Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SEPTUAGINTA

betekenis & definitie

of de vertaling der zeventig (LXX) noemt men (met het Latijnse woord voor 70) de Griekse vertolking van het Oude Testament, die volgens de (in de Brief van Aristeas overgeleverde) legende in Alexandrië ca 270 v. Chr. op last van de koning Ptolemaeus Philadelphus door 70 of 72 vertalers in 72 dagen zou zijn bewerkt.

De Joden, die reeds in de laatste eeuwen v. Chr. in groten getale in deze grote havenstad waren gevestigd, waren allengs het Hebreeuws (dat zelfs in Palestina als volkstaal door het Aramees was verdrongen) vergeten, zodat de gewijde geschriften voor hen in het Grieks moesten worden overgebracht. Hierbij ging het hoe langer hoe meer niet alleen om een letterlijke vertolking, maar in vele gevallen om een bewerking in de geest van het Hellenisme. Ook worden, behalve de canonieke boeken van de Hebreeuwse Bijbel, in deze vertaling aangetroffen toevoegsels tot de bijbelboeken Daniël en Esther, benevens een aantal andere geschriften, die in de Hebreeuwse codex ontbreken (zie Bijbelcanon).

De vertaling, waarvan de handschriften over het algemeen ouder zijn dan de Masoretische tekst van het Oude Testament, verkreeg eerlang een ruime verspreiding en een groot gezag, aanvankelijk in de synagoge, daarna vooral in de oudste Christelijke Kerk. Door het gebruik in de Christelijke prediking en haar autoriteit bij de kerkvaders werd deze vertaling bij de Joden in miscrediet gebracht en in de tweede eeuw n. Chr. door de werktuiglijk-letterlijke vertolking van Aquila vervangen. Daarnaast ontstond een Joodse revisie der LXX door Theodotion en de slechts in weinige brokstukken bewaard gebleven zelfstandige vertaling door Symmachus.

Reeds Origenes (gest. 254) heeft een poging in het werk gesteld om de LXX met de Hebreeuwse grondtekst en de drie andere Griekse vertalingen te vergelijken en de juiste tekst daarvan vast te stellen. In zijn omvangrijke werken der Hexapla en der Tetrapla werden de verschillende teksten in zes, resp. in vier kolommen naast elkaar geplaatst. Terwijl ook hiervan slechts weinig bewaard is gebleven, is het aantal der manuscripten van deze Griekse vertaling buitengewoon groot (ca 2000 volgens A. Rahlfs). De drie belangrijkste codices zijn de Vaticanus (bewaard in Rome), de Sinaiticus (nu in Londen) en de Alexandrinus (Londen), die tevens het Nieuwe Testament bevatten.

Bibl.: De handigste edities der LXX zijn die van H. B. Swete (3 dln, Cambridge 1901 vv.) en van A. Rahlfs (2 dln, Stuttgart 1935). De omvangrijke tekstcritische edities van A. E.

Brooke en N. McLean (Cambridge) en het „Septuaginta-Unternehmen” der Academie van Wetenschappen te Göttingen zijn nog niet voltooid. Een concordantie op de LXX werd samengesteld door E. Hatch en H. A. Redpath (2 dln, 1897, suppl. 1906).

Vgl. voorts o.a. de „Introduction” door H. B. Swete (2de gerevid. ed. 1914); H. M. Orlinsky, The Septuagint (1949); F. G.

Kenyon, Recent Developments in the Textual Criticism of the Greek Bible (Schweich Lectures 1932); G. Gerleman, Studies in the Septuagint (1946); L. Prijs, Jüdische Tradition in der Septuaginta (1948); I. L. Seeligmann, The Septuagint Version of Isaiah (Leiden 1948).

< >