Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SOEDAN

betekenis & definitie

(Arab.: Bilâd-es-Sudân, Land der zwarten) is de benaming voor het deel van Afrika dat ten Z. van de Sahara en de Libyse woestijn ligt en zich van de westkust van Afrika over een afstand van ca 6500 km tot het bergland van Ethiopië in het O. uitstrekt. In zijn grootste uitbreiding bedraagt de afstand van N. tot Z. ca 1600 km.

In het Z. wordt het van W. naar O. begrensd door de kustlanden van Opper-Guinea, het Kongobekken, de Equatoriale meren en het zuidelijk deel van het hoogland van Ethiopië. Het omvat de bekkens van de Senegal, een deel van dat van de Niger en de Binoewe en een deel van de bovenloop van de Nijl. De totale oppervlakte is ca 5.180.000 km2, de bevolking wordt berekend op 40 millioen zielen. Gewoonlijk onderscheidt men:1. West-Soedan (ca 1,5 millioen km2, de Senegal- en Nigerlanden);
2. Midden-Soedan (de vroegere rijken Bornoe, Adamaua, Bagirmi en Wadai; ca 1,5 millioen km2);
3. Oost-Soedan (Anglo-Egyptische Soedan; ca 2,5 millioen km2).

Hoewel hij zich over een grote oppervlakte uitstrekt, vertoont de Soedan toch een vrij grote eenheid in het landschap.

In het O. vertoont het land een steppenkarakter, overigens een tropische plantengroei. De ondergrond bestaat uit granietgesteenten waarop sedimentaire vormingen, zand- en kalksteen, diluvium- en alluviumlateriet liggen. Het over het algemeen heuvelachtige (gem. 400-570 m), in het W. zelfs geheel vlakke land bezit ook enkele belangrijke hoogten o.a. in Darfoer (Dsjebel Marra, 1830 m) en in Adamaua (Genderebergen, 3000 m). In het gebied komen vele mineralen voor: ijzer- en koperertsen, goud, lood, tin, salpeter, zwavel; zout ontbreekt en wordt in grote hoeveelheden uit de Sahara ingevoerd. Door zijn ligging tussen de keerkringen en zijn betrekkelijk geringe hoogte is het klimaat over het algemeen heet met een droge tijd (Nov.-Mei) en een regentijd (Juni-Oct.), waarin de thermometer ’s nachts dikwijls zelfs tot 0 gr. C. daalt; de riviervlakten veranderen dan echter in koortsverwekkende moerassen.

De bevolking omvat hoofdzakelijk de inheemse stammen van Soedannegers, waartussen zich als heersers vestigden: de Foelbe, die van het W., de Toeareg, die van het N. en de Arabieren, die van het O. kwamen, welke volken tevens de Islâm onder de overwegend animistische stammen verbreidden. Primitieve landbouw vormt de vaste basis van de cultuur van de Soedan. Zij wordt door vrouwen verricht, die ook katoen spinnen, weven en verven. De West-Soedan levert de in de Sahara en Marokko gezochte zijden en halfzijden stoffen (Soedanstoffen).

In staatkundige zin wordt de naam Soedan alleen gebruikt voor de Anglo-Egyptische Soedan en voor de tot Frans West-Afrika behorende Franse Soedan. De Soedan is vrijwel geheel verdeeld tussen Engeland en Frankrijk met uitzondering van een deel, dat tot Liberia behoort en van Port. Guinea. Het Britse deel valt, buiten de Anglo-Egyptische Soedan, onder Sierra Leone, Gambia, de Goudkust en Nigeria, het Franse onder Frans Aequatoriaal Afrika en Frans West-Afrika.

< >