Synoniemen zoeken
Synoniem van tong
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
tong
tong - is volgens de biologische taxonomie in ruime zin een platvis van de familie Soleidae. In engere (alledaagse) zin behoort de tong tot de soort Solea solea. De dwergtong vormt de soort Monochirus luteus.
Zie: vis.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
tong
tong - zelfstandig naamwoord
1. orgaan in je mond, nodig voor spreken en proeven
♢ hij legde het pilletje op zijn tong
1. je tong uitsteken
[handeling waarmee je iemand bespot]
2. kwade tongen beweren ...
[roddelaars zeggen ...]
3. een scherpe tong hebben
[harde dingen zeggen]
4. met dubbele tong spreken
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
5. het ligt vóór op mijn tong
[ik weet het bijna]
6. met de tong op de schoenen
[helemaal uitgeput]
7. heb je je tong verloren/ingeslikt?
[kun je niet meer praten?]
8. de tongen kwamen los
[de mensen begonnen te praten]
9. hij gaat over de tong
[er wordt over hem geroddeld]
10. haar tong is niet van schapenleer (TB)
[ze heeft een fijne smaak]
11. niet het achterste van je tong laten zien
[niet alles vertellen]
12. je tong wel kunnen afbijten
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
13. het hart op de tong hebben
[zeggen wat je denkt]
14. rad van tong zijn
[snel en veel spreken]
15. het smelt op je tong
[is zeer mals]
16. boze tongen beweren...
[kwaadsprekers beweren...]
17. het maakt de tongen los
[zet de mensen aan het praten]
2. iemand die spreekt
♢ kwade tongen beweren dat hij niet deugt
3. ding dat uitsteekt of iets afsluit
♢ je moet bij deze schoen eerst de tong achter de veters naar boven halen
4. platte vis
♢ we aten tong met een vruchtensaus
Zelfstandig naamwoord: tong
de tong
de tongen
het tongetje