gemeente in N.O. Noordbrabant, a. d.
Rijksweg Nijmegen - ’s-Hertogenbosch met (1950) 4609 inw. van wie 95 pct R.K., bestaat uit het stadje Grave, waaraan in 1942 werden toegevoegd de kerkdorpen Escharen en Velp. De bodem bestaat grotendeels uit rivierklei, in het Z. uit zand. Ca 3/5 van de bodem is bouwland, ca 2/5 grasland. Bij Grave is in de Maas een stuw gelegd in verband met de Maaskanalisatie, waardoor een einde is gekomen aan de overlast van de Beersche Maas. Grave is een belangrijk knooppunt van autobuslijnen en bezit verscheidene industrieën (w.o. sigaren, handschoenen en fijne lederwaren), voorts een betonfabriek en klompenmakerijen; legt zich verder toe op industrialisatie.De oude vestingstad is van ouds garnizoensplaats. De gemeente herbergt verschillende kloosters en inrichtingen, w.o. twee blindeninstituten en een Rijksgesticht voor geesteszieken.
De omgeving was reeds in de Romeinse tijd bewoond. In Escharen deed men zelfs praehistorische vondsten. Grave, naar de overlevering een stichting van graaf Herman van Cuyk, vermoedelijk echter ouder, is dikwijls een middelpunt van strijd in diverse oorlogen geweest. De stad kwam o.m. onder Gelder, het Bourgondische huis, het Oostenrijkse huis en onder de Republiek.
Hoewel markant gelegen, bleef in Wereldoorlog II de gemeente voor oorlogsgeweld gespaard. De brug over de Maas, welke men in 1940 had laten springen, was weer hersteld. 17/18 Sept. 1944 wisten de Amerikaanse air-born troepen de brug onbeschadigd in handen te krijgen. Hierdoor was een zeer belangrijke schakel in de zgn. Corridor (Eindhoven-Nijmegen) behouden.
Vestingwallen en grachten zijn nog te zien. De Hampoort (Menno van Coehoorn). Het laatste vestingwerk dat gesloopt werd was de zgn. Bomvrije.
Voorts zijn bezienswaardig de St Elisabethskerk, met vele schatten, vele oude gevels (Laat-Gothiek en Renaissance). Het Raadhuis (oude prenten en gildezilver), kerk en Capucijnenklooster te Velp. De omgeving is zeer mooi.