Nederlands architect (Amsterdam 6 Juli 1884), werd in 1906 genie-officier, in 1913 gemeente-architect te Leiden, in 1915 te Hilversum. Met zijn karakteristieke, sterk plastisch werkende architectuur neemt hij een aparte, belangrijke plaats in onder de Nederlandse bouwmeesters van deze tijd, bouwde te Leiden een Hogere Burgerschool en het bureau van het Leids Dagblad, te Hilversum sedert 1916 tal van scholen, badhuizen, slachthuis, woon- en winkelhuizen en zijn hoofdwerk: het raadhuis (1928-1932); voorts het colombarium bij het crematorium te Westerveld (1925-1938), het warenhuis De Bijenkorf te Rotterdam (19291930), het Nederlands Studentenhuis te Parijs (1926-1939), het monument op de Afsluitdijk, de HAV-Bank te Schiedam (1934-1935), het woningcomplex „De Burgh” te Eindhoven (1936-1939), het gebouw van De Nederlanden van 1845 te Arnhem (1938-1939), de Stadsschouwburg te Utrecht (1938-1941) en het Erasmushuis te Rotterdam (I939-I940)' Hij behoorde tot de uitgenodigden voor het maken van ontwerpen voor de beurs te Rotterdam en de raadhuizen te Leiden en Den Haag.
Hij ontving opdracht voor het maken van het uitbreidings- en het wederopbouwplan voor ’s-Gravenhage.Lit.: W. v. d. Pluym, W. M. D., bouwmeester/Mbl.Beeldende Kunst 1927, 115, 143; J. Boterenbrood, Inl. in: Wendingen 1928, nr i; J. M.
AuthmannenH. Th. Wij'de veld, Raadhuisontwerp voor Hilversum en uitgevoerde projecten van arch. W. M. D., Wendingen 1928, nr 8; G.
Friedhoff, W. M. D. (serie Nederl. Bouwmeesters); Gedenkboek,uitgeg. ter herinnering a. d. opening v. d. Rotterd. Bijenkorf (1931); G.
Friedhoff, Het gebouw v.d. Bijenkorf te Rotterdam van arch. W. M. D., vVendingen 1930, nr 8; H. T. Zwiers, Het raadhuis te Hilversum, Wendingen 1930, nrs 11, 12.
