is een voorwerp met een gladde oppervlakte, dat dient om spiegelbeelden te doen ontstaan. Men heeft vlakke, holle en bolle spiegels, maar in het dagelijks leven worden bijna uitsluitend de vlakke gebezigd.
Daartoe dienden in de Oudheid, voor een deel reeds in de voorhistorische tijd, gepolijste, ronde, metalen schijven met een steel; men had toen koperen, bronzen, zilveren en gouden spiegels. Ook glazen spiegels kwamen reeds vroeg in gebruik; men bezigde daartoe obsidiaanachtige, donkere, ondoorzichtige massa’s met een gladde, gepolijste oppervlakte, die in de muur werden vastgemaakt. Kleine spiegels, uit glasbollen gesneden en met lood bedekt, zoals wij ze in Romeinse graven der 2de en 3de eeuw vinden, werden in de 12de en 13de eeuw als sieraad gedragen. In de 14de eeuw kwamen de spiegels met tinamalgama in gebruik.Om deze te vervaardigen, breidt men op een horizontale, vlakke stenen plaat tinfoelie uit, begiet het ter hoogte van 2-3 mm met kwik, dat met tin een amalgama vormt, schuift de gepolijste glasplaat zo over de tinfoelie, dat haar rand steeds in het kwik blijft, belast haar dan met gewichten, geeft aan de stenen plaat een geringe helling, zodat het overtollig kwik wegvloeit, en legt na verloop van een etmaal de spiegel met het amalgama naar boven op een stelling, die men allengs meer doet hellen, zodat de spiegel ten laatste een verticale stand heeft verkregen. Na 8-20 dagen is deze bewerking afgelopen. Een oppervlakte van 1 m2 vereist 5-6 g amalgama, uit ongeveer 78 pct tin en 22 pct kwikzilver bestaande. Wegens de hoogst vergiftige eigenschappen van kwikzilver moet men bij de vervaardiging op strenge hygiënische eisen letten.
Tegenwoordig vervaardigt men ook vele spiegels van glas, die aan de achterzijde verzilverd worden. Dit geschiedt door een oplossing van zilvernitraat op het glas met een alkalische reducerende stof in aanraking te brengen; het zilver slaat dan neer op het glas en wordt daarna met een vernis bedekt of galvanisch verkoperd. Eén m2 glas vereist 29-30 g zilver. Op dergelijke wijze maakt men ook platinaspiegels en vooral deze kunnen zich op den duur zeer goed houden.
Vlakke en sferische of parabolische spiegels voor sterrenkundige en natuurkundige instrumenten werden vroeger wel uit spiegelmetaal vervaardigd, thans echter uit glas, dat aan de voorzijde spiegelend gemaakt is.
Hoewel zilver het beste reflecterend vermogen (vers, in het zichtbaar, ca 0,94) heeft, wordt, wegens het snelle chemisch aantasten van zilverspiegels door de atmosfeer, de voorkeur gegeven aan aluminium, dat een reflecterend vermogen van 0,88 heeft, hetwelk door het zich onmiddellijk vormend oxydevliesje geen achteruitgang vertoont met de tijd. Het metaal wordt door verdamping in een vacuumketel op de glazen onderlaag aangebracht, zie ook terugkaatsing.