Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NIGER

betekenis & definitie

(beter Nigir = rivier), rivier in West-Afrika, na de Nijl en de Kongo de langste rivier van het werelddeel (4160 km) en na de Kongo de waterrijkste, ontspringt op het 1300 m hoge grensgebied van Sierra Leone. Aanvankelijk draagt de rivier de naam Dzjoliba. Na opneming van de Milo en de Tankisso bereikt zij het op 400-440 m hoogte gelegen boogvormige hoofddal in de Soedan.

Zij heeft hier een breedte van 400 m en een diepte van 1 tot 2 m. Nadat zij hier bevaarbaar is geworden, betreedt zij de vlakten van SegoeSikoro en Massina en verdeelt zich bij Diafarabe in twee armen, die een eiland omsluiten en waarvan de rechter de Bani opneemt. Van Sansandig af wordt zij belangrijk voor het verkeer. Na vereniging der beide armen in het grote Debo-meer, verdelen zij zich in Dioko en Majo Balleo. Bij Kabara, de haven van Timboektoe, buigt de rivier naar het O. om, daartoe gedwongen door de zuidelijke plateau’s van de Sahara.Haar oevers blijven vlak en zandig tot aan Bamba, waar zij tot een nauwere bedding beperkt wordt in een ioo m hoge rotsachtige bergvlakte, met de stroomengte Tossaie, waar zij slechts 90 m breed is. In het landschap Boerroem, waar de Niger Z.O.-waarts buigt, vormt zij weder een groot aantal eilanden. Van Sinder stroomafwaarts tot aan Say bedraagt haar breedte gemiddeld 1600-2000 m, doch bij Ssai slechts 650 m. Van Jauri af (11° N.Br.) wendt de rivier zich scherp naar het Z. Bij Rabba (166 m) verlaat zij de bergachtige zuidrand van de Sahara en wordt, als een rivier van tropisch Soedan, bevaarbaar. Bij Egga kromt zij zich rondom de Rennelberg naar het Z.

Zij neemt dan nog de aanzienlijke Binoeë op. Onder 5½° N.Br. verdeelt zij zich in armen, die de delta van haar mond insluiten. Met 22 armen mondt de Niger over een breedte van 600 km in de Golf van Guinee uit en beslaat een delta van 24 000 km2. De belangrijkste mondingen zijn de Benin, Brasz, Bonny, Forcados en Rio Noen. De uiterste punt der delta vormt Kaap Formosa. Inplaats van de slavenhandel is in de Niger-delta de oliehandel getreden, vandaar de naam olierivieren (Oil Rivers) voor de mondingen.

De directe afstand van de mond tot de bron bedraagt 3940 km. Het stroomgebied omvat 2 092 000 km. Stoomboten van geringe diepgang kunnen de rivier tot Rabba bevaren. De oevers der rivier behoren van de mond af tot Gomba aan Engeland, van daar af aan Frankrijk.

De Niger der Ouden is geenszins de hier beschreven rivier. Plinius en Ptolemaeus gaven die naam aan de Oed Gir ten O. van de oase Toeat. Door de tochten van Mungo Park en Laing verkreeg men de eerste betrouwbare berichten over de bronnen van de Niger, terwijl zijn benedenloop nog lang onbekend bleef. De eerste vermoedens omtrent de monding werden geopperd in 1802 door Reichard en in 1830 tot zekerheid gebracht door de gebroeders Lander. Barth onderzocht de benedenloop, Rohlfs het gedeelte tussen Rabba en de mond van de Binoeë (1867), en Moustier en Zweifel in 1870 de bronnen van de Niger.

< >