(1) (Cassel), Westduitse stad in het Land Groot-Hessen met (1951) 165000 inw. (1939 216000, 1946 126210) van wie 84 pct Evang., 11 pct R.K. en 5 pct andersdenkenden, ligt aan de Fulda op 150-285 m hoogte en is een belangrijk spoorwegknooppunt.
STADSBEELD
Het oudste gedeelte van de stad wordt gevormd door de Altstadt, langs de Fulda, terwijl aan de rechteroever van de rivier het laagste gedeelte van de stad, de Unterneustadt, ligt, die samen het „oude” I7de-eeuwse Kassel vormen. Ten Z.W. van de Altstadt ligt de in 1698 aangelegde Obemeustadt, de „Fürstenstadt” van de 17de en 18de eeuw, waarop sedert 1866 het eveneens hooggelegen Hohenzollern Viertel aansluit. In het N. van de stad (Rotenditmold) liggen vooral de grote fabrieken. In de omgeving der stad bevindt zich o.a. het park „Karlsaue”. De nijverheid omvat o.m. metaalindustrie (ijzergieterij, machine- en instrumentenfabrieken enz.).
KUNST EN CULTUUR
Nauwelijks een andere Duitse stad heeft ten gevolge van Wereldoorlog II zulke zware verliezen aan fraaie kunsthistorische monumenten geleden. De familie Du Ry, die aan het einde van de 17de eeuw uit Frankrijk immigreerde, bepaalde tot laat in de 18de eeuw de bouwkunst der stad; de ruïnes van deze overwegend barokke en classicistische gebouwen bieden een schokkend beeld. Van de middeleeuwse versterkingen is de in 1415 gebouwde ronde Druselturm bij de Königsplatz bewaard gebleven; de gehele „Altstadt” met haar vele mooie vakwerkhuizen uit de 16de en 17de eeuw werd vernietigd. Van de prachtige gebouwen aan de grootse Friedrichsplatz in de „Oberneustadt” is eveneens niet veel meer over. Het tussen 1767 en 1769 door Simon Louis du Ry opgerichte Residenzpalais werd verwoest, het zgn. Rote Palais (1821), het machtige Museum Fridericianum (Fondsbibliotheek, 1769-’76 door S.
L. du Ry), alsmede de Katholieke Elisabethkirche (1770-1776 door S. L. du Ry) en het neo-barokke Theater leden zware schade. De paleizen aan de „Schone Aussicht” zijn een puinhoop; slechts het voormalige paleis Bellevue kon worden hersteld. Ook de nieuwe Gemälde-Galerie (1872-1877 door H. v. Dehn-Rotfelser) zal gerepareerd kunnen worden, evenals het elegante Orangerieschloss in het Auepark.
De grootste kerk der stad is de voormalige Stiftskirche St Martin, een vóór 1364 begonnen en later herhaaldelijk gerestaureerde driebeukige hallenkerk. De Evangelische „Oberneustädter Kirche” aan de Karlsplatz (1698-1706 door Paul du Ry) werd verwoest. Van de nieuwere gebouwen moeten nog het beschadigde raadhuis (1905-1909 door K. Roth) en het Hessische Landesmuseum (19101913 door Th. Fischer) worden genoemd.
Ten W. van de stad ligt het fraaie Schloss Wilhelmshöhe met een grootse Italiaanse parkaanleg door Giovanni Francesco Guerniero en de neo-Gothieke Löwenburg (1793-1798 door Heinr. Chr. Jussow). Het middengedeelte van het in 1786 naar een ontwerp van Simon Louis du Ry begonnen Schloss Wilhelmshöhe werd in Wereldoorlog II beschadigd; in de westel. vleugel bevindt zich thans het Duitse behangselmuseum. In de omgeving ligt het bekoorlijke Rococo-Schloss Wilhelmsthal, van 1747-1758 volgens de plannen van Fr. de Guvilliés de Oude gebouwd, dat kostbare antiquiteiten en talrijke schilderijen van Joh. Heinrich Tischbein d. O. herbergt.
GESCHIEDENIS
Reeds vóór 1239 had Kassel stadsrecht en het vormde in de Middeleeuwen een knooppunt van handelswegen. In 1277 werd het residentie der landgraven van Hessen. Philips de Grootmoedige voerde er de Hervorming in. In 1605 kreeg het het eerste vaste Duitse theater. De in 1633 uit een oudere „Ridderacademie” voortgekomen universiteit werd spoedig weer opgeheven. Door de vestiging van talrijke Hugenoten ontwikkelde zich de industrie.
In 1800 telde de stad reeds 17 000 inw. Van 1807-1813 was Kassel residentie van Jerôme Bonaparte, koning van Westfalen, in 1866 werd het hoofdstad van de Pruisische provincie Hessen-Nassau. Sedertdien nam de industriële ontwikkeling nog grotere vormen aan. Desondanks behield Kassei in sterke mate de trekken van een residentie en een ambtenarenstad. In Wereldoorlog II werd Kassel zeer zwaar gebombardeerd en voor 77 pct verwoest. De stad werd 4 Apr. 1945 door de Amerikanen bezet.
Lit.: H. Brunner, Gesch. der Residenzstadt K. (1913); C. Heszier, Urgeschichte u. Besiedelung der Umgebung von K. (1920); P. Hübner, Wilhelmshöhe (1928); W. Kramn, Kassel, Wilhelmshöhe, Wilhelmsthal (Deutsche Lande, Deutsche Kunst, Berlin I933)î H.
Huth, Das Residenzpalast in Kassel (1930); Dehio-Gall, Handbuch der deutschen Kunstdenkmàler, dl II, Hessen-Nassau (1942), blz. 2-20 en 30-32, ook editie 1950 (Nördl. Hessen), met opgave schade in Wereldoorlog II; L. Kessler, K. baut auf (1948); G. M. Vonau, K., Bauwerke einer alten Stadt (Kassel, 1950).
(2), gemeente in Frans Vlaanderen, met (1951) 3000 overwegend Vlaamssprekende inw., schilderachtig gelegen op de Kasselberg (170 m). Er is landbouw en handel in vee en boter. Kassei was een Romeinse vesting en belangrijk middelpunt van straten. Merkwaardige gebouwen zijn de O.L. Vrouwekerk, met Romaanse overblijfselen, het „Landhuis”, het oude stadhuis, dat vernield werd in Wereldoorlog I, toen om de Kasselberg hevige strijd woedde en enkele oude herenhuizen op de Grote Markt. Kassei was hoofdstad van een vermaarde en sterke Kasselrij, die zelfs onder het bewind van Robrecht van Kassel, tweede zoon van Robrecht van Bethune, en van diens dochter Yolande de Bar, onafhankelijk bleef.
In de loop der tijden hadden om de Kasselberg, die de ganse streek beheerst, belangrijke gevechten plaats. In 1071 overwon Robrecht, graaf van Vlaanderen, aldaar de koning van Frankrijk; in 1328 werd Zannekin er verslagen door Philips van Valois en in 1677 Willem van Oranje door Philips van Orléans, broeder van Lodewijk XIV.