(1914-1919) moet men bezien als een complex van conflicten, die gelijktijdig werden uitgevochten. De geschillen, die vaak onderling weinig of niets met elkaar te maken hadden, kan men het duidelijkst aanwijzen aan de zijde van de geallieerde en geassocieerde mogendheden.
Vandaar, dat het dezen zo veel moeite kostte, de oorlogvoering tot een gesynchroniseerd stelsel uit te werken. De politiek beheerste daar meermalen de militaire situatie. Aan de zijde van de centrale mogendheden daarentegen hadden de militaire leiders de oorlogvoering in handen en werd de politiek ondergeschikt gemaakt aaa de militaire operaties, zodat de leiders van de buitenlandse staatkunde te weinig gebruik gemaakt hebben van de politieke mogelijkheden, die de onderlinge verschillen onder hun tegenstanders aanboden. Zelfs hebben zij door hun centrale oorlogvoering hun vijanden nader tot elkaar gebracht.
Het primaire conflict betrof Oostenrijk - Servië. Van de zijde van Oostenrijk was dit een voortzetting van de strijd van Eugenius van Savoye tegen Turkije (1716-1717), die in de 19de eeuw was hernieuwd, vooral op het Congres van Berlijn (1878), toen Bosnië en Herzegowina aan Oostenrijk-Hongarije ter besturing waren overgelaten. Daarnaast was het ook een maatregel van verdediging tegen de Zuidslaven van de Balkan, die hun stamverwanten aan de Habsburgse monarchie wilden onttrekken. Voor de Serviërs was het een voortzetting van de gelukkig gevoerde Balkanoorlogen van 1912 en 1913, die hun zelfgevoel zo hadden geprikkeld, dat zij in hun geheime genootschappen de strijd tegen Habsburg aandurfden. Een van hun leden, Princip, beroofde 28 Juni 1914, de aartshertog-troonopvolger Frans Ferdinand en diens gemalin van het leven. Het stamverwante Rusland stond achter Servië, waardoor het conflict Rusland - Oostenrijk ontstond, een voortzetting van de stille strijd tussen deze mogendheden tijdens de Krimoorlog (1853-1856) en de zgn. Bulgaarse oorlog van 1877-1878, die door de steun van Bismarck geëindigd was met een Oostenrijkse overwinning, zoals in 1908 bij de Bosnië-crisis. Van de zijde van Rusland was dit een onderdeel van de jacht naar Constantinopel en de Middellandse Zee, reeds gevoerd door Peter de Grote, Catharina II, Alexander I en vooral Nicolaas I, waarbij Rusland geleid werd door imperialistische, panslavistische en godsdienstige motieven.
Duitsland werd in dit conflict medegesleept door zijn bondgenootschap met Oostenrijk, dat sinds 1873 in verschillende vormen had bestaan en als „Nibelungentreue” werd verheerlijkt.
Echte onoplosbare strijdpunten hadden Duitsland en Rusland niet. De overeenkomst van Björko (1905) tussen Wilhelm II en Nicolaas II, was niet zo vreemd, evenmin als de bemiddelingspogingen onmiddellijk voorafgaande aan de Wereldoorlogen van beide zijden gedaan. Ook Bismarck had bijna steeds de sympathie van Rusland gezocht, de drang naar het Oosten gaf nog geen moeilijkheden, het Poolse vraagstuk evenmin, en Rusland had nog geen aspiraties naar de Elbe.
De tegenhanger van het verbond tussen Duitsland en Oostenrijk, was de alliantie tussen het autocratische Rusland en het republikeins-democratische Frankrijk van 1892, niet gebaseerd op een gemeenschappelijke tegenstelling tot Duitsland, maar op toevallige voordelen. Dit kon tussen Rusland en Duitsland wel een militaire tegenstelling scheppen, maar geen economische of ideologische.
Zeer diep was echter de kloof tussen Duitsland en Frankrijk. Deze werd reeds zichtbaar na het verdelingsverdrag van Verdun (843), over het rijk van Lotharius, later zich manifesterend in de Bourgondische politiek (van Karel de Stoute vooral) en de staatkunde van Karel V; in de politiek van Richelieu en Mazarin en Lodewijk XIV, in de Rijnbond van Napoleon I; een strijd, waarover Caesar reeds spreekt en die men thans poogt te voorkomen door de Europese Kolen- en Staalgemeenschap.
Duitsland wilde zijn invloed uitbreiden tot Toul en Verdun, oud Duits gebied, en Frankrijk wenste de teruggave van Elzas-Lotharingen en ten slotte grotere veiligheid door middel van een door de Fransen bezette of gedemilitariseerde Rijnzone. Aan het einde van de 19de eeuw kwam daarnaast op het economisch-imperialistische geschil over Marokko, dat in de crises van Tanger (1905), de conferentie van Algeciras (1906), Agadir (1911) hoogtepunten had gehad, maar dat sinds 1911 veel van zijn scherpte had verloren.
De tegenstelling tussen Duitsland en Engeland was betrekkelijk jong. Engeland beschouwde lang Frankrijk als zijn voornaamste koloniale mededinger, wat in 1898 had geleid tot het Fashodaincident. Groot-Brittannië zag overeenkomstig zijn traditie in de sterkste continentale macht zijn tegenstander en zocht daartegen steun bij de tweede militaire macht, in dit geval bij Duitsland, tegen de combinatie Frankrijk - Rusland, waartoe het Britse kabinet ca 1900 driemaal een overigens vergeefse poging deed. Rijkskanselier von Bülow noch de man achter de schermen von Holstein, zag in een openlijke verbintenis heil, omdat zij rekenden met de blijvende kloof tussen Engeland en Frankrijk en de twistpunten Afghanistan en Perzië tussen Engeland en Rusland. De regering te Londen bracht hierin wijziging door het verbond metjapan van 1902, waardoor Rusland in Oost-Azië een stevig stuk werd teruggedrongen (1904- 1905). Duitsland nestelde zich in het Nabije Oosten (Turkije en Bagdadlijn) bedreigde het Suezkanaal, verminderde het Britse belang in de Turkse heerschappij over de Dardanellen en Bosporus en maakte Engeland bevreesd door zijn groeiende handelsmarine en enorme slagvloot, zijn reusachtige legeruitbreiding en de fantastische expansie van zijn industrie, die samenhing met zijn koloniale honger.
Daardoor kwam alles anders te liggen. De Britse regering stelde zich in op deze wijziging, liquideerde in 1905 zijn geschillen met Frankrijk en in 1907 met het door Japan verslagen Rusland. Toch was er nog weinig van vijandschap van Duitsland ten opzichte van Engeland te bespeuren.
Italië was sinds 1882 met Duitsland en Oostenrijk in de Driebond verbonden, ondanks de spanning om de irredenta, hoofdzakelijk hiertoe gebracht wegens Frankrijks overmeestering van het door Italië zo vurig begeerde Tunis. Wegens zijn Middellandse Zeebelangen kwam het echter tot Engeland in vriendschappelijke verhouding en steunde dus ook Frankrijk bij de Marokkocrises, waardoor het toestemming kreeg Tripolis aan Turkije te ontwringen. In de Balkanoorlogen werkten Italië en Oostenrijk echter als regel samen, om de Slavische machten uit de Middellandse Zee te houden.
Bulgarije, oorspronkelijk zeer Russisch gezind, koos toch de zijde van Duitsland, wegens de vijandige rol door Servië in de tweede Balkanoorlog gespeeld.
Japan wilde zich slechts meester maken van enkele Duitse bezittingen in China (Kiautschau) en in Oceanië.
Tussen de V.S. en Duitsland-Oostenrijk bestond geen eigenlijke tegenstelling. De Duitse oorlogvoering bewerkte het conflict. De strijd kon dus ook zonder uitdrukkelijke vrede worden beëindigd.
