Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Venter von HELDENSTAM

betekenis & definitie

(Karl Gustaf) Zweeds schrijver (Olshammar, Örebro, 6 Juli 1859 - Övrelid 20 Mei 1940), debuteerde in 1888 met de dichtbundel Vallfart och Vandringsår. Reeds dadelijk bleek hieruit, dat met hem een nieuwe periode in de Zweedse literatuur was aangebroken; in plaats van het grauwe naturalisme verkondigde Heidenstam levensvreugde en schoonheidsvervoering. Het was geen toeval, dat hij aanvankelijk Oosterse motieven en beschrijvingen tot onderwerp koos (Damascus).

Een hoogtepunt in deze eerste periode is Hans Alienus (1892), dat uit drie delen bestaat, nl. Löftet met een beschrijving van het moderne Rome, Hades, een visioen van het rijk van Sardanapalus en Hemkomsten, een beeld van het Zweden van zijn tijd, te zamen, gedeeltelijk in proza, gedeeltelijk in poëzie (Pilgrimens julsång, Tvillingbrödema) een pelgrimstocht vormend door alle tijden en landen op zoek naar de schoonheid. Niet lang daarna wijdde Heidenstam zich aan nationale motieven, die het eerst tot uitdrukking kwamen in de bundel Dikter( 1895) en zich het rijkst ontplooiden in Karolinerna (1897-1898), een bundel vertellingen uit de tijd van Karel XII. Later verdiepte hij zich in de geschiedenis der Zweedse middeleeuwen, waar de figuur van de H. Birgitta hem boeide. Deze studie inspireerde hem tot de schepping van de romancyclus Folkungaträdet, die de overgang van heidendom tot Christendom behandelt. In 1916 verwierf hij de Nobelprijs voor letterkunde.Bibl.: Poëzie: behalve de beide vermelde bundels nog: Ett folk (1902). Romans en reisbeschrijvingen: Fran Col di Tenda till Blocksberg (1888); Endymion (1889); Hans Alienus (1892); Karolinerna (1897-1898); St. Göran och draken (1900); Heliga Birgittas pilgrimsfärd (1901); Skogen Susar (1904); Folkungaträdet I. Folke Filbyter (1905); H. Bjälboarvet (1907); Svenskama och deras hövdingar (1908, leesboek voor de scholen). Essays: Renässans (1889); Pepitas bröllop (1890, samen met Levertin tegen het naturalisme); Om svenskarnes lynne (1896); Tankar och teckningar (1899); Klassicitet och germanism.

Nagra ord om världsstriden (1898); Modem barbarism (1894). Samlade Skrifter (16 dln, sedert 1909); Jubileumsupplaga (5 dln, 1929).

Lit.: M. Kamras, Den unge H. (1942); Kate Bang, Vägen till Öralid (1945); F. Böök, Verner von Heidenstam I-II (1945-1946).

< >