(lingua) is een orgaan, dat bestaat uit spieren, bekleed met slijmvlies. Het slijmvlies is aan de onderkant glad, maar aan de bovenkant ruw door talrijke draadvormige (filiforme) papillen, die gedeeltelijk verhoornen, en de smaakpapillen (z smaak).
De tongwortel is door middel van spieren bevestigd aan het tongbeen, de onderkaak en het strotklepje. De tong zelf bestaat uit dwarse, overlangse en verticale spieren. Aan de onderkant van de tong ziet men het tongriempje, waarmee de tong aan de mondbodem is bevestigd. Ter weerszijden van het tongriempje monden de speekselklieren uit. Door de verschillende spieren kan de tong van vorm veranderen en bewegen bij kauwen, slikken en spreken. Soms is het tongriempje te kort, waardoor moeilijkheden met spreken ontstaan. Zonder bezwaar kan het tongriempje dan worden doorgesneden. Gewoonlijk ziet de tong rosé; er zijn echter onschuldige afwijkingen, die geen last veroorzaken, zoals de landkaarttong, met veranderlijke, gebogen epitheelverdikkingen, de harige tong, waarbij de filiforme papillen zijn gehypertrophieerd en uitgroeien tot 1 cm lange bruine haren. Maar ook bij tal van ziekten verandert het aspect van de tong, en het gezegde, dat de tong de spiegel is van de maag, bevat slechts een zeer gedeeltelijke waarheid; vooral bij koortsige ziekten ontwikkelt zich een sterk beslag op de tong.Tongontstekingen worden waargenomen na verwonding en bij verschillende vormen van anaemie; bij anaemie door ijzergebrek wordt het oppervlak van de tong glad. Leukoplakie van de tong, waarbij witte plekken met kloven ontstaan, is het gevolg van chronische prikkeling (tabak en carieuze kiezen) of lues. Een enkele maal ontaardt deze aandoening tot kanker.
A. WESSELIUS-DE CASPARIS.