De moord op Frans Ferdinand en zijn gemalin werd door Wenen aangegrepen, om met één slag zijn invloed op de Balkan te vergroten en afval van eigen Slavische groepen te voorkomen. Berlijn liet aanvankelijk begaan, ook toen Wenen bij ultimatum een onderzoek eiste naar medeplichtigen onder Servische regeringsinstanties, uit te voeren met medewerking van Oostenrijkse ambtenaren, zo nodig op Servisch grondgebied. Servië ging zeer ver in zijn tegemoetkoming en stelde voor het overige de beslissing van het Permanente Hof van Arbitrage voor. Oostenrijk beschouwde dit als een afwijzing en verbrak de diplomatieke betrekkingen. Engeland wilde in samenwerking met Duitsland het conflict localiseren en Oostenrijk een prestige-overwinning gunnen. Duitsland weifelde eerst en weigerde daarna (26 Juli).
Ondertussen zond Wilhelm II verzoenende telegrammen naar de Tsaar, poogde Oostenrijk te remmen, maar stemde niet in met de poging van Sir Edward Grey, om Duitsland, Italië, Frankrijk en Engeland te laten bemiddelen (27 en 28 Juli). Oostenrijk verklaarde Servië de oorlog, maar scheen nog bereid, na de bezetting van Belgrado tot een schikking te willen komen. De oorlogspartij in Rusland, geleid door de grootvorsten, vrezende een nederlaag als in 1908, dreef de mobilisatie door, die later na een telegram van Wilhelm II werd teruggenomen, maar 24 uur later weer werd gelast (29 en 30 Juli). Duitsland eiste bij ultimatum, de mobilisatie binnen 12 uur te staken en vroeg van Frankrijk binnen gelijke termijn uitsluitsel over zijn houding. Na een voor Duitsland gunstig antwoord, zou toch nog de bezetting van Toul en Verdun door Duitse troepen worden geëist. Duitsland liet zijn politiek door militaire overwegingen beheersen, door eerst Frankrijk te willen verslaan en daarna zich Rusland van het lijf te houden.
De oorlog tussen Duitsland en Rusland brak uit op 1 Aug., de algemene mobilisatie in Frankrijk en Duitsland volgde. Van België werd doormars geëist naar Noord-Frankrijk, waardoor de Engelse opinie omging. Op 2 Aug. wilde Engeland nog niet verder gaan dan Frankrijk steun toe te zeggen bij een Duitse aanval op de Kanaalkust. Maar de schending van de Belgische neutraliteit dreef Engeland tot mobilisatie en na de Duitse weigering zijn troepen uit België terug te trekken tot de oorlogsverklaring. Andere oorlogsverklaringen volgden. Uit de afzonderlijke conflicten was de wereldoorlog ontstaan.
Oostenrijk heeft daartoe het meest bijgedragen door het najagen van eigen belang. Het riskeerde de wereldoorlog, doordat het Rusland nog niet voldoende hersteld achtte van de oorlog met Japan, terwijl het door twisten was verscheurd. Het zag Frankrijk door zijn democratie verzwakt en was vergeten, dat Engeland nooit een grote macht in de lage landen zou tolereren.
De fout van Duitsland is geweest, dat het aan Oostenrijk de leiding heeft gelaten van een bondgenootschap, dat door Bismarck was bewerkt, onder de vooronderstelling, dat Oostenrijks rol ondergeschikt zou blijven. Bovendien heeft het te grote waarde gehecht aan een dreigende omsingeling van Duitsland, die geenszins uit de bestaande verdragen moest voortvloeien. Ten slotte heeft het zich in de houding van Engeland vergist, nl. in de traditionele Britse politiek t.o.v. de lage landen en t.a.v. de Britse vrees voor de industriële en maritieme kracht van Duitsland.
Engeland heeft zich te lang onthouden van een duidelijke uitspraak over zijn verdragsplicht, wat overigens in de lijn van de altijd improviserende Britse staatkunde lag. Frankrijk heeft de ontwikkeling der dingen niet bevorderd. Het zag echter hier een mogelijkheid tot revanche. Rusland had aan Oostenrijk met behoud van de status quo op de Balkan voldoening kunnen geven, waarop het recht had. Ook hier hebben militaire overwegingen een toestand geforceerd, waaruit geen terug meer mogelijk was.
De Duitse opmars door België, slechts weinig vertraagd bij Luik in de Ardennen en het Sambredal, bewoog zich met een grote boog ten O. van Parijs, om de Franse legers te omsingelen, maar leidde tot een nederlaag door een Franse aanval op de flanken van het voorste Duitse leger. Het front breidde zich daarna uit naar het N.W., bereikte de kust bij de Ijzerlinie, waar Belgen, Fransen en de resten van het bij Bergen verslagen Engelse hulpcorps, geholpen door inundaties, hardnekkig weerstand boden. Antwerpen werd genomen en na midden Nov. 1914 verstarde het front tot een wijduitgebouwde loopgravenlinie. De aanval op Frankrijk, die politiek niet nodig was geweest, maar militair geboden scheen, was in beginsel zijn betekenis kwijt.
Duitse pogingen tot doorbraak in Febr. en Apr 1915, waar bij leper voor het eerst gas werd gebruikt, mislukten evenzeer als de geweldige aanval in het voorjaar van 1916 tegen Verdun, waar Pétain de Kroonprins tegenhield. Maar de geallieerde stoten in Mei 1915 bij Artois en in Sept. 1915 in Vlaanderen gelukten evenmin als de ontlastingsslag bij de Somme tijdens de aanval op Verdun. Sindsdien was het westfront voor de Duitsers in betekenis veranderd, wat blijkt uit hun strategische terugtocht op de Hindenburglinie, die de Geallieerden bij het voorjaarsoffensief in 1917 voor een strategisch vacuum plaatste. De enorme verliezen leidden tot politieke verwikkelingen bij de Franse regering en tot muiterij onder de troepen.
De Serviërs brachten voor het einde van 1914 aan de invallende Oostenrijkers driemaal een nederlaag toe. Twee Russische legers werden in Oost-Pruisen door Hindenburg en zijn stafchef Ludendorflf bij Tannenberg en de Masoerische meren verslagen.
Maar een Oostenrijks offensief in Rusland mislukte evenzeer als een Russisch in Galicië- Een nieuwe inval in Oost-Pruisen werd weer verhinderd en in Mei 1915 brak von Mackensen bij Gorlice door de Russische linies en van Litauen tot de Boekowina werden de Russiche legers teruggeworpen, hoewel niet vernietigd, juist nadat de Russen door de verovering van Przemysl de toegang tot de Hongaarse vlakte meenden te hebben geforceerd.
Oostenrijk veroverde nu Servië, waar het Servische leger ontsnapte naar Korfoe, vanwaar het zich via Saloniki weer bij de Geallieerden kon voegen.
Bulgarije, gedachtig aan 1913, had vlijtig aan de aanval op Servië deelgenomen evenals in 1916 aan de strijd tegen Roemenië, dat toen geheel door de Duitsers werd veroverd.
Italië, dat in strijd met zijn alliantie met Duitsland en Oostenrijk, zich in 1915 bij de Geallieerden had gevoegd om Trentino en Istrië aan Habsburg te ontrukken, werd in Mei 1916 door de Oostenrijkers verslagen en in 1917 bij Caporetto bijna vernietigd.
Tegen Engeland streed Duitsland ter zee met zekere stoutmoedigheid met zijn Oostaziatisch eskader bij Coronel, waar dit overwon, hetgeen gevolgd werd door de vernietiging bij de Falklandseilanden. Sindsdien werd de strijd op de wereldzeeën door de Duitsers gevoerd met afzonderlijke kruisers en hulpkruisers, waarvan de „Emden” de meeste reputatie verwierf. Duitsland greep daarna naar het duikbootwapen, dat enorme successen behaalde, maar ook de verontwaardiging van Amerika opwekte (Lusitania 1915).
Engeland hanteerde daartegenover het beproefde wapen van de blokkade, geperfectionneerd door de uitbreiding van het begrip contrabande en het voorschrijven aan de neutralen van bepaalde vaarroutes. Slechts enkele malen vonden aanvallen op Duitse vlootbases plaats, die Duitsland beantwoordde met aanvallen op Engelse kustplaatsen. In de slag bij Jutland (31 Mei 1916), het enige grote treffen, ontving de Britse vloot zware slagen, maar behield het terrein.
