekozen dood
- zelfpijper
- zelfpijperij
- zemel
- zemelaar
- zemelachtig
- zemelappen
- zemelappig
- zemelen
- zemelkist
- zemelkloot
- zemelkloterij
- zemelknopen
- zemelknoper, zemelknoop
- zemelnaaier, zemelennaaier
- zemelzeiker
- zemers
- Zemko
- zemmel, zemel, zemmer
- zenciler
- zendelingen in blik
- zendelingenhouding, zendelingenstandje
- zenuw (de)
- zenuwen
- zenuwenpot
- zenuwlijer
- zenuwstandje
- zenuwziek
- zeperd
- zeperen
- zeppelin
- zere neus
- zerebenenbataljon
- zerkslijper
- Zes-en-een-kwart
- zesbeners
- zesendertiger
- zesentwintig zijn
- zesentwintig-ééntje
- zesentwintiger
- zesjescultuur
- zesklapper
- zespijper
- zespitter
- zesplank
- zesponder
- zespoter
- zestien
- zestien jaar en al een tasje
- zestienhoven
