(1), voormalig Duits bisdom, in het laatst van zijn bestaan 440 kma groot, ontstond reeds in de Merovingische tijd, ofschoon een doorlopende reeks van bisschoppen eerst van 770 af bekend is. In 979 verkreeg de bisschop grafelijke rechten.
Het kwam in 1801, voor zover op de linkeroever van de Rijn gelegen, aan Frankrijk en voor het overige in 1803 aan Hessen-Darmstadt. (2), Westduitse stad in het Land Rijnland-Palts, vroeger een vrije rijksstad en de zetel van het gelijknamig bisdom met (1953) 56 500 inw. (1939: 57800; 1945: 48000), v.w. ca ⅔ Evang. en ⅓ R.K., ligt op de linkeroever van de Rijn en is een spoorwegknooppunt op de lijn Mainz - Ludwigshafen. In de Middeleeuwen een belangrijke handelsstad, heeft het thans vnl. betekenis als Rijnhaven en door de industrie (textiel, chemicaliën, meubels, wijn, bier).
STADSBEELD
De oude stadskern is gedeeltelijk nog door muren en torens omringd. Luchtaanvallen richtten in 1945 hier grote verwoestingen aan; een aantal minder beschadigde cultuurmonumenten werd inmiddels hersteld. De domkerk St Pieter, een van 1071 af op de fundamenten van een Frankisch-Ottoonse bouw (1000-1025) opgetrokken pijlerbasiliek met dubbel koor en prachtige torengroep is een hoofdwerk der Romaanse bouwkunst van het Rijnland. Na de vernielingen door de Fransen in 1689 vond onder bisschop Franz Ludwig v. Pfalz-Neuburg een grondige restauratie plaats (1694-1732), welke na 1851 tot op de huidige dag werd voortgezet. De kerk is rijk aan Romaanse en Gothische beeldhouwwerken.
Bijzonder fraai is de Gothische Liebfrauenkirche (i4de-isde eeuw); verder zijn nog vermeldenswaard de Martinskirche (13de eeuw, in 1943 en 1945 zwaar gehavend), de Paulskirche (in 1945 afgebrand, herbouwd), Dreifaltigkeitskirche (1709-’25, verwoest, herbouw beraamd), Magnuskirche (12de eeuw, ruïne, herbouw geprojecteerd) en het vóór 1000 gestichte en in 1802 opgeheven St Andreasstift, dat na profanatie, van 1928-’29 grondig werd gerestaureerd en ingericht als „Andreas-Museum” (in 1945 gedeeltelijk verwoest, grotendeels hersteld); het bevat een collectie praehistorische voorwerpen, schilderkunst en kunstnijverheid. De voormalige Synagoge (13de en 17de eeuw) was het oudste Joodse kerkgebouw in Duitsland (reeds in 1031 genoemd); na de brandstichting door de nationaal-socialisten in 1938 werd het gebouw in 1940 opgeblazen. Het portaal werd in 1949 herbouwd. Het voormalige reeds in 1689 afgebrande en in 1883 gerestaureerde raadhuis is in 1945 grotendeels verwoest; een nieuw gebouwde vleugel door Th. Fischer (1908-10), eveneens in 1945 afgebrand, is gedeeltelijk hersteld.
Van de vele middeleeuwse burgerhuizen is thans zo goed als niets meer over; de bekende verzameling uit het vernielde „Kunsthaus Heylshof” is thans in het Schloss Herrnsheim tentoongesteld.
Lit.: R. Kautzsch, Der Dom zu W. (1938); P. Wolff u. W. Pinder, Drei Kaiserdome, Mainz, W. u. Speyer (1949); F.
M. Illert, Die alte Stadt, Bild u. Schicksal der ehemal. freien Stadt W. (1950); Dehio-Gall, Handb. (Pfalz u. Rheinhessen) 1951 met opg. v. schade in Wereldoorlog II.
GESCHIEDENIS
In de Romeinse tijd heette Worms Civitas Vangionum. Reeds die tijd had het een bisschop, van wie het door een vrijbrief van keizer Frederik I Barbarossa onafhankelijk werd (1156). Het Concordaat van Worms (1122) maakte een einde aan de Investituurstrijd (voor de inhoud er van z Concordaat). Van ca 800 - ca 1600 werden meer dan 100 Rijksdagen van Worms gehouden, waarvan de bekendste zijn: die van 1495, waarop besloten werd tot de Hervorming des Rijks en die van 1521, waarop Luther’s veroordeling uitgesproken werd. Het Edict aan Worms evenwel, dat over Luther de rijksban uitsprak, zijn boeken aan de beul prijsgaf en ieder met dezelfde rijksban bedreigde, die zijn geschriften verspreidde of las, was op onwettige wijze tot stand gekomen en werd dan ook door de rijksstenden slecht uitgevoerd. Mede in 1521 kwam het Verdrag aan Worms tot stand, waarbij Karel V aan zijn broer Ferdinand het bestuur over de Habsburgse landen overliet. In de Dertigjarige Oorlog had Worms veel van requisities van beide partijen te lijden.
In 1689 werd de stad door de Fransen onder Mélac platgebrand. In de 18de eeuw ging de politieke en economische betekenis van Worms er meer en meer op achteruit. Het bisdom (tot 1797) kwam aan het aartsbisdom Mainz. Van 1797-1816 was de stad Frans, daarna Hessisch. Van Dec. 1918-1930 was zij door Franse troepen bezet.