naam van een Gallisch volk, gevestigd in het tegenwoordige Bourgondië en Franche-Comté met hoofdstad Vesontio (thans Besançon), dat in zijn strijd tegen de Aeduers de Germanen van Ariovistus te hulp riep en daardoor aanleiding gaf tot Caesar’s inmenging in 58 v. Chr.
Onder Augustus werden zij bij Gallia Belgica ingelijfd; bij de reorganisatie van Diocletianus vormden zij met het gebied der Helvetiërs en een deel van Germania Superior de Provincia Maxima Sequanorum. Later zijn zij in het rijk der Bourgondiërs opgegaan. Op grond van de qu in de naamsvorm en in enkele inscripties heeft men wel verondersteld, dat zij een van het overige Gallisch afwijkende en meer met het Gaelisch samenhangende taal spraken. Deze Sequaanse theorie is thans opgegeven.Lit.: J. Loth, Comptes rendus de l’Acad. des inscriptions et belles-lettres, 1909, pp. 19-21.