hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse provincie (groot 2710 km2, met 621 300 inw.), ligt in een vlakte aan de zuidvoet van de Lessinische Alpen en ten N. van de Bericische heuvels en aan de spoorlijn halverwege Padua en Verona, en telt 78 100 inw. De stad heeft industrie van zijde, wol, leer, aardewerk en muziekinstrumenten.
Zij is sinds lang beroemd om haar gouden zilversmeden.Vicenza is karakteristiek door de vele paleizen uit Gothiek en Renaissance, waarbij die van Palladio het meest hun stempel op de stad gedrukt hebben. Het heeft in Wereldoorlog II belangrijke schade opgelopen, die echter wat de belangrijkste gebouwen betreft grotendeels hersteld is. De mooiste kerken zijn de Gothische Dom met toevoegsels uit de Renaissance, en de S. Lorenzo (1344), een Franciscanerkerk in de typische Gothische stijl van deze orde. Na kazerne te zijn geweest is deze in 1927 hersteld.
Gothische paleizen zijn: Pal. Regaü, Pal. Porto Breganza, Pal. Tiene, Pal. Colleoni Porto. Op de Piazza dei Signori staan twee meesterwerken van Palladio: de Basilica (1549-1614) en de niet voltooide Loggia del Capitano (1571).
Verder staan hier Pal. della Ragione (15de eeuw), Monte di Pieti (1553) en de Torre di Piazza (12de eeuw). Van Palladio zijn nog de Palazzi: Porto Barbarano (157o) i Chieregati (1556), waarin thans het Museo Civico is gevestigd; de Casa di Palladio (1566) en vooral het beroemde Teatro Olimpico (1579), een der eerste schouwburgen (zie afb. en beschrijving bij Toneeldecor) met decorstalen in perfect perspectivisch verkort door V. Scamozzi. Hier worden nog jaarlijks in Sept. opvoeringen gegeven.
Het stadhuis is een hoofdwerk van Scamozzi, van wie ook het Pal. Bonin is (1590). Buiten de stad liggen de Villa Valmarana, beroemd om de fresco’s van Tiepolo en het bekendste werk van Palladio, de Villa Rotonda (1553, zie ill. Barok II), ondanks de vierkante plattegrond zo genoemd naar de ronde middenzaal met koepel.