Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Wilhelm GRIMM

betekenis & definitie

(Karl), broer van Jacob en eveneens Germanist (Hanau 24 Febr. 1786 Berlijn 16 Dec. 1859), bezocht met zijn broer zowel het lyceum te Kassel als de universiteit te Marburg, waar ook hij rechten studeerde. Een gevaarlijke ziekte, waarvan hij eerst in 1809 langzamerhand begon te herstellen, roofde hem het genot der jeugd.

Hij werd in 1814 secretaris bij de bibliotheek te Kassel en begaf zich in 1830 met zijn broer naar Göttingen, waar hij benoemd werd tot onderbibliothecaris en in 1835 tot gewoon hoogleraar. Ook hij behoorde tot de Göttinger Sieben. In 1841 werd hij hoogleraar te Berlijn. Hij was in menig opzicht de evenknie van zijn broer en heeft zich voornamelijk bewogen op het gebied der middeleeuwse poëzie in Duitsland.

De meeste bekendheid verwierf zijn boek Die deutsche Heldensage (1829; 3de dr. 1890) met een verhandeling over haar oorsprong en haar ontwikkeling en een bijna volledige verzameling van alle plaatsen in de literatuur, waaruit enige bekendheid met de heldensage blijkt. Ook gaf hij de eerste wetenschappelijke behandeling der runen in zijn werk Über deutsche Runen (1821). Een andere reeks geschriften deed hij met zijn reeds vermelde broer verschijnen. Ofschoon minder veelomvattend van geest dan deze, onderscheidde hij zich door ongemene werkzaamheid, nauwgezetheid, aandacht voor detailarbeid en door een dichterlijk gemoed.Bibl.: Uitgaven: Balladen u. Märchen (1811, herdr. d. M. Kucker 1942); Grave Ruodolf (1828, 2de dr. 1844), fragmenten van een gedicht uit de 12de eeuw, van het Hildebrandslied (1830); Freidank (1834, 2de dr. 1860); Rolandslied (1838); Wemher von Niederrhein (1839); Goldene Schmiede (1840); Silvester Konrads v.

Würzburg (1841); Athis und Prophilias (1846, vervolg 1852); Altdeutsche Gespräche (1851,2 stukken); Die deutsche Heldensage 1829 (3de herz. dr. 1890); Kleinere Schriften (m. autobiogr.), uitg. door Gust. Hinrichs, 4 dln (1881-1887); Briefwechsel zw. Jenny v. Droste-Hülshoff u.

W. Gr. (1930).

Lit.: W. Scherer, in: Allg. Deutsche Biogr., dl 9 (1879); G. Zuckmayer, Die Brüder Grimm (1948); L.

Zoepf, Die Brüder Grimm als Bibliothekare, Ztschr. f. Bibliothekswesen, dl 45 (1928), blz. 123 v.v.

< >