ook Petrus Gabriël Schagius de Vlaming genaamd, hagepreker (gest. te Delft begin Aug. 1573), oorspronkelijk monnik, werkte reeds in 1545 in Vlaanderen, in 1562/63 te Londen en vervolgens in 1564/65 bij de hervormde gemeenten te Brugge en Antwerpen. Hij vestigde zich in 1566 te Amsterdam, hield hagepreken voor tallozen bij Overveen, Hoorn, Alkmaar, evenals Jan Arentsz, aan de Hoornbrug, te Jacobswoude en zelfs te ’s-Gravenhage in het wonderjaar 1566.
In 1572 waarschijnlijk was hij predikant te Delft. Toen hij in 1567 had moeten uitwijken, voerde zijn weg hem naar Oost-Friesland en was hij zodoende aanwezig op de synode van Emden in 1571, welker acta hij en Jan Arentsz mede ondertekenden. Zijn vrouw Elizabeth, die hem zeer tot steun is geweest, hertrouwde als weduwe met Willem Schenck te Zierikzee, volgens de Delftse kerkeraadsacta van 18 Mrt 1591.Lit.: G. Brandt, Historie der Reformatie, I (1671), 459; Biogr. Wbk van Prot. Godgeleerden, III, 161-163; Reitsma-Lindeboom, Gesch. v. d.
Hervorming. 5de dr. (1949), 104.