Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Slaapmiddelen

betekenis & definitie

(hypnotica) zijn middelen, die een normale slaap bevorderen, doordat zij bepaalde prikkels wegnemen, die zulk een slaap verhinderen.

Zij moeten worden onderscheiden van bedwelmende middelen of narcotica, welke tegen wil en dank een toestand van bewusteloosheid veroorzaken, die van de natuurlijke slaap o.m. verschilt doordat wekken niet of onvolledig mogelijk is. Narcotica dwingen dus tot een onnatuurlijke slaap terwijl hypnotica een gewenste en normale slaap vergemakkelijken. Dit verschil en dat met sedativa is soms (niet altijd) een kwestie van dosering. Sommige middelen, die in kleine doses, overdag, slechts een kalmerende invloed hebben (sedativa) werken in iets hoger dosering hypnotisch, in het bijzonder als zij worden genomen op een tijdstip en onder omstandigheden, die op zichzelf reeds aan de neiging tot inslapen tegemoet komen, terwijl diezelfde middelen in nog (veel) hoger dosering een narcose bewerkstelligen. Dit geldt bijv. voor tal van verbindingen van barbituurzuur. Om uiteenlopende redenen echter zijn sommige stoffen uit die reeks bijzonder geschikt als sedativum (bijv. prominal), andere als hypnoticum (bijv. veronal) en weer andere (bijv. kemithal) als narcoticum. Stoffen, die alleen of hoofdzakelijk toepassing vinden vanwege hun hypnotische werking, zijn slaapmiddelen in engere zin.

Uit bovenstaande definitie van het begrip slaapmiddel volgt, dat de aard van de prikkels, die het slapen verhinderen, van overwegend belang is voor de juiste keuze van een slaapmiddel. Wordt de slaap bijv. verhinderd door pijn, dan is een pijnstillend middel nodig. Morphine, dat ondanks zijn naam beslist geen slaapmiddel in engere zin is en dat, in pijnstillende doses, bij mensen die geen pijn hebben, nauwelijks hypnotisch werkt, is gewoonlijk het beste slaapmiddel voor mensen, die kort na een operatie door pijn niet kunnen slapen. Een slaapmiddel in engere zin is in deze omstandigheden onwerkzaam of veroorzaakt in grote doses niet zelden onrust of zelfs delier, doordat de pijnprikkels bij de verminderde bewustzijnsgraad ongecontroleerde reacties opwekken. Voor langdurig gebruik is morphine in het algemeen ongeschikt wegens het gevaar van morphinisme, maar dan heeft men een ruime keuze uit andere pijnstillende medicamenten.

Veel vaker dan door pijn wordt het inslapen belet door emotionele spanningen, zorgen of gedachten, die niet willen wijken, kortom door een geestelijke activiteit, die zich onvoldoende laat verslappen. Soms lukt het inslapen niet doordat de overgangsphase tussen waken en slapen telkens wordt gestoord door spierschokken of door hallucinaties, zgn. hypnagogische hallucinaties. Een slaapmiddel kan dan helpen, maar dikwijls is door betrekkelijk eenvoudige maatregelen, zonder medicamenten, op gezonder wijze hetzelfde te bereiken.

Men zal dan bijv. kort voor het naar bed gaan inspannende arbeid en opwindende gesprekken moeten vermijden en tegen het uur van slapen gaan een sfeer van rust en algemene ontspanning moeten nastreven. Een warm bad of een kort verblijf in de buitenlucht vergemakkelijken vaak het inslapen. Wie moeilijk inslaapt zal meestal beter doen ’s avonds geen koffie of thee te drinken. Bij het inslapen is gewoontevorming een belangrijke factor. Slecht slapen is niet zelden het gevolg van een ondoelmatige levenswijze; het is dan natuurlijk beter de huisarts te raadplegen omtrent de mogelijkheid hierin verbetering aan te brengen dan op eigen gelegenheid steeds maar slaapmiddelen in te nemen en hiervan een verkeerde gewoonte te maken met alle bezwaren, die daaraan zijn verbonden, zoals gewenning, verslaving en de geenszins denkbeeldige kans op schadelijke bijwerkingen, die een enkele keer niet slechts hinderlijk maar ook gevaarlijk zijn en dan meestal berusten op een verworven overgevoeligheid.

Misbruik van slaapmiddelen komt tegenwoordig veel voor. Maar bij verstandige toepassing vormen zij dikwijls een zegen. Verreweg het meest worden thans barbituurzuurderivaten gebruikt. In tal van spécialités komen zij voor, vaak gemengd met andere stoffen zoals pijnstillende middelen. Er zijn barbitalen, die snel werken en spoedig worden uitgescheiden, dus gauw uitgewerkt zijn (zgn. inslaapmiddelen) en andere, die langzamer en langduriger werken (doorslaapmiddelen); combinaties van beide zijn soms doelmatig. Andere veel gebruikte slaapmiddelen zijn bepaalde verbindingen van carbaminezuur, zoals adaline, bromural, sedormid.

Broom-zouten, die door hun kalmerende werking bij bepaalde gelegenheden uitstekende slaapmiddelen zijn, hebben bij langdurig gebruik het bezwaar niet alleen emotionele spanningen maar ook het inprentingsvermogen en de gedachtengang te dempen. Andere bekende slaapmiddelen zijn kleine doses alkohol, chloraalhydraat (zie chloraal) en paraldehyde (zie aceetaldehyde). Beide laatstgenoemde middelen worden, behalve bij toestanden met grote motorische onrust, weinig meer toegepast.

Slaapmiddelvergiftigingen komen herhaaldelijk voor, soms door een vergissing, ook wel door onvoorzichtige pogingen om door grotere doses een beter effect te verkrijgen, en menigmaal bij pogingen tot suicide. Bij de behandeling neemt men maatregelen om zoveel mogelijk van het ingenomen gif aan de resorptie te onttrekken; verder past men bepaalde wekmiddelen toe, zoals picrotoxine, coramine, strychnine, benzedrine e.d. maar het belangrijkst zijn maatregelen ter ondersteuning van ademhaling en bloedsomloop.

DR H. J. VIERSMA

< >