Engeland voerde ook eigen plannen uit. Een aanval op de Dardanellen moest de Duitse invloed in Turkije tegengaan, maar ook de Russische bondgenoot van de Middellandse Zee afsluiten. Hij mislukte echter evenzeer als de landing op Gallipoli (Febr. tot Dec. 1915).
Twee aanvallen van de Turken, die in 1914 de zijde van de Centralen hadden gekozen, op het Suezkanaal, 1915 en 1916, hadden geen succes. Maar ook een aanval van de Britten door het Tweestromenland in 1916 mislukte jammerlijk, maar deze nederlaag werd in 1917 gewroken. Ondertussen hadden de Engelsen contact opgenomen, eerst met de Arabische vorst Ibn Saoed, later met meer vrucht met de vorst van Hidias Hoesein, die mede vruchten plukte van de actie van de befaamde Lawrence. De Britse regering beloofde intussen Palestina zowel aan de Arabieren als aan de Joden (het nationaal tehuis uit de Balfour-declaratie).
Intussen deed Allenby op 6 Dec. 1917 zijn intocht in Jeruzalem. Tn Oct. 1918 waren Syrië en de kust tot Beiroet in Engelse handen. Juist enkele dagen later vroeg en verkreeg Turkije een wapenstilstand, waardoor al zijn belangrijke punten in handen van de Geallieerden kwamen. Het was het einde van een strijd, waar ook de Rassen in Armenië aan hadden meegedaan, maar die vooral het gevolg was van de landing bij Saloniki (8 Dec. 1915), onmiddelijk na de mislukte aanval op Gallipoli. Doordat de houding van Griekenland lange tijd onzeker was, kon het offensief zich eerst niet ontplooien tegen het vijandige Bulgarije en in de richting van het bezette Servië. Een algemene aanval van Britten, Fransen, Grieken en Serviërs, leidde in de herfst van 1918 weldra tot een doorbraak van het Bulgaarse front. Bulgarije moest op 30 Sept. 1918 een wapenstilstand tekenen.
Engeland had hier zijn doeleinden volledig bereikt: Turkije uitgeschakeld; de toegang tot de Middellandse Zee voor de Russen afgesloten; in de Arabische wereld de Duitse invloed vernietigd en staten doen ontstaan, die levenskrachtig waren, zonder dat zij op de zeeën lastig konden worden.
In enkele landen hadden zich inmiddels grote politieke veranderingen voltrokken.
Rusland was sinds de bloedige Zondag van 1905 niet tot rust gekomen. Drie opvolgende Doema’s brachten geen uitkomst. Geen panslavistisch ideaal kon enthousiasme brengen in de strijd tegen Duitsland. Het nationaal gevoel der Finnen was niet door dwang, dat der Polen, die van afval naar de Centralen werden verdacht, niet door concessies te bedwingen. Het Tsarenbewind had geen steun in een volksvertegenwoordiging en verloor zijn basis in de adel na de val van grootvorst Nicolaas als algemeen aanvoerder. De oerkracht van Raspoetin kon wel triomferen in de keizerlijke familie, maar vermocht niet een volk, dat voor zijn leven streed, te leiden.
De voorjaarsrevolutie in 1917 was van dit alles het gevolg. Zij vaagde de Tsaar weg en bracht een socialistisch bestuur van Kerensky. Deze vond echter evenmin een bezielende gedachte en werd in Oct. 1917 door de bolsjewistische revolutie van Lenin en Trotzkij verdreven. Het nieuwe bewind bood de Centralen de vrede aan op de basis van geen annexaties en geen schadeloosstelling.
Bij het begin van de oorlog regeerde in Oostenrijk-Hongarije nog altijd Frans Joseph, die met Habsburgse bekrompenheid een dynastieke eenheid van elkaar hatende nationaliteiten door leger en ambtenaren trachtte te handhaven. Hongarije met zijn onderhorige volksgroepen werd geleid door Tisza, die zijn steun vond in een parlementaire meerderheid. Frans Joseph overleed in 1916. Zijn opvolger Karel beproefde het onmogelijke, om de ontevredenheid weg te nemen zonder van stelsel te veranderen. De ontwikkeling der nationaliteiten, enigszins versterkt door de democratische gedachte, verbrijzelde zijn monarchie.
De Tsjechen organiseerden zich buitenslands en sloten een vreemd verbond met de Slowaken. De Zuid-Slaven kwamen op Korfoe met de Serviërs tot een bindende overeenkomst. Het liberale element onder de Hongaren zocht contact met de Geallieerden. De Polen wensten in geen geval onder Habsburg te blijven. Karel trachtte, doch tevergeefs, door dynastieke relaties, onder wie prins Sixtus van Bourbon, tot een vergelijk met de Geallieerden te komen om daarna de eenheid van het rijk te herstellen.
Na de val van Bulgarije was de overwinning van de Slaven zeker. Nog eenmaal poogde Karel overeenkomstig de idealen van de vermoorde Frans Ferdinand aan de Slaven in het N. en in het Z. van zijn rijk een gelijkwaardige plaats als aan de Duitsers en Hongaren te geven. Tevergeefs. De afstand van Karel legde slechts vast, dat aan de kroon het rijk ontvallen was.
Engeland, ten oorlog gegaan onder het liberale kabinet-Asquith, weldra gesteund door de conservatieven en weinig gehinderd door de oppositie van de arbeiderspartij, kwam slechts langzaam tot technische mobilisatie, waardoor de legers gebrekkig waren uitgerust en o.a. de expeditie tegen de Dardanellen mislukte. In 1915 kwam een coalitiekabinet tot stand, waarin Kitchener het dep. van Oorlog en Lloyd George dat van Munitie te beheren kregen. Dienstplicht werd ingevoerd, de oorlogvoering werd geconcentreerd in een klein oorlogskabinet en toen ook dit nog onvoldoende bleek, werd het kabinet-Asquith vervangen door een coalitiekabinet-Lloyd George (Dec. 1916), dat door tijdelijke opneming van vertegenwoordigers uit de dominions, zich uitbreidde tot een Empirekabinet, dat met grote volmachten van het parlement het Engelse volk tot de overwinning voerde.
Frankrijk dreigde intussen door de zwakheden van zijn democratie te gronde te gaan.
Het kabinet-Viviani van republikeinen en radicalen, weldra versterkt door grote figuren als Briand en Delcassé, trachtte aanvankelijk met behulp van normale wetten de oorlog te voeren, maar moest weldra na de grote tegenslagen van 1915 grote invloed aan de volksvertegenwoordiging toestaan, die zich zelfs over het opperbevel uitstrekte, waardoor eerst Joffre en in 1917 zelfs het kabinet-Briand moest verdwijnen. Socialisten, syndicalisten en sommige Rooms-Katholieken waren de oorlog moe of meenden, dat de tijd voor vrede aangebroken was en verhinderden zelfs krachtige kabinetten te regeren, in het bijzonder toen Frankrijk weer een van zijn schandalen beleefde (Malvy).
Tegenover dat parlementair onvermogen en gevaarlijk defaitisme belastte op 14 Nov. 1917 de president Poincaré de oude Clémenceau met de kabinetsformatie, die zonder zich veel om het parlement te bekreunen Frankrijk langs de tegenslagen van het voorjaar van 1918 naar de overwinning bracht.
In Duitsland kwam het autoritaire bewind-von Bethmann Hollweg, nog versterkt door allerlei volmachten, herhaaldelijk in conflict met de militaire leiders. Von Tirpitz kon aanvankelijk tegen von Bethmann Hollweg de onbeperkte duikbootoorlog niet doorzetten en trad af, maar op 13 Juli 1917 verloor de Rijkskanselier het tegen von Hindenburg en Ludendorff en hij trad zelf af. In de personen van zijn opvolgers weerspiegelde zich de politieke toestand. Michaelis, de getrouwe uitvoerder van de wil van de militaire leiders, Hertling, de Beierse minister, afkerig van democratie, maar ook van militaire dictatuur, Max von Baden, die bij de dreiging van de nederlaag door democratisering van het staatsbestuur de gevolgen van de verloren oorlog moest trachten te voorkomen. Maar toen was het reeds te laat.
