Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Sicco van GOSLINGA

betekenis & definitie

Nederlands staatsman (Herbaium bij Franeker 1664. Dongjum bij Franeker 20 Sept. 1731), studeerde te Franeker en te Utrecht.

In 1687 werd hij lid van de Rekenkamer van Friesland, een jaar later volgde hij zijn vader op als grietman van Franekeradeel. Op deze wijze kwam hij in de Staten van Friesland en in de Staten-Generaal, waarin hij ca 40 jaar zitting had. Gedurende de Spaanse successie-oorlog was hij tot vijf maal toe gedeputeerde te velde, en als zodanig is hij wel het meest bekend geworden. In zijn mémoires van deze oorlog toont hij zich een man van karakter en van grote persoonlijke moed, vrij critisch tegenover de opperbevelhebber, Marlborough, en vol bewondering voor Eugenius van Savoye; in militaire aangelegenheden kon hij overigens niet anders zijn dan een verdienstelijk dilettant.

Hij nam deel aan de slagen bij Ramillies (1706), Oudenaarde (1708) en Malplaquet (1709). Op het vredescongres van Utrecht in 1712 en 1713, dat een eind aan deze oorlog maakte, was hij een van de gevolmachtigden der Republiek. Als ijverig Orangist bevorderde hij de verheffing van prins Willem IV tot stadhouder van Groningen (1718) en van Gelderland (1722). In 1728 nam hij nog deel aan het vredescongres te Soissons tot vestiging van een duurzame vrede in Europa.DR A. J. VEENENDAAL

Bibl.: Mémoires relatifs à la Guerre de Succession de Sicco van Goslinga (Leeuwarden 1857).

Lit.: W. J. Knoop, S. van G. in: Krijgs- en geschiedkundige geschriften, dl VIII (Schiedam 1867); G. M.

Slothouwer, De staatsman S. v. G. (’s-Gravenh. 1885); Nieuw Ned. Biogr. Woordenb., dl VIII (Leiden 1930); W.

S. Churchill, Marlborough, his life and times, dln III en IV (London 1936-38).

< >