Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SJANSI

betekenis & definitie

(westelijk van de berg, nl. van de Taj-sjan), provincie van N.O.-China, begrensd door de prov. Sjensi, Honan, Hopei en door Binnen-Mongolië (ged.

Chinese Muur). Het is één der vijf Noordelijke Provincies en heeft een oppervlakte van ca 135.000 km2 met (1950) ca 10.800.000 inw. De hoofdstad is Taijoeanfoe (Yangkoe).De provincie bestaat in het Z. uit een massief, dat de overgang vormt tussen het schrale Mongolië en de vruchtbare Noordchinese laagvlakte; in het N. liggen enkele bergketens, samenhangend met het Ordos-plateau. Hoogste punten zijn de heilige berg Woe-taj-sjan (ca 3000 m) en de Mo-sjan (ca 2400 m). De bodem bestaat grotendeels uit vruchtbare löss in een aantal afdalende bekkens. De voornaamste rivier is de Hwang-ho, met zijn zijrivier de Fen-ho. Sjansi bezit enorme kolenvelden (ca 88.0002 km), die met een exploitabele hoeveelheid van ca 630 milliard ton ca 52 pct van de totale Chinese steenkoolvoorraad (zowel anthraciet als bitumineuze kool) bevatten; bovendien komen in het O. rijke ijzerertslagen voor, terwijl het Loetsoen-moeras reeds sedert vijf eeuwen grote hoeveelheden zout levert. De landbouw, het hoofdmiddel van bestaan, levert tarwe, gierst (kaoliang), groenten, ooft en druiven.

In Noord-Sjansi is veel veeteelt. Graan, wol en opium zijn de voornaamste exportproducten.

Sjansi had vanouds een bloeiend handels- en bankwezen, met vertakkingen door geheel China. Het maakte eeuwenlang deel uit van de Noordchinese koninkrijken, van 1912-1928 was het onder gouverneur Yen-Hsi-sjan een bloeiende prov. der Chinese republiek. In de Chinees-Japanse oorlog (1937-1948) was het het toneel van een hevige guerrilla tegen Japan en in 1948-’49 werd het door de communistische legers veroverd.

< >