Italië speelde geen luisterrijke rol. Ondanks de Driebond met Duitsland en Oostenrijk - Hongarije, lokte de verovering van de irredenta, wat versterkt werd door het trekken van de band met de Latijnse zuster en door de relaties van het koningshuis met Engeland. Over de parlementaire meerderheid heen, dwong een opgezweepte volksmeeting in Mei 1915 tot de oorlog. De gevolgen hebben wij reeds vermeld. Een toenemende splitsing tussen de nationalisten en de unie van democraten zou zich bij de vrede ontladen.
De V.S. brachten voor al deze problemen een oplossing. De president Woodrow Wilson zag zijn taak in de redding van de beginselen van democratie en recht, tussen de volken onderling en in hun staatsbestuur. Wilson maakte zeer geleidelijk het Amerikaanse volk, dat van zo heterogene afstamming was, rijp voor interventie, waarbij de wijze van oorlogvoering der Duitsers goede diensten bewees. Eerst bepaalde Wilson zich tot materiële militaire en economische hulp. De onbeperkte duikbootoorlog gaf hem voldoende aanleiding aan de strijd deel te nemen. De ideële grondslag van zijn politiek formuleerde hij in zijn „veertien punten”.
Na de militaire ineenstorting van Rusland kon Duitsland zijn offensieve kracht weer op het W. richten. De eerste stoot, gericht op Amiens, was bijna met succes bekroond, omdat deze aangreep op het verbindingspunt van de Franse en Engelse divisies en beide legers naar hun eigen basis dreigde te drukken. Door de eenhoofdige leiding van Foch, die ten slotte definitief met het opperbevel werd belast (Apr. 1918), werd dit voorkomen.
Eerst op 18 Juli 1918 begon het grote geallieerde offensief, met grote overmacht van tanks en ander materieel, steeds meer gesteund door Amerikaanse troepen. Foch’s aanval op 6 Aug. 1918 had zulk een succes, dat het grote Duitse hoofdkwartier, overtuigd van de dreigende nederlaag, langs diplomatieke weg verzocht onderhandelingen over een wapenstilstand te openen.
Na de mislukte bemiddeling van Wilson in 1916 en van de Paus en het socialistencongres in 1917 en van prins Sixtus van Bourbon moest nu de Spaanse koning of de Koningin der Nederlanden de vrede brengen. In het begin van Oct. 1918 verzocht de Duitse regering aan Wilson zelf om een wapenstilstand, waarschijnlijk om materiaal en voorraden in veiligheid te brengen. Maar achter een wapenstilstand stonden de Duitse geweldvredes van Brest Litowsk met Rusland en Boekarest met Roemenië, die bewezen hadden wat men van een overwinnend Duitsland te verwachten had.
Wilson eiste dan ook eerst aanneming van zijn „veertien punten”, daarna een regeling, die de militaire superioriteit van de Geallieerden vastlegde en de vervanging van het Duitse bewind door een democratisch systeem. Eerst na de aanvaarding van dat alles stelden de Geallieerden hun voorwaarden voor een wapenstilstand vast, die op 11 Nov. 1918 te 11 uur inging.
Het werk van de vredesconferentie, die weldra haar werk begon, heeft slechts weinig waardering gevonden. Zij streefde naar het garanderen van de verworven machtspositie over Duitsland en naar een samenleving, die gegrond was op recht. Men kan dit uit de betrokken bepalingen gemakkelijk nagaan (z de vredesverdragen van Versailles, Saint-Germain-en-Laye,Trianon, Neuilly-sur-Seine, Sèvres en Lausanne).
Het is de ramp van de vrede geworden, dat men te weinig de consequenties heeft gezien van de toepassing van deze twee principes ten opzichte van de drang naar macht, die de volken is blijven beheersen. Zo werd de Volkenbond het werktuig, om de oorlog na de sluiting van de vrede voort te zetten. Zo werd de toepassing van het zelfbeschikkingsrecht der naties in centraal Europa de oorzaak, dat de gehele Donauvlakte open kwam te liggen voor Russische agressie en voor de penetratie van een herlevend Duitsland. Bovendien werd de vrij goed uitgebalanceerde economie der Donauvlakte grondig verstoord door de autarkische ontwikkeling der secessiestaten.
Verder moet men het resultaat toetsen aan de vraagstukken, die bij de aanvang van de oorlog bestonden. Het statenbestel van Oostenrijk en Hongarije was uitgeschakeld van verdere penetratie op de Balkan. Daartegenover had Servië in de vorming van Joegoslavië zijn stoutste wensen verwezenlijkt gezien. De tegenstelling Rusland Oostenrijk-Hongarije was voorlopig opgelost door de Russische revolutie en de desintegratie van de Donaumonarchie. In het bewind van Bela Kun over Boedapest kwam zij nog eens tot uitwerking.
De voorlopig onbestemde staat Polen had aan het verdwijnen van die tegenstelling evenals aan die tussen Rusland en Duitsland meegewerkt. Aan alle drie was het vijandig, zij het niet op gelijke gronden. De band tussen Duitsland en Wenen was vernietigd door het verbod aan Duitsland opgelegd, om Duits Oostenrijk in zich op te nemen, tenzij met algemene toestemming van de Volkenbondsraad.
Frankrijk was zijn partner in Oost-Europa kwijtgeraakt en streefde er sindsdien naar door een bondgenootschap met een Kleine Entente een mogelijk herboren Duitsland in het Oosten te beteugelen.
De gehele koloniale tegenstelling in Afrika tussen Frankrijk en Duitsland was opgeruimd. Frankrijk had zelfs onder mandaat van de Volkenbond een gedeelte van het Duitse penetratiegebied in het Nabije Oosten overgenomen. De afstand van Elzas-Lotharingen was te voorzien en voor het overige trachtte Frankrijk zich te dekken door een langjarige bezetting van de linker Rijnoever en de demilitarisatie van een zone van vijftig kilometer op de rechter oever.
Van de liquidatie van het Duitse koloniaal bezit had Engeland geprofiteerd, evenals van de uitlevering en vernietiging van het grootste gedeelte van de Duitse vloot. De regelingen in het Nabije Oosten vormden de bekroning van de Engelse politiek, maar t.a.v. het overschietende gedeelte van Turkije leek het bewind van Moestapha Kemal Pasja sterk genoeg om Rusland te weren.
Italië kreeg ondanks zijn nederlaag Zuid-Tirol en Triëst. Maar over Fiume ontbrandde een hardnekkige strijd met Joegoslavië. Italië gevoelde zich ook erfgenaam van de Oostenrijkse expansie naar de Balkan en strekte zijn begeren weldra uit, zelfs naar de eilanden bij Klein-Azië. Bulgarije zag zijn conflict met Servië juist in ongunstige zin opgelost.
De economische regelingen geven aanleiding tot meer critiek, vooral de aanvankelijk niet gelimiteerde herstelbetalingen, die in Duitsland een financiële chaos bevorderden, die de sociale orde verstoorde en daarbuiten de industrie ontwrichtten. De opgelegde democratie gaf geen binding tussen de landen van het Duitse Rijk. Het communisme in Rusland werd gevaarlijk, nadat zijn wensen zich gehuwd hadden aan de traditionele Russische expansiedrang, waaraan echter een golf van sociale ellende vooraf zou gaan. In Italië groeide uit de sociale wanorde het Fascisme. Engeland zag de sociale ontevredenheid zich ontleden in herhaalde stakingen. De nawerking van de Duitse en Russische revoluties versnelde in Nederland de sociale hervormingen, ook nadat een revolutiepoging in het begin was gestaakt.
PROF. DR L. W. O. SCHOLTEN
Lit.: Die grosse Politik der europ. Kabinette, 1871-1904, 40 dl; in 52 bdn (Berlin 1922-’26); British Documents on the Origin of the War, 1898-1914, 11 dln (London 1926-1938); Documents dipl. français, 1871-1914 (verschenen zijn 35 dln, Paris 1929 e.v.); Oesterr.-Ungams Aussenpolitik 1908-1914, 9 dln (Wien 1930); B. Z. Schmitt, The Coming of the War, 2 dln (New York 1930) ; E. Brandenburg, Von Bismarck zum Weltkriege, 2de dr. (Berlin 1939) J P- Renouvin, La crise europ. et la Grande Guerre 19041918 (Paris 1934); H. Brugmans, Gesch. v. d.
