...(tekst ontbreekt)...
sance, 1924). Schilderkunst: meesterwerken van Primitieven, R. van der Weyden, H. van der Goes, Albrecht en Dirk Bouts (Het Laatste Avondmaal, in de St-Pieterskerk) ; van de Renaissance : J. van Rillaert, J. van Baeren, M. Coxie, J. van Rillaert jun. De beeldhouwers (13de eeuw), de glasschilders (15de eeuw), de tapijtwevers (16de en 17de eeuw), de borduurkunstenaars (16de eeuw), de edelsmeden, de drukkers en de boekbinders hebben van Leuven een belangrijk kunstcentrum gemaakt.
Geschiedenis
Reeds in de 9de eeuw vermeld, was Leuven in de Middeleeuwen een belangrijke plaats aan de heirbaan Boulogne - Keulen. De naam Leuven betekent ,,snel water” en doelt op een beekje ten Z. van de huidige stad, waar overigens ook de eerst bewoonde kern van het grondgebied lag. Bij de plaats waar de Oude Burcht stond (ca 1003) werden in 892 de Noormannen door koning Arnulf verslagen. De stad ontwikkelde zich rondom een nieuw centrum, gevormd door het tweede kasteel en door de St-Pieterskerk. Twee wallen, de eerste van 1161, de tweede van 1356-’6o, beveiligden een werkzame bevolking, die in de 15de eeuw op 20 000 inw. geschat wordt.
Belangrijk was, de hele Middeleeuwen door, de internationale rol van de Leuvense lakennijverheid, die echter na de democratische omwenteling van de 14de eeuw verdween. Door oorlogen en rampen verviel de stad sedert de 16de eeuw tot een plaatselijke markt.
Pas gedurende de Brabantse Omwenteling speelde Leuven weer een rol : het werd de zetel van talrijke instellingen die Jozef II wilde afschaffen, de Universiteiten de biddende orden. Uit de 18de eeuw dateren de nieuwe steenwegen die de verbinding met de naburige steden vergemakkelijken: Brussel (1710), Tienen (1710), Mechelen (1730). Door het graven van de Vaart nam de doorvoerhandel aanzienlijk toe (1750-52). Op 19 Jan. 1795 werden door de Franse Republiek alle verenigingen afgeschaft waarop het vorige regeringsstelsel steunde: geslachten, ambachten, gilden, broederschappen, kloosters. Onder de regering van Willem I bereikte de stad een betrekkelijk hoge bloei.
In Aug. 1914 werd Leuven na het zogezegd optreden van francs-tireurs gedeeltelijk door de Duitsers verbrand en verwoest. In 1944 werd het ernstig gehavend door luchtbombardementen. Onschatbare schade werd telkens aangebracht; zo verloor de universitaire Halle een unieke bibliotheek van meer dan 300 000 handschriften en boeken, en in 1944 gingen van dezelfde instelling meer dan 900 000 boeken in vlammen op.
DR L. DE MAN
Lit.: E. van Even, Louvain dans Ie passé et dans Ie présent (Louvain 1895); Les artistes de l’hôtel de ville de Louvain (Louvain 1852) ; L’Université de L. Coup d’œil sur son hist. et ses institutions, 1425-1900 (Bruxelles 1900); J. Cuvelier, La formation de la ville de L. des origines à la fin du XlVe siècle (Bruxelles 1935); Les institutions de la ville de L. au moyen-âge (Bruxelles 1935); L. van der Essen, Une institution d’enseignement supérieur. L’Université de L. (Bruxelles 1921); H. de Vocht, Inventaire des archives de l’Université de L. 1426-1797 (Louvain 1927); L’Univ. de L. à travers cinq siècles. Introd. par L. van der Essen (Bruxelles 1927); E. Lousse, De Leuvensche Universiteit tijdens den Tweeden Wereldoorlog (Brugge - Brussel 1945).