Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Vegetatiedemonen

betekenis & definitie

of -goden noemt men de geesten, die volgens het animisme in elke boom en plant huizen en aan wie men de groeikracht toeschrijft. Zij sterven in het najaar en herrijzen in het voorjaar.

De Germanen kenden de boomverering, waaraan het planten van de Meiboom en van een boom bij de geboorte van een kind nog herinnert. In vele streken van Europa wordt in het voorjaar een boompje omgehakt en, met vrouwenkleren opgesierd, als de geest der lente ingehaald. Aan het geloof, dat ook in koren en andere gewassen een vegetatiedemon huist, herinneren ook in Nederland nog enkele gebruiken bij het binnenhalen van de oogst van koren, rogge, vlas en koolzaad; de laatste schoof wordt als een vrouw opgetuigd (’t olde wief) of men stopt er een jongen in (de koolhaas). Ook dieren (paard, bok, kat, beer, eekhoorntje enz.) komen als vegetatiedemonen voor.Lit.: K. Beth, Vegetation, in: Bachtold-Staubli, Handwörterb. d. deutschen Aberglaubens, VIII (Berlin-Leipzig 193637), kol. 1515-1536.

< >