Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OASEN

betekenis & definitie

(Koptisch oeahe, woonplaats) zijn vruchtbare plekken in woestijnen, vooral bekend uit de Sahara. Het zijn veelal laagten, waar het regenwater, dat in de omringende hooggelegen delen in de bodem zakt, zich verzamelt.

Deze waterverzameling is noodzakelijke voorwaarde voor de bewoonbaarheid van de oasen en roept de plantengroei te voorschijn. De karakteristieke boom in de Sahara is de dadelpalm, die vaak grote samenhangende bossen vormt, die door de mens aangeplant zijn.Reeds in de dagen der Oudheid waren vele oasen bekend, bijv. die van Jupiter Ammon (thans die van Siwah), die van Aoedsjila (Oedsjila) en de Grote en Kleine Oase ten W. van Egypte. Sedert 1856 hebben de Fransen door het boren van Artesische putten in Algerië en Tunis een aantal nieuwe oasen doen ontstaan. Grote oasenlandschappen zijn Fezzan, Toeat, Tibesti, Bilma, Air Adrar.

Een tweede type oasen verkrijgt het water door middel van rivieren die van in de nabijheid gelegen bergen met zware regenval afstromen naar de woestijn. De reeks van oasen (Merw, Boekhara, Samarkand) aan de rand van de Kara Koemwoestijn, de reeks van oasen (Kasjkar, Khotan) in Sinkiang en die aan de voet van de Andes in het westelijk deel van Argentinië (TucumAn en Mendoza) zijn vertegenwoordigers van dit type. Zo ook de korte, snelstromende rivieren, die, gevoed door de sneeuw van de Andes, in de Peruaanse woestijn het aanzien geven aan lange stroken groenland. In deze zin vormt de Nijl de langste oase in de gehele wereld.

Bergen en hoogvlakten, zoals de uit de Sahara oprijzende Tibesti en het Windhoek-plateau in Z.-W.-Afrika, van luchtstromingen op grotere hoogte regen ontvangend, noemt men , ,hoogte-oasen’ .