Wereldoorlog 1914-1918 (Amsterdam 1936); R; Poincaré, Au service de la France, 10 dln (Paris 1926-33); W. Churchill, The World Crisis, 5 dln (London 1923-27); Th. v. Bethmann-Hollweg, Betrachtungen zum Weltkriege, 2 dln (Berlin 1920); O. v. Czernin, lm Weltkriege (Wien 1919); M. Florinsky, The End of the Russian Empire (New York 1931); J. J offre, Mémoires, 2 dln (Paris 1932) ; F.
Foch, Mémoires pour servir à l’hist. de la guerre 1914-18, 2 dln (Paris 1931); E. Ludendorff, Meine Kriegserinnerungen 1914-’18 (Berlin 1919); E. M. House, The Intimate Papers, arranged by Ch. Seymour, 4 dln (London 1926-28); H. W.
V. Temperley, A History of the Peace Conference of Paris 6 dln (London 1921-’24).
VOORGESCHIEDENIS
1870-1871 Frans-Duitse oorlog. Vrede van Frankfort.
1871 Stichting van het Duitse Rijk te Versailles.
1879 Defensieve alliantie tussen Duitsland en Oostenrijk (Z alliantie).
1882 Driebond tussen Duitsland, Oostenrijk en Italië.
1887 Herverzekeringsverdrag tussen Duitsland en Rusland.
1890 Einde van het Herverzekeringsverdrag
1892 Militaire overeenkomst tussen Frankrijk en Rusland.
1902 Bondgenootschap tussen Engeland en Japan. Neutraliteitsverdrag tussen Frankrijk en Italië.
1903 Huis Karageorgewitsj bestijgt Servische troon.
1904 Entente Cordiale tussen Engeland en Frankrijk,
1905 1ste Marokko-crisis tussen Duitsland en Frankrijk.
1907 Russisch-Japans garantieverdrag i.z. China.
1908 Verdrag 25 Juli tussen Engeland en Rusland ter regeling van hun belangen in Azië. Oostenrijk-Hongarije annexeert Bosnië en Herzegowina.
1908-1909 Balkancrisis tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland.
1909 Geheime overeenkomst tussen Rusland en Italië.
1911 Duitsland zendt kanonneerboot „Panther” naar Agadir (Marokko). 2de Marokko-crisis tussen Duitsland en Frankrijk.
1911-1912 Oorlog tussen Italië en Turkije.
1912 Vrede van Ouchy
1912-1913 1ste Balkanoorlog.
1913 Vredespreliminairen van Londen. 2de Balkanoorlog. Vrede van Boekarest. Vrede van Constantinopel.
28 Juni 1914 Moord , op aartshertog Frans Ferdinand en zijn gemalin te Serajewo. Oostenrijks-Hongaars ultimatum aan Servië.
23 Juli 1914 Servië geeft afwijzend antwoord op ultimatum en mobiliseert. Oostenrijk-Hongarije mobiliseert gedeeltelijk.
DE OORLOG
1914
Juli 28: Oostenrijks-Hongaarse oorlogsverklaring aan Servië. 29: Gedeeltelijke mobilisatie in Rusland. Geheime mobilisatie van de Britse vloot. 30: Algemene mobilisatie in Rusland. 31: Duits ultimatum aan Rusland. Algemene mobilisatie in Oostenrijk-Hongarije.
Aug. 1: Algemene mobilisatie in Frankrijk en Duitsland. Duitsland verklaart oorlog aan Rusland. Italië kondigt neutraliteit af. 2: Duitsers bezetten Luxemburg en eisen doortocht door België. Mobilisatie der Britse vloot. Geheim verdrag tussen Duitsland en Turkije. 3: Duitsland verklaart oorlog aan Frankrijk. Duitsers vallen België binnen.
Mobilisatie van het Britse leger. 4: België en Engeland verklaren oorlog aan Duitsland. Roemenië en V.S. kondigen neutraliteit af. 5: Oostenrijk-Hongarije verklaart oorlog aan Rusland, Turkije sluit Dardanellen. 7: Stad Luik door Duitsers genomen. 9: Brits expeditieleger in Frankrijk. 10: Betrekkingen tussen Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije verbroken. 12: Engeland en Frankrijk verklaren oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. Begin van 1ste veldtocht tegen Servië. 17: Vesting Luik door Duitsers genomen. 19: Japans ultimatum aan Duitsland. 20: Duitsers nemen Brussel. 22: Hindenburg bevelhebber in Oost-Pruisen. 25: Namen door Duitsers bezet, Leuven verwoest. Togo door Britten en Fransen bezet. 26-28: Slag bij Tannenberg. 27: Japan verklaart oorlog aan Duitsland. 29: Nieuwzeelanders bezetten Samoa-eilanden. 30: Duitsers bezetten Amiens.
Sept. 5: Engeland, Frankrijk en Rusland komen te Londen overeen, geen afzonderlijke vrede te sluiten. 5-9: 1ste slag aan de Mame. 5-15: Slag bij de Masoerische Meren. 8: Verdrag tussen Rusland en Roemenië. 11: Britten bezetten Nieuw-Pommeren. 12: Japanners bezetten Duitse bezittingen in de Grote Oceaan. 14: Von Falkenhayn volgt von Moltke op als chef van de Duitse Generale Staf. 21: Duits Nieuw-Guinea capituleert. 23: Geheim verdrag tussen Italië en Roemenië. 27: Russen dringen over Karpaten Hongarije binnen. 29: Raid van Duitse kruiser ,,Emden” op Madras.
Oct. 9: Val van Antwerpen. 12: Gent en Rijsel door Duitsers bezet. 14: Brugge bezet. 15: Oostende bezet. 17-30: Slag aan de Ijzer. 29: Enver Pasja Turks opperbevelhebber. Turken vallen Russische oorlogshavens aan de Zwarte Zee aan. 30 (tot 18 Nov.): 1ste slag bij leper.
Nov. 1: Rusland verklaart oorlog aan Turkije. 2: Frankrijk verklaart oorlog aan Turkije. 5: Engeland verklaart oorlog aan Turkije en annexeert Cyprus. 7: Japanners bezetten Tsingtau. 9: Kruiser „Emden” gezonken bij Sumatra. 12: Turkije verklaart oorlog aan Engeland, Frankrijk en Rusland. 14: Turkije proclameert „Heilige Oorlog”. 22: Britten bezetten Basra.
Dec. 2: Oostenrijkers bezetten Belgrado. 3-9: Servische overwinning ten Z. van Belgrado. 6: Duitsers nemen Lodz. 8: Duitse vloot onder admiraal Graf von Spee vernietigd bij de Falklands Eilanden. 14 (tot 17 Jan.): Mislukte Turks offensief in de Kaukasus. 15: Belgrado door Oostenrijkers ontruimd. 17: Engeland kondigt protectoraat over Egypte af. Midden Dec.: stellingen-oorlog in Frankrijk.
1915
Jan. 8- 14: Slag bij Soissons. 12: Burian volgt Berchtold op als Oostenrijks-Hongaars minister van Buitenlandse Zaken. 23: Duits-Oostenrijks-Hongaars offensief in de Karpaten.
Febr. 2-4: Slag bij Suez-kanaal; Turken verdreven. 4: Duitsland kondigt blokkade van Engeland af, met ingang van 18 Febr. 4-22: Winterslag in de Masoeren; Russen uit Oost-Pruisen verdreven. 17: Oostenrijks-Hongaarse troepen heroveren Czernowitz. 23: Engeland sluit Noordzee en kondigt blokkade van Duitsland af. Febr.-Mrt: Winterslag in Champagne.
Mrt 10-20: Slag bij Neuve Chapelle. 18: Brits-Franse vlootaanval op Dardanellen mislukt. 20: Zuidafrikaners trekken Duits Z.W.-Afrika binnen. 22: Russen nemen Przemysl. 24: Zeeslag bij Doggersbank.
