(tot 1 Nov. 1947 geheten: Rotterdamsche Bankvereeniging N.V., Robaver), gevestigd te Rotterdam, voortgekomen uit een fusie van de eveneens te Rotterdam gevestigde Deposito- en Administratiebank (opgericht 1900) en de reeds in 1863 opgerichte Rotterdamsche Bank. Deze laatste had oorspronkelijk een geplaatst kapitaal van ƒ 5 millioen.
In 1873 en 1879 ontstonden moeilijkheden waardoor het inmiddels tot ƒ 10 millioen vergrote kapitaal tot ƒ 5.146.600,- moest worden gereduceerd. Nadat in 1902 Willem Westerman met de leiding was belast, begon een periode van uitbreiding: in 1911 had de hier boven genoemde fusie plaats met de Deposito- en Administratiebank waarbij het reeds tot ƒ 7½ millioen verhoogde kapitaal tot ƒ 14 millioen werd uitgebreid, het volgend jaar door de overneming van het Rotterdamse kantoor van de Soc. Française de Banque et de Dépôts nogmaals met ƒ 5 millioen. Het voor deze uitgifte gevormde syndicaat stond onder leiding van de „Soc. Gén. p. favoriser le développement du Commerce et de l’Industrie en France”, welk syndicaat de aandelen ter Parijse beurze introduceerde. Tevens werd overgenomen de Amsterdamse firma Determeyer Weslingh & Zoon, waardoor de Robaver zich toegang verschafte tot de Amsterdamse Effectenbeurs en daardoor het effectenbedrijf intensiever kon uitoefenen, een feit dat toentertijd — de concentratie in het bankwezen begon zich af te tekenen — beroering in financiële kringen wekte. In 1913 versterkte de Robaver haar positie in Amsterdam door overneming van de sedert 1902 bestaande Labouchère Opens & Co’s Bank, hetgeen een nieuwe kapitaalsuitbreiding van ƒ 4,8 millioen ten gevolge had.In 1916 verleende de Robaver haar medewerking aan de oprichting van de Nationale Bankvereeniging, die per 1 Jan. 1916 een aantal provinciale, zelfstandige, bedrijven te Utrecht, Leeuwarden, Groningen, Leiden en Tiel overnam en sindsdien door overneming van bestaande kantoren of eigen vestigingen haar aantal bijkantoren uitbreidde tot 91 op 1 Jan. 1929 toen zij door de Robaver werd overgenomen. Deze bezat reeds ƒ 7.411.800,- aandelen van de Nationale Bankvereeniging en verkreeg de resterende ƒ 2.588.200,- tegen een gelijk bedrag eigen aandelen.
Ook op internationaal bankgebied breidde de Robaver zich na Wereldoorlog I sterk uit. Zij had belang bij of deelgenomen aan de oprichting van de Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika, de Hollandsche Bank voor de Middellandsche Zee, de Russisch Hollandsche Bank, de Bank voor lndië, de Reconstructiebank voor Oostenrijk en nog 8 andere instellingen. Haar aandelenbezit in financiële instellingen, die met haar gelieerd waren, was per eind 1922 met een bedrag van ƒ 16.530.000,- in de balans opgevoerd.
Door een en ander was het kapitaal van de Robaver vergroot tot ƒ 75 millioen in 1919. De terugslag die eind 1920 reeds intrad en in 1921 tot een crisis werd, bracht de Robaver in ernstige moeilijkheden; grote en sterk eenzijdige credietverlening bracht haar liquiditeitspositie in gevaar. Op 1 Juli 1924 deelde De Nederlandsche Bank mede, dat zij bereid was, samen te werken met de Robaver om, zo nodig, de liquiditeit te handhaven. Op 9 Oct. d.a.v. publiceerde de Robaver een reorganisatievoorstel, behelzende de reductie van het aandelenkapitaal met ƒ 25 millioen doordat een bevriend consortium bereid was met steun van De Nederlandsche Bank en onder garantie van de Nederlandse regering ƒ 25 millioen ingekochte aandelen Robaver om te zetten in 25.000 amortisatiebewijzen, die met ƒ 1000 per stuk uit de winst zouden worden afgelost. In 1935 was dit bedrag geheel geamortiseerd. In 1933 was het kapitaal door inkoop van ƒ 5 millioen aandelen tot ƒ 45 millioen gereduceerd.
De Rotterdamsche Bank heeft thans banken te Rotterdam, Amsterdam en een bijbank te ’s-Gravenhage; onder de bank te Rotterdam ressorteren 9 plaatselijke kantoren in Rotterdam en omgeving, onder die te Amsterdam 5, onder de bijbank te ’s-Gravenhage 6; voorts telt de provinciale centrale 8 districten waaronder in 226 plaatsen kantoren, correspondentschappen en zitdagen ressorteren.
Op de balans per 1 Jan. 1952 paraisseerden (in millioenen gids): Activa: Kas, kassiers enz. 43 (16), Nederl. Schatkistpapier 623 (688), Ander Overheidspapier 13 (21), Wissels 3 (2), Bankiers in binnen- en buitenland 73 (29), Effecten en Synd. 4 (4), Prol. en voorsch. tegen eff. 8 (4), Debiteuren 227 (182), Vord. wegens gestelde borgtochten 101 (75), Deelnemingen 1 (1) en Gebouwen ƒ 1 (onv.); onder Passiva: Kap. 45 (onv.), Reserve 22 (onv.), Dep. op termijn 108 (95), Crediteuren 778 (779), Kassiers en opgenomen daggeldl. 35 (3), Geaccepteerde Wissels 3 (1), id. door derden geaccepteerd 2 (1), Dividend 1951 (9 pct, als v. j.) 4 (4).
(Omtrent de niet-doorgegane fusie met de Amsterdamsche Bank per 1 Jan. 1940 zie Amsterdamsche Bank.)
MR J. VAN GALEN