Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Inzicht

betekenis & definitie

(1) noemt men de intellectuele beheersing van een samenhang. Het treedt vaak plotseling op, hetzij na een zoekperiode hetzij zonder voorafgaand zoeken doch in onmiddellijke confrontatie met een situatie.

Men spreekt dan wel van het „Aha-Erlebnis” (K. Bühler, 1907). Inzicht kan zich ook geleidelijk baan breken. Inzicht, bereikt na of in een leerproces, blijkt sterker dan iets anders bestand tegen vergeten.Lit.: M. J. Langeveld, Inl. t. d. paed. psychol. (4de dr. Groningen 1951), § 161.

(2, bij dieren) in een situatie is aanwezig wanneer het dier, in een bepaalde situatie geplaatst, weet te doen wat nodig is om een bepaald doel te bereiken. In de eerste plaats kan het zijn dat een dier door een aangeboren instinct zich direct weet te redden. In de tweede plaats kan zulk een weten hoe te handelen berusten op intelligentie. Slechts in het tweede geval spreken wij van werkelijk inzicht.

Dit inzicht bestaat dan in het vatten van de essentiële elementen in de situatie en het begrijpen van hun relatie met betrekking tot het nagestreefde doel. Een welbekend voorbeeld zijn de chimpansé’s van Kohier, die met een stok een buiten hun kooi liggende banaan aantrokken en inhaalden. De plaats van de vrucht t.o.v. de kooi, het leggen van het uiteinde van de stok achter de begeerde vrucht en het aantrekken van de stok zijn hier de wezenlijke elementen in de situatie. Zulk een inzicht kan direct voorhanden zijn; men spreekt dan van een primaire oplossing van het gestelde probleem. Ook kan het al doende ontstaan; dit noemt men dan een secundaire oplossing. Tussen beide bestaat geen principieel verschil: primaire oplossingen berusten meestal op vroegere secundaire oplossingen.

DR J. A. BIERENS DE HAAN

Lit.: E. L. Thorndike, Animal Intelligence (1898); L. T. Hobhouse, Mind in Evolution (1901); W. Kohier, Intelligenzprüfungen an Menschenaffen (1921); H.

Klüver, Behavior Mechanisms in Monkeys (1933); J. A. Bierens de Haan, Die tierischen Instinkte und ihr Umbau durch Erfahrung (1940); Idem, Instinkt en intelligentie bij de dieren (2de dr., 1947).