Apr. 20: Duits offensief in het W. (tot 24 Mei), 2de slag bij leper. Duitsers gebruiken voor het eerst strijdgassen. Fransen en Britten bezetten Mandera in Kameroen. 25-29: Brits-Franse landingen op Gallipoli. 26: Geheim verdrag van Italië met Entente te Londen. 27 (tot 30 Oct.): Duits offensief in Litauen en Koerland.
Mei 1-3: Duits-Oostenrijks-Hongaars offensief bij Gorlice-Tarnow. 2-12: Doorbraak bij Gorlice. Verovering van West-Rusland (tot Sept.). 4: Italië zegt Driebond op. 7: Lusitania getorpedeerd. 9 (tot 18 Juli): Slag tussen Atrecht en Armentières. 12: Zuid-Afrikaners nemen Windhoek. 16: Mislukte Britse landing bij Smyma. 23: Italië verklaart oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. 27: Lord Fisher afgetreden als First Sea Lord.
Juni 3: Britten bezetten Amara (Mesopotamië). Duits-Oostenrijks-Hongaarse troepen hernemen Przemysl. 4: Geallieerden nemen Souchez. 8: Geallieerden nemen Neuville. 20 (tot 14 Juli): Slag in de Argonnen. 23: Duitsers en Oostenrijkers hernemen Lemberg. 1ste slag aan de Isonzo (tot 7 Juli).
Juli 9: Duits Z.W.-Afrika capituleert. Midden-Juli: Duits-Oostenrijks-Hongaars offensief tussen Boeg en Vistula en over Narew. 18 (tot 3 Aug.) 2de slag aan de Isonzo.
Aug. 5: Duitsers nemen Warschau. 7 (tot Jan. 1916): Aanval der Entente op Galhpoli. 19: Duitsers nemen Kowno. 21: Italië verklaart oorlog aan Turkije. 26: Duitsers nemen Brest-Litowsk. 27 (tot 15 Sept.): Oostenrijks offensief in Oost-Galicië en Wolhynië.
Sept. 6: Bondgenootschap tussen Bulgarije en Centralen. 8: Grootvorst Nicolaj Nicolajewitsj afgetreden als Russisch opperbevelhebber. 18: Duitsers veroveren Wilna. Duikbootoorlog in Britse wateren opgeschort. 22: Strijd in Artois (tot 13 Oct.). Strijd in Champagne (tot 19 Oct.). 28: Britten veroveren Koet-el-Amara in Mesopotamië.
Oct. 5: Betrekkingen tussen Bulgarije en Entente verbroken. Britten en Fransen landen bij Saloniki. 6: 2de veldtocht tegen Servië begint. 9: Belgrado bezet. 11: Edith Cavell te Brussel gefusilleerd. 14: Bulgarije verklaart oorlog aan en begint offensief tegen Servië. 15: Engeland verklaart oorlog aan Bulgarije. 16: Frankrijk verklaart oorlog aan Bulgarije. 18 (tot 4 Nov.): 3de slag aan de Isonzo. 19: Italië verklaart oorlog aan Bulgarije. Japan treedt toe tot Londens verdrag van 5 Sept. 1914 (geen afzonderlijke vrede). 20: Rusland verklaart oorlog aan Bulgarije.
Nov. 10 (tot 3 Dec.): 4de slag aan de Isonzo. 21: Italië treedt toe tot Londense overeenkomst van 5 Sept. 1914 (geen afzonderlijke vrede). 24-29: Slag bij Kossovo.
Dec. 3: Joffre Frans opperbevelhebber. 7: Britten door Turken ingesloten in Koet-el-Amara. 9-13: Brits-Frans offensief in Griekenland in richting van Servische grens afgeslagen. 19: Haig volgt French op als Brits opperbevelhebber.
1916
Jan. 6-8: Geallieerden evacueren Gallipoli. 11: Russisch offensief in Armenië. 14: Oostenrijkers bezetten Cetinje. 23: Oostenrijkers bezetten Skoetari.
Febr. 2: Ministerie-Stürmer in Rusland. 3: Militaire dienstplicht in Engeland. 10: Generaal Smuts neemt commando in Oost-Afrika op zich. 16: Russen nemen Erzeroem. 18: Laatste Duitsers in Kameroen capituleren. 21 (tot 16 Dec.): Strijd om Verdun. 29: Duitsers hervatten duikbootoorlog. Eind Febr.: Geheel Albanië ten N. van Valona door Oostenr.-Hong. troepen bezet.
Mrt 2: Russen nemen Bitlis in Turkije. 9: Duitsland verklaart oorlog aan Portugal. 15: Grootadmiraal von Tirpitz treedt af. Oostenrijk-Hongarije verklaart oorlog aan Portugal. 15-20: 5de slag aan de Isonzo. 19-26: Russisch offensief tussen de Berezina en Jakobsstadt. 20: Geallieerden maken afspraken over de verdeling van Aziatisch Turkije.
Apr. 18: Russen bezetten Trebizonde. 29: Britten te Koet-el-Amara capituleren.
Mei 4: Duikbootoorlog beperkt. 16: Oostenrijks-Hongaars offensief in Zuid-Tirol. Sykes-Picot-verdrag over verdeling van Turkije. 31 (en 1 Juni): Zeeslag bij Jutland.
Juni 4: Begin van het Broessilow-offensief bij Luck, Tamopol en Czemowitz. 6: Lord Kitchener gaat met kruiser „Hampshire” ten onder. 6-24: Geallieerde blokkade van Griekenland. 7: Russen nemen Luck. 10: Russen trekken over de Dnjestr. 16: Russen nemen Czernowitz. 21: Geallieerd ultimatum aan Griekenland. Grootsheriff neemt Mekka. Turks offensief tegen Perzië. 24 (tot Dec.): Strijd aan de Somme. 25: Oostenrijkers trekken terug in Zuid-Tirol. 28: 1ste politieke staking in Berlijn.
Juli 1: Turken bezetten Kirmansjah in Perzië.
Aug. 4-16: 6de slag aan de Isonzo. 7: Turken heroveren Bitlis. 7-10: Russische doorbraak bij Zalosce. 27: Roemenië verklaart oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. 28: Duitsland verklaart oorlog aan Roemenië. Italië verklaart oorlog aan Duitsland. 29: Von Hindenburg chef van de Duitse Generale Staf. Ludendorff 1ste kwartiermeester-generaal.
Sept. 1-30: Russisch offensief in de Karpaten. 12: Bulgaren nemen Kavalla. 14-17: 7de slag aan de Isonzo. 15: Britten gebruiken voor het eerst tanks. 28: Geheim verdrag tussen Duitsland en Turkije, waarbij Duitsland belooft, te strijden, zolang vijand op Turkse bodem staat en gebiedsuitbreiding toezegt.
Oct. 9- 12: 8ste slag aan de Isonzo. 11: Nieuw ultimatum der Geallieerden aan Griekenland. Griekse vloot overgegeven. 15: Geallieerden bezetten Athene. 18: Regering-Venizelos gevormd te Saloniki. 21: Graaf Stürghk, minister-president van Oostenrijk, vermoord. 24 (tot 5 Nov.): Frans offensief ten O. van Verdun.
Nov. 1-7: 9de slag aan de Isonzo. 5: Polen tot zelfstandig koninkrijk uitgeroepen. 19: Fransen nemen Monastir in Macedonië. 21: Keizer Frans Joseph van Oostenrijk overleden; opgevolgd door Karel I. 26: 3de geallieerde ultimatum aan Griekenland. Venizelos verklaart oorlog aan Duitsland.
Dec. 1: Duits-Oostenrijks-Hongaars-Bulgaars offensief tegen Roemenië. 3: Nivelle volgt Joffre op als Frans opperbevelhebber. 6: Centralen bezetten Boekarest. 7: Coalitieministerie-Lloyd George in Engeland. 12: Vredes-aanbod der Centralen. 13: Brits offensief in Mesopotamië. 14: 4de geallieerde ultimatum aan Griekenland. 15-17: Frans offensief tussen Maas en Woëvre Plain. 21: President Wilson biedt bemiddeling voor vrede aan. 22: Graaf Czemin Oostenrijks-Hongaars minister van Buitenlandse Zaken. 23: Britten nemen El Aniah in Palestina. 30: Vredesaanbod der Centralen afgewezen.
