Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZIN

betekenis & definitie

(spraakkunst) is een taaluiting die uit één of meer woorden bestaat, waardoor men zijn waarnemingen, gedachten, gevoelens en wensen verstaanbaar maakt. De inhoud en de omvang van een zin hangen van de omstandigheden waaronder deze gebruikt wordt, en van de bedoeling van de taalgebruiker af.

Vergelijk: De zon gaat schuil achter de wolken. Deze pen deugt niet. Wat jammer! Kom!, enz.Dat een zin afgelopen is, blijkt uit de pauze die men aanbrengt, voordat men een nieuwe zin begint. Een zin wordt acoustisch gekenmerkt door een bepaald verloop van de toonhoogte (zinsmelodie, intonatie). Men kan de zinnen onderscheiden in beweringszinnen, vraagzinnen en uitroepzinnen. In beweringszinnen daalt de toon aan het einde, in vragen is deze aan het einde stijgend — dalend — stijgend, in uitroepzinnen blijft de toonhoogte middelmatig hoog. In geschreven zinnen geeft men dit verschil achtereenvolgens aan door middel van een punt (puntkomma), vraagteken en uitroepteken. In samengestelde zinnen die met een aanhaling beginnen, handhaaft men de intonatie van het citaat ook in het tweede gedeelte van de zin, zonder dat dit met de aard van dit tweede gedeelte strookt. Bijv.: „Kom je morgen?” vroeg hij (?) — waarin de intonatie van de vraag ook in het bewerende gedeelte „vroeg hij” gehandhaafd wordt — en „Blijf er af!” riep hij hard (/), waarin de intonatie van de uitroep zich ook over het bewerende gedeelte uitstrekt. Ook het accent heeft een functie in de zin, evenals de woordorde (z zinsbouw).

Men onderscheidt verder enkelvoudige en samengestelde zinnen. In de eerste onderscheidt men zinsdelen, in de tweede hoofd- en bijzinnen, waartussen nevenschikkend en onderschikkend zinsverband (z nevenschikking en onderschikkend verband) kan bestaan.

DR B. VAN DEN BERÖ.