Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FRANEKER

betekenis & definitie

stadje in de prov. Friesland, gelegen aan de trekvaart en aan de spoorlijn Leeuwarden - Harlingen, telt op 1723 ha (1950) 9116 inw. (van wie 57 pct Prot., 13 pct R.K. en 30 pct zonder gezindte).

Van 1685-1811 bezat Franeker een hogeschool, door Napoleon opgeheven en in 1815 vervangen door een athenaeum, dat tot 1843 bestond, waarna er het krankzinnigengesticht in werd gevestigd. Hieraan herinneren nog de verschillende 17de en 18de eeuwse professorenhuizen en de gerestaureerde studentensociëteit de Bocht van Guné. In Franeker is het gemeentebestuur (secretarie) van de gemeente Franekeradeel gevestigd. Franeker bezit voorts het planetarium van Eise Eisinga.Landbouw en enige industrie (meubelfabriek, aardappelsorteerbedrijven) zijn de voornaamste bestaansmiddelen.

Het nieuwe Harinxma Kanaal loopt door Franeker en volgt de verruimde trekvaart. Franeker bezit een oud raadhuis, een Martinikerk, een krankzinnigengesticht (Groot-Lankum), verschillende instellingen van liefdadigheid, en is een middelpunt van de kaatssport. In het Coopmanshuis aan de Voorstraat is ondergebracht het Stedelijk Museum met o.a. werk van Anna Maria van Schurman en portretten van de hoogleraren der Academie.

GESCHIEDENIS

Franeker was vanouds vrij belangrijk als gerechtscentrum van Westergo en plaats van huldiging der graven (zolang deze in Friesland erkend werden). Het stadsrecht moet uit de 14de eeuw dateren. De belangrijkste machtsfactor van de stad was het geslacht Sjaardema, dat er een burcht bezat. In de strijd van Schieringers en Vetkopers speelde Franeker een belangrijke rol en was meermalen een strijdpunt der partijen. In 1500 was het in handen van de Saksische hertog namens Philips de Schone en werd gedurende enige tijd belegerd, maar ten slotte ontzet. Franeker was de zetel van het Saksische bestuur en later ook van het Oostenrijkse bestuur over Friesland, totdat dit zich naar Leeuwarden verplaatste.

In 1566 was Franeker een middelpunt der Hervormde beweging en in 1572 werd het gemakkelijk veroverd door de Geuzen, die er onder Oranje’s vertegenwoordiger, Joost van Schouwenburg, een eigen provinciaal bestuur begonnen te organiseren, terwijl Leeuwarden het middelpunt was van het „Spaanse” gezag. In het einde van het jaar vluchtten de Geuzen en bezette Robles* de stad. Eerst in 1578 werden de Prinsgezinden er weer de baas en nu werd niet alleen de Protestantse godsdienst er heersend, maar Franeker een middelpunt van het strenge Calvinisme: in 1585 stichtte Willem Lodewijk er een school voor predikanten, waaruit de hogeschool zich ontwikkelde. In 1600 was Franeker de leidster van Westergo en Oostergo, die zich afscheidden van Zevenwolden en de steden, omdat zij het over de contributiën niet eens waren; door onderhandeling werd de zaak bijgelegd; tijdens het Bestand was het de haard der meest rechtzinnige stroming, onder leiding van Sibrandus Lubbertus, maar in het einde van de 17de eeuw heerste er juist de vrijzinnige richting, toen Van der Waeyen en Röell er de denkbeelden van Coccejus en Descartes verdedigden. Een eeuw later waren er in Franeker bijzonder veel Patriotten van democratische gevoelens, onder leiding van C. L. van Beyma en Valckenaer; een tamelijk groot vrijcorps werd opgericht. Het werd de verzamelplaats der democraten en in 1786 vergaderde er een deel der Friesche Statenvergadering tegenover de prinsgezinden te Leeuwarden. Toen de Pruisen Holland binnendrongen, vluchtten de leiders uit Franeker en de stad werd gestraft met verlies van haar rechten en wegneming van de poorten, die de stad afsloten. In 1795 werden zij plechtig hersteld.

KUNSTHISTORISCH

Onder de leiding van Claes Jolles werd het schilderachtig raadhuis in 1591 in bak- en zandsteen opgetrokken; het is een der mooiste monumenten der Nederlandse Renaissance met een slanke, opengewerkte achtkante toren. In 1760 werd het achterste gedeelte door Hendrik Zijlstra uit Leeuwarden afgebroken en door een nieuw gebouw vervangen; P. J. H. Cuypers restaureerde van i887-’go het voorste gedeelte. In 1950 is begonnen met de restauratie van het interieur.

De Ned. Herv. Martinikerk, vermoedelijk in de 12de of 13de eeuw begonnen en ca 1421 verbouwd, is een driebeukige hallenkerk met een 63 m hoge toren. Onder de leiding van architect Van der Kloot Meyburg werd het gebouw in de jaren 1940-’42 grondig gerestaureerd. De kerk bevat decoratieve grafstenen uit de 15de-17de eeuw. Talrijke fraaie gevels uit de late Renaissance en de Barok zijn bewaard gebleven, o.a. het sierlijk korendragershuisje uit 1634, de voormalige Waag en andere gevels in de Voorstraat,

H. M. CRAMER

Lit.: Korte historie en beschrijving v. Franeker, door D. P. Z(ijlstra) (Franeker 1785, met vervolg: Gebeurtenissen v. Franeker, 1790); W. B. S. Boeles, Frieslands Hoogeschool en ‘s Rijks Athenaeum te Franeker, 2 dln (1878-’79) ; F. Lameris, F. (1923); A. Hallema, Het Klaarkamper Weeshuis te F. (1930); Idem, De gesch. der Martini of Grote Kerk te F. I (1931); Idem, Franeker door de eeuwen heen (1950).

< >