Overijselse gemeente nabij de Duitse grens, groot 234 ha met (1951) 13 280 inw., van wie (1947) 81 pct R.K., 16 pct Prot. en 3 pct andersdenkenden, ligt aan de electrische spoorlijn naar Amsterdam en is grensstation voor het spoorwegverkeer richting Bentheim. Hoofdmiddel van bestaan is de industrie (katoenspinnerij, -weverij en -ververij, timmerwerk, confectie, poetskatoen, zuivel).
KUNST
De voormalige kapittelkerk van St Plechelmus is een Romaanse basiliek uit de 12de eeuw, die ondanks latere toevoegingen en uitbreidingen het oorspronkelijke karakter nog zeer goed heeft bewaard. De toren moet tegen het midden van de 13de eeuw zijn begonnen en is ca 1500 met een geleding verhoogd, in de 15de eeuw werd eerst het koor in Gothische stijl uitgebreid en vervolgens de smalle zuiderzijbeuk vervangen door een veel bredere Gothische, die dezelfde hoogte heeft als de Romaanse middenbeuk. De Romaanse delen treffen door hun zeer zware muren en pijlers en de gedrukte kruisgewelven, alle in Bentheimersteen uitgevoerd, evenals trouwens de overige delen. De Romaanse muren zijn geheel vlak, behalve de apsidiaal van het zuiderdwarspand, die uitwendig is versierd met slanke kolonnetten en togen. De noorderapsidiaal is bij de restauratie van 1891-1900 naar de zuidelijke gecopieerd. Tot de kerkinventaris behoren een gedreven zilveren reliekhoofd (2de helft 15de eeuw), een rijke laat-Gothische monstrans van ca 1500 en een drieluik met als hoofdtafereel de Aanbidding door de Drie Koningen, ca 1525.
Aan de Marktstraat staan twee huizen met rijke Renaissance-gevels, van ca 1660. In het ene van die huizen, welks voorgevel zijn top heeft verloren, is de Oldenzaalse Oudheidkamer gevestigd.
GESCHIEDENIS
De stad is een van de oudste plaatsen van Nederland: het kapittel is vermoedelijk in het midden van de 10de eeuw gesticht. De muren werden ten tijde van Karel V door belangrijke vestingwerken vervangen. In 1492 en 1510 is Oldenzaal geheel verbrand. Later, ca 1600, is het de zetel geworden van het Hof van Kanselier en Raden, en het centrum van het koningsgezinde gedeelte van Overijsel. In 1626 werd de stad ontmanteld, later werden wel de poorten hersteld, doch sinds geruime tijd is Oldenzaal weer een open plaats. In 1580 werd de stad door de Spanjaarden bezet, in 1597 door prins Maurits ingenomen, in 1605 weder door de Spaanse en in 1626 door de Staatse partij heroverd. In 1665 en 1672 werd zij door de Munstersen bezet.
Lit.: B. L. Snelting, Gesch. v. O. (Oldenzaal 1896); J. W. F. v.
Harten, O. 1626-1926 (Oldenzaal 1926); G. J. Snuif, in: Versl. en med. Overijss. Regt en Geschiedenis, XXXII (1916), blz. 68-82; A. G. de Bruyn, in: Noaberschapp, VI (1937) blz. 7-10 en 14-15; M. Heslinga, in: Historia, VI (1940), blz. 105-109.