1917
Jan. 4-8: Russen en Roemenen verslagen bij Focsani. 5: Duitsers en Oostenrijkers nemen Braila. 8: 5de geallieerde ultimatum aan Griekenland. Duitsers en Oostenrijkers bezetten Focsani en de Donaumond. 31: Onbeperkte Duikbootoorlog afgekondigd.
Febr. 3 : Diplomatieke betrekkingen tussen Duitsland en de V.S. verbroken. 4: Duitsers trekken terug van het front Atrecht - Péronne Soissons. 14: Geheim verdrag tussen Rusland, Frankrijk en Engeland over Elzas-Lotharingen en de Rijngrens. 24: Turken ontruimen Koet-el-Amara.
Mrt 1: Von Arz volgt Conrad von Hötzendorf op als chef van de Oostenrijks-Hongaarse Generale Staf. 8-14: Opstand in St Petersburg. Voorlopige regering-Lwow. 11 : Geheim verdrag tussen Rusland, Frankrijk en Engeland over de Russische westgrens. Britten bezetten Bagdad. Turken trekken in Perzië terug. 16: Tsaar Nicolaas II van Rusland dankt af. 16—19: Duitsers houden stand achter de Siegfried-linie. 17-18: Britten nemen Péronne, Bapaume, Nesle en Chaulnes. 26-28: Britse overwinning bij Gaza in Palestina. 27 : Geheime overeenkomst tussen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije over minimum- en maximumprogram. Mrt-Apr.: Keizer Karel van Oostenrijk polst Frankrijk, door tussenkomst van prins Sixtus van Bourbon over een afzonderlijke vrede.
Apr. 4: Brits offensief in Artois. 6: V.S. verklaren oorlog aan Duitsland. 7: Paasboodschap van keizer Wilhelm over hervorming van de Pruisische Landdag. 9: Frans offensief in Champagne. 9-21 : Slag bij Viny Ridge; Canadese successen. 16-18: Grote slag in Champagne. 18-19: 2de Britse overwinning bij Gaza. 21 : Geheim verdrag van Entente met Italië te St-Jean-de-Maurianne. 22-26: Slag bij Atrecht. 28-29: Slag tussen Lens en Kamerijk.
Mei 3-5: Slag bij Atrecht. 5-9: Grote slag bij Chemin-des-Dames. 7-17: Slag tussen Doiran en Presba-meer in Macedonië. 11-20: Slag bij Atrecht. 14 (tot 5 Juni): 10de slag aan de Isonzo. 15: Pétain Frans opperbevelhebber. 17-18: Geheim verdrag te Kreuznach tussen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije over nieuwe ordening van Midden-Europa. 20: In Franse leger beginnen muiterijen. 20-27: Slag bij Promes.
Juni 7: Slag bij Messines. 12: Koning Constantijn van Griekenland opgevolgd door Alexander. Griekenland verklaart oorlog aan Centralen. 26: Eerste Amerikaanse troepen in Frankrijk. 29: Allenby bevelhebber in Palestina.
Juli 1-11 : Russen breken door bij Zborow en aan de Dnjestr. 14: Rijkskanselier von Bethmann Hollweg opgevolgd door Michaelis. 18: 11de slag aan de Isonzo. 19: Russen verlaten front in Mesopotamië. „Vredesresolutie” van de Duitse Rijksdag. Finland verklaart zich zelfstandig. Muiterijen op de Duitse vloot (tot 2 Aug.). 22: Kerenskij minister-president in Rusland. 22-25: Russisch offensief aan de Sereth. 24: Russen nemen Nardworne, Stanislau en Tamopol. Juli-Nov.: 100-daagse slag in Vlaanderen.
Aug. 1-31 : Vredesactie van de Paus. 3: Russen nemen Czernowitz. 14: China verklaart oorlog aan Duitsland. 30: Turken nemen Merivan in Perzië.
Sept. 3: Duitsers nemen Riga. 4: Duitsers nemen Dünamünde. 7-11 : Slag ten O. van de Maas. 15: Kerenskij proclameert Russische Republiek. 20: Brits offensief bij leper hervat. 22: Duitsers nemen Jakobsstadt. 28: Brits-Indische troepen nemen Ramadiek in Mesopotamië.
Oct. 4: Britten nemen Poelkapelle en Zonnebeke. 12-21: Duitsers veroveren Dagö, ösel en Moon. 15-18: Slag bij Mahiva in Oost-Afrika. 23: Fransen nemen Laffaux (Chemin-des-Dames). 24: Duits-Oostenrijks-Hongaars offensief in Italië; slag bij Caporetto. 28: Oostenrijkers nemen Gorizia en Udine. 30: Orlando minister-president in Italië.
Nov. 1: Graaf von Hertling Rijkskanselier in Duitsland. 2 : Balfour-declaratie zegt de Joden een nationaal tehuis in Palestina toe. Duitsers trekken terug tussen Aisne-Oise en Ailette-kanalen. 4: Britse troepen aan het Italiaanse front. 5—7: Conferentie te Rapallo; Opperste Oorlogsraad der Geallieerden gevormd. 6-7: Sovjet-Republiek in Rusland uitgeroepen. 7: Britten bezetten Gaza. 10: Italianen houden stand achter de Piave. 17: Britten bezetten Jaffa. Gevecht van lichte kruisers bij Helgoland. Clemenceau premier van Frankrijk. 20-30: Brits offensief bij Kamerijk; Hindenburg-linie doorbroken. 25: Duitsers in Oost-Afrika dringen Mozambique binnen. 26: Sovjets bieden de Duitsers wapenstilstand aan. 30 (tot 7 Dec.) : Duitse tegenaanvallen bij Kamerijk.
Dec. 5 : Wapenstilstand van de Centralen met Rusland. 7: V.S. verklaren oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. 9 : Wapenstilstand van de Centralen met Roemenië. Generaal Allenby trekt Jeruzalem binnen. 10 : Italianen torpederen Oostenrijks-Hongaars slagschip „Wien” in de haven van Triëst. 23 : Te Brest-Litowsk beginnen vredesonderhandelingen tussen Rusland en de Centralen.
1918
Jan. 8: President Wilson* publiceert zijn „Veertien Punten” voor een rechtvaardige vrede. 14: Zeeslag bij Imbros. 16: Politieke stakingen te Wenen. 28: Politieke stakingen te Berlijn. Bolsjewiki bezetten Helsinki.
Febr. 9: Oekraïne sluit vrede met Centralen. 14: Turken nemen Ersingian. 18: Duitsers hervatten opmars aan Russisch front, bezetten Dunaburg en Luck. 21 : Duitsers bezetten Minsk. Australiërs nemen Jéricho. 22: Duitsers bezetten Dubno. 24: Duitsers bezetten Dorpat. Turken heroveren Trebizonde. 25: Duitsers bezetten Reval.
Mrt 1 : Duitsers bezetten Kiew. 2 : Duitsers bezetten Narva. 3 : Vrede van Brest-Litowsk tussen Rusland en de Centralen. 5 : Duitsers bezetten Aalandseilanden. 12: Turken veroveren Bakoe. 13: Duitsers bezetten Odessa. 20: Duitsers bezetten Cherson. 21 (tot 4 Apr.): Duits offensief bij Amiens. 23: Litauen verklaart zich zelfstandig.
Apr. 4 : Duitsers vallen Finland binnen. Jekaterinoslaw door Duitsers bezet. 5: Japanners bezetten Wladiwostok. 8: Duitsers bezetten Charkow. 9: Letland verklaart zich zelfstandig. 10: Estland verklaart zich zelfstandig. Bessarabië proclameert unie met Roemenië. 12: Duitsers veroveren Armentières. 13: Turken bezetten Batoem. 14: Duitsers nemen Bailleul. Helsinki door Duitsers bevrijd. Foch opperbevelhebber der geallieerde strijdkrachten in Frankrijk. 22-23: Britse aanval op Zeebrugge. 24-26: Britse overwinning bij Villers-Bretonneux. 26: Turken bezetten Kars.
