Noordhollandse gemeente van 4689 ha en met (1950) 88 500 inw., v.w. 49 pct Prot., 27 pct R.K. en 24 pct onkerkelijken, is gelegen in het Gooi. De bodem bestaat voor een belangrijk deel uit pleistocene zandgronden.
Er is veel bos en heide en (vooral in het W.) nogal wat weiland, behorende aan Stad en Lande van Gooiland (z Erfgooiers). Door haar uitstekende ligging is Hilversum forensenstad van Amsterdam geworden. Behalve met de hoofdstad heeft Hilversum electrische treinverbindingen met Utrecht en Amersfoort. Ook zijn er uitgebreide autobusdiensten met de omgeving.STADSONTWIKKELING.
Hilversum was oorspronkelijk een heidedorp evenals alle andere Gooise gemeenten, met uitzondering van Naarden. De kern van de gemeente toont die afkomst nog duidelijk. De willekeurig lopende heidepaden, waaraan hier en daar boerderijen tussen de akkers verspreid lagen, zijn, zonder dat het beloop noemenswaardig werd gewijzigd, tot straten met min of meer gesloten bebouwing geworden. Dit leidde tot een wegennet dat het karakter van de kern bepaalt en dat tegen de omvang van het moderne verkeer niet is opgewassen. Buiten deze kern zijn in de loop der jaren ruim aangelegde villawijken ontstaan, die te zamen met de welverzorgde gemeentelijke plantsoenen Hilversum tot een echte tuinstad hebben gemaakt. De diluviale heuvels o.m. de Trompenberg, de Zwaluwenberg en de Boomberg (20-35 m hoog) geven aan het geheel een geaccidenteerd karakter. De omgeving van Hilversum is rijk aan bos (Spanderswoud, Corverbos, Gooilust), aan water (Loosdrechtsche plassen), en aan heide (Crailose heide).
KUNST EN CULTUUR.
Hilversum heeft verscheidene gebouwen welke als voorbeelden van de moderne architectuur en techniek jaarlijks vele vreemdelingen uit binnen- en buitenland trekken, o.a. het alom bekende raadhuis (1931, architect W. M. Dudok) en de verschillende omroepgebouwen. Hilversum is door de vestiging van de diverse omroepverenigingen (N.C.R.V., K.R.O., A.V.R.O., V.A.R.A. en V.P.R.O.), met haar talrijke administratiegebouwen, het centrum van het radiowezen geworden. Bovendien zijn hier gevestigd de Stichting Ned. radio-unie en de Stichting radio-Nederlandse Wereldomroep. Verder zijn nog te vermelden de St Vituskerk (1892, architect dr Cuypers) en Hotel Gooiland.
Behalve diverse onderwijsinrichtingen zijn er 3 openbare leeszalen en bibliotheken, 2 ziekenhuizen, 2 sanatoria („Zonnestraal” en „Hilversum”), een museum voor kunst en cultuur van het oude Gooi en een schouwburg.
HANDEL EN INDUSTRIE
Hilversum is het handelscentrum van het Gooi (markt). Er is veel textielindustrie, in zekere zin voortzetting van een sinds de middeleeuwen bestaande huisnijverheid, tapijtindustrie, industrie van radiozend- en ontvangtoestellen, radio-onderdelen. Verder is er industrie van inkt, lak, verf, essences, meubelen, haarden, rijwielen, stofzuigers, hotelzilver, sigaren en tabak.
GESCHIEDENIS
In 1424 kreeg Hilversum een zelfstandig bestuur (los van Laren). In de 15de tot de 17de eeuw is er een zeer langzame ontwikkeling ten gevolge van de bodemgeaardheid, geïsoleerde ligging en oorlogsgeweld. In 1725 en 1766 werd het dorp voor een groot gedeelte door branden verwoest; vele jaren was het het armste dorp van het Gooi met de achterlijkste bevolking. In de 19de en 20ste eeuw is de gemeente sterk gaan groeien: (1800) 3510 inw., (1850) 5400, (1900) 20000, (1950) ca 90 000. In Wereldoorlog II heeft Hilversum geen noemenswaardige schade geleden. Wel werd een tankgracht om de gemeente gegraven.
Lit.: L. J. F. Janssen, Hilversumsche oudheden (Arnhem 1856); J. J. G.
J. Mol, H. en de Trompenberg (Utrecht 1876); J. E. G. Schook, Een stukje dorpsgeschiedenis v. H., 1766-1882 (Hilversum 1895); L.
J. v. d. Heyden, Kath. H. voorheen en thans (Hilversum 1917); J. Boer hout, H. in woord en beeld (Hilversum 1925); Gedenkboek H. 1424-1924, onder red. v. P. J. v.
Ravesteyn, J. Boerhout en C. L. Heek (Hilversum 1924); W. J. Rust, De Gooische dorpen (A’dam 1943. Heemschutserie 26); Rapport Kernplan Hilversum (Hilversum 1946).