is de verzamelnaam voor verschillende vertegenwoordigers van de familie der Gramineeën, die in bepaalde delen van de wereld het broodgraan leveren en waarvan de vrucht als grondstof dient voor de bereiding van alkoholische dranken. De pluimgierst (Panicum miliaceum L.) en de trosgierst (Panicum italicum L.) behoren tot de gewassen die reeds sedert overoude tijden in cultuur zijn; zij zouden afkomstig zijn uit Z.O.-Azië en Indonesië.
Het O. T. (Ezech. IV, 9) vermeldt het gebruik van gierst in het Babylon onder Nebukadnezar. De gierst zal, met voortschrijdende ontwikkeling van de landbouw, steeds meer verdrongen worden door andere graangewassen.
Thans neemt de gierstcultuur nog een belangrijke plaats in in Noord-China, Centraal-Azië, Zuid-Rusland, etc. De bloedgierst (Panicum singuinale L.), door Duitse landbouwkundigen ca 1900 als cultuurgewas voor veenachtige zandgronden aanbevolen, heeft als landbouwgewas vrijwel geen betekenis meer. Twintig tot dertig jaar geleden werd bloedgierst in Bohemen echter nog als meelleverancier en in de V.S. als voedergewas, onder de naam van crab-grass, verbouwd. Verder worden met de naam gierst nog aangeduid vertegenwoordigers van het geslacht Sorghum.
Kaffergierst, sorghum, durra of doerra (Sorghum vulgare) is het hoofdvoedsel (brood- en papmeel) van vele negervolken en Hottentotten in Afrika; het is een gewas dat flinke opbrengsten kan leveren. Door de Kaffers in Zuid-Afrika wordt, uitgaande van kaffergierst, een alkoholische drank, de tialva, en een soort azijn, de tiala bereid. Kaffergierst levert, in onrijp stadium vóór de bloei, een goed groenvoeder voor het vee; van de gedroogde bloempluimen worden, nadat de vrucht geoogst is, bezems gemaakt. Suikergierst (Sorghum saccharatum) werd vroeger in Amerika gebruikt voor de bereiding van siropen; de stengel van de plant is rijk aan suiker. De opkomst van de suikerrieten suikerbietenteelt betekende het einde van de teelt van suikergierst voor suikerwinning.
Verder duidt men met de naam gierst nog aan het in Abessinië als tef bekend staande gewas (Eragrostis of Poa abessinica); tef levert een korrel, die gebruikt wordt voor de bereiding van meel en voor het brouwen van een soort bier, bouza genaamd. Enkele andere gierstsoorten zijn verder nog Eleusine coracana (o.m. verbouwd op de Z. helling van het Himalayagebergte; op Java bekend onder de naam djambang), Eleusine Tocusso (stamland Indonesië, gecultiveerd in Abessinië).Ten slotte worden hier nog genoemd, de negergierst (Pennisetum typhoideum), die in Afrika inheems is en o.a. óók in Indonesië, Arabië verbouwd wordt, en de parelgierst (Pennicilaria spicata), een uit Indonesië afkomstig gewas dat zich over Egypte en aangrenzende landen heeft verbreid.
DR IR J. TEMME.