Mei 1: Duitsers bezetten Sébastopol. 7: Vrede van Boekarest tussen Roemenië en de Centralen. 8: Duitsers bezetten Rostow. 9: Britse vlootaanval op Oostende. 14: Turken ontruimen Bakoe. 27 (tot 5 Juni): Nieuwe Duitse aanval in het W.; slagen bij Soissons en Reims.
Juni 15-23 : Laatste Oostenrijks-Hongaarse offensief aan het Italiaanse front. i6: Turken dringen Tebriz in Perzië binnen. 25: 3de Duitse aanval in het W. 27: Duitsers bestormen de Chemin-des-Dames. 30: Duitsers bereiken de Marne bij Dormans en Château-Thierry.
Juli 3: Sultan Mehmed V van Turkije overleden en opgevolgd door Mehmed VI. 6-10: Geallieerden breken door in Albanië. 13-14: Laatste Turkse offensief in Palestina tegen Jéricho door Australiërs tegengehouden. 15-17: Laatste Duitse offensief. 2de slag aan de Mame. Mislukte aanval op Reims. 18: Fransen en Amerikanen vallen aan vanuit het bos van Villers-Cotterêts 20: Duitsers ontruimen linkeroever van de Marne. 22: Geallieerden steken de Marne over.
Aug. 2 : Duitsers ontruimen Soissons en de linkeroever van de Vesle en Aisne. Japanse opmars in Siberië begint. 8: Duitse nederlaag tussen Ancre en Avre. 1 r : Britse vloot valt Duitse kust aan. 20 : Britse aanval aan het Westfront begint.
Sept. 1: Britten nemen Péronne en Kemmel. 4: Duitsers trekken terug op Siegfried-linie. 12-14: Amerikanen nemen St-Mihiel Salient. 14: Oostenrijks-Hongaarse nota verzoekt alle oorlogvoerenden, zich uit te spreken over vredesvoorwaarden. 15: Geallieerden doorbreken het Bulgaarse front tussen Cema en Vardar. Turken hernemen Bakoe. 19: Britse doorbraak in Palestina. 21: Bulgaars front stort ineen. 26: Algemeen offensief der Geallieerden in het W. begint. 29: Bulgarije sluit wapenstilstand. Duitse legerleiding eist, dat Rijksregering vredesaanbod doet. 30 : Rijkskanselier von Hertling treedt af.
Oct. 1 : Fransen nemen St-Quentin. Australiërs veroveren Damascus. 3 : Prins Max von Baden Rijkskanselier in Duitsland. Tsaar Ferdinand van Bulgarije dankt af en wordt opgevolgd door Boris III. 5: Duitsland, Oostenrijk-Hongarye en Turkije bieden een wapenstilstand aan. 6: Fransen veroveren Beiroet. 9-10: Engelsen nemen Kamerijk en Le Cateau. 12: Duitsland aanvaardt Wilson’s Veertien Punten en verklaart zich bereid, de bezette gebieden te ontruimen. 13: Fransen nemen Laon. 17: Keizer Karel kondigt hervorming van Oostenrijk tot bondsstaat aan. Britten dringen Oostende binnen. 18: Britten veroveren Aleppo, Fransen Alexandrette. 20: Duikbootoorlog beperkt. 23: President Wilson eist „bijzondere garanties” van Duitsland. 24: Andrassy Oostenrijks-Hongaars minister van Buitenlandse Zaken. 26: Ludendorff opgevolgd door Groener. Geallieerd offensief over de Piave begint. 27: Lammasch Oostenrijks minister-president. Oostenrijk-Hongarije vraagt Wilson om afzonderlijke vrede. 28: Begin van muiterijen op de Duitse vloot.
Oostenrijks-Hongaars front doorbroken bij Vittorio Veneto. 31: Oostenrijk-Hongarije valt uiteen; zelfstandige Tsjechoslowaakse, Zuidslavische, Hongaarse en Duits-Oostenrijkse staten gevormd. Graaf Tisza vermoord. Wapenstilstand tussen Turkije en de Centralen.
Nov.1: Britten en Fransen bezetten Constantinopel. 2: Duitse troepen uit Oost-Afrika dringen Noord-Rhodesië binnen. 3: Wapenstilstand tussen Oostenrijk-Hongarije en de Geallieerden. 4: Revolutionnaire woelingen in Duitsland. Duitsers trekken terug op Antwerpen-Maas-lijn. 5: President Wilson neemt Duits wapenstilstandsverzoek aan. 7: Fransen en Amerikanen nemen Sédan. 8: Koning Lodewijk III van Beieren afgezet. Revolutionnaire regering-Eisner in München. 9: Revolutie in Berlijn. Prins Max van Baden treedt af als Rijkskanselier. Duitse Republiek uitgeroepen. 10: Keizer Wilhelm II vlucht naar Nederland. Voorlopige regering en arbeiders- en soldatenraad in Duitsland gevormd. 11: Keizer Karel van Oostenrijk dankt af. Wapenstilstand tussen Duitsland en de Geallieerden.
DE LIQUIDATIE VAN DE OORLOG
1918
Nov. 12: Nationale Vergadering van Duits-Oostenrijk ver- 10 Sept. klaart dit land tot onderdeel van de Duitse Republiek. 13: Ex-keizer Karel abdiceert als Koning van Hongarij e. 27 Nov. 14: Duitsers ontruimen Finland. Duitse troepen in Noord-Rhodesië capituleren. Duitse vloot geeft zich 16 Dec. over aan de Britse. 28: Keizer Wilhelm II doet afstand 1920 van de troon. 29: Montenegro met Servië verenigd. 10 Jan.
Dec. 1: Duitse Kroonprins doet afstand van zijn rechten. 10 Febr. 6: Geallieerde troepen in Keulen. 9: Geallieerden in 24 Mrt Mainz. 13: Wapenstilstand verlengd tot 17 Jan. 27: 4 Juni Polen bezetten Posen.
1919
16 Jan. Wapenstilstand verlengd tot 17 Febr.
18 Jan. Parijse vredesconferentie geopend.
16 Febr. Wapenstilstand voor onbepaalde tijd verlengd.
21 Febr. Duitse Nationale Vergadering besluit tot Anschluss van Oostenrijk.
7 Mei Vredesvoorwaarden te Versailles aan Duitse delegatie overhandigd.
2 Juni Vredesvoorwaarden te Saint-Germain aan Oostenrijkse delegatie overhandigd.
16 Juni Geallieerd ultimatum aan Duitsland tot aanvaarding der vredesvoorwaarden.
28 Juni Vredesverdrag van Versailles tussen Duitsland en Geallieerden getekend.
12 Juli Blokkade van Duitsland geëindigd.
10 Sept Vredesverdrag van Saint-Germain tussen Oostenrijk en Geallieerden getekend.
27 Nov. Vredesverdrag van Neuilly tussen Bulgarije en Geallieerden getekend.
16 Dec Duitsers ontruimen Letland en Litauen.
1920
10 Jan Vredesverdrag van Versailles treedt in werking.
10 Feb Volksstemming in 1ste zone van Noord-Sleeswijk.
24 Mrt Volksstemming in 2de zone van Noord-Sleeswijk.
4 Juni Vredesverdrag van Trianon tussen Hongarije en Geallieerden getekend.
30 Juni Vredesverdrag van Saint-Germain treedt in werking.
11 Juli Volksstemming in Oost- en West-Pruisen.
24 Juli Volksstemming in Eupen en Malmédy.
9 Aug. Vredesverdrag van Neuilly treedt in werking.
10 Aug. Vredesverdrag van Sèvres tussen Turkije en Geallieerden getekend.
20 Sept. Eupen en Malmédy door Volkenbondsraad aan België toegewezen.
10 Oct. Volksstemming in Karinthië.
1921
20 Mrt Volksstemming in Opper-Silezië.
25 Aug. Vredesverdrag tussen Duitsland en de V.S. te Berlijn getekend.
20 Oct. Besluit tot verdeling van Opper-Silezië.
17 Dec. Volksstemming in Burgenland.