voor zover niet van Amerikaanse oorsprong, is een aetherische olie, die gewonnen wordt uit de bloemhoofdjes (dus niet uit de zaden) van verschillende Artemisia soorten, vooral van A. cina Berg en A. maritima L. uit de fam. der Composieten. De eerste groeit veel in Iran, Turkestan en Mongolië, de tweede langs de kusten van Engeland en Europa tot Chinees Mongolië.
De ongeopende bloemhoofdjes bevatten santonine en werden vooral vroeger veel gebruikt als wormverdrijvend middel tegen Ascaris lumbricoides; tegenwoordig vervangen door de minder giftige Chenopodiumolie of Amerikaanse wormzaadolie. De olie is geelachtig van kleur, heeft een kamferachtige, tamelijk onaangename geur en bevat vooral cineol (77-80 pct) dl-a-pineen, terpineen en terpinol. Vroeger werd de olie vooral gemaakt om er cineol uit te bereiden, wat tegenwoordig op economischer wijze uit eucalyptusolie geschiedt.Lit.: Guenther,The Essentia Oils (NewYork 1952),p.485-487.