Brits Westafrikaanse kolonie en protectoraat in Opper-Guinea, tussen Frans Guinea en Liberia, met een totale oppervlakte van 72.300 km2 (waarvan ca 695 km2 kolonie, de rest protectoraat) en een bevolking van (1951) 1.891.000 zielen, waarvan ca 1000 Europeanen en ca 2000 Aziaten. Hoofdstad is Freetown (65.000 inw.).
Voor de ca 335 km lange, lage, moerassige en door vele zandbanken moeilijk toegankelijke kust liggen enkele kleine eilanden (Sherbro, Banana en Turtle eil.) De rivieren (grote en kleine Scarcies, Mabole, Rokel, Jong, Serva Moa, Mano) worden eerst in de benedenloop bevaarbaar. Aan de kust bestaat de bodem uit alluvium, daarop volgt, op vrij korte afstand, heuvelachtig land, gedeeltelijk van vulkanische oorsprong, dat met lateritische gronden bedekt is. Het klimaat is, vooral aan de kust, heet, vochtig en ongezond, gele koorts komt er dikwijls voor; de gem. temperatuur van Freetown is 29 gr. C., het droge seizoen is van Mei tot Oct.
De bevolking bestaat uit animistische negerstammen, waaronder de krijgshaftige Tinne en de vreedzame, met Mandingo vermengde Mandi. De kustbevolking is sterk gemengd. Prot. Zending en R.K. Missie verzorgen het onderwijs aan de inheemsen op enige honderden scholen; hoger onderwijs omvat het college van Fourah Bay, verbonden met de universiteit van Durham, verder technische- en landbouwcursussen.
Landbouw en veeteelt zijn hoofdmiddelen van bestaan. De bevolking houdt varkens, geiten en pluimvee, op de hoogvlakte ook runderen. Verbouwd worden rijst, cassave, bananen en aardnoten en de exportproducten palmpitten, cacao, koffie, kolanoten, piassave (bladnerf van de palm), gember, gom en rubber. Europese landbouw (oliepalm en rubber) is in opkomst. In 1949 werd een Produce Marketing Board ingesteld (analoog aan andere Engelse kol.) voor de gemeenschappelijke verkoop van exportproducten. Plannen zijn opgesteld voor vestiging van palmoliefabrieken en verbetering der vervoersmogelijkheden.
Mijnbouw (in Europese handen) is van belang (1949: 41 pct van de uitvoer (ijzererts, diamant, chroomerts, goud, platina). In- en uitvoer uit het Ver. Koninkrijk bedroegen in 1950 resp. ca £ 4,1 millioen en £ 6,3 millioen.
Sierra Leone bezit ca 600 km spoorwegen, de hoofdlijn is die van Freetown naar Pendemboe. Het wegennet omvat 2475 km in alle seizoenen goed bruikbare wegen. De belangrijkste haven is Freetown; de luchthaven is „Lloengi” op 70 km afstand van Freetown. Port Lokko aan de Lokkorivier is een belangrijke havenplaats en zendingsstation. Een klein deel van Sierra Leone, vnl. het kustgebied, wordt bestuurd als kolonie, het overige sedert 1896 als protectoraat. Aan het hoofd staat een gouverneur, ingevolge de constitutie van 1951 bijgestaan door een Wetgevende Raad, met volledige legislatieve bevoegdheid, (waarvan 9 leden benoemd, 7 gekozen door de kolonie, 12 gekozen door de districtsraden van het Protectoraat en 2 benoemd door de algem. vergadering van het Protectoraat).
Als adviserend lichaam is er een Uitvoerende Raad van 10 leden. De inheemse bevolking wordt in toenemende mate in het bestuur der kolonie betrokken.
De kust van Sierra Leone werd in 1447 door de Portugees Alvaro Fernandes en in 1467 opnieuw door Pedro de Cinta ontdekt. Zij werd eerst door de Engelse slavenhandel van betekenis. In 1787 stichtten Engelse philanthropen (onder wie de bekende Wilberforce) er een kolonie voor vrijgelaten negerslaven uit Noord-Amerika, aangevuld met blanken, o.w. een aantal prostituée’s, welke onderneming mislukte.
In 1794 verwoestten de Fransen de kolonie, die zich slechts langzaam herstelde. In 1807 werd Sierra Leone kroonkolonie, in 1809 werd de slavernij opgeheven. Grensdisputen met Frankrijk en Liberia werden geregeld door verdragen (1882-1895). Een algemene opstand van de Mendestam in 1898, mede een gevolg van ingevoerde belastingen, werd met harde hand onderdrukt. Inheemse slavernij werd in 1919 afgeschaft, doch bleef tot 1928 min of meer getolereerd.
Lit.: H. C. Luke, A Bibliography of Sierra Leone (1925); T. N. Goddard, The Handbook of S. L. (1925); Corresp.
Relating to Domestic Slavery in the S. L. Protectorate (Br. White Paper Cmd; 3.020, 1928), Annual Report.