om de zon of de maan, een cirkelvormige lichtring op vrij grote afstand van de zon (of de maan), welke laatste in het middelpunt staat. De binnenrand van de kring is meestal roodachtig.
De straal is 22° (kleine kring) of soms 46° (grote kring). Een kring is een halo-verschijnsel, dat ontstaat door breking van het licht in ijskristalletjes, meestal die welke voorkomen in cirrostratus. Dikwijls is er aan een kring nog een benedenraakboog of een bovenraakboog te zien in de atmosfeer.Lit.: M. Minnaert, De natuurkunde van het vrije veld (Zutfen 1937), p. 182 e.v.; S. W. Visser, Optische verschijnselen aan den Hemel (Gorinchem 1943), p. 31 e.v.
