Vlaams componist (Hemiksem, Antwerpen, 21 Mrt 1883), werd in 1934 benoemd tot kanunnik. Hij is van nature een zeer begaafd musicus, die reeds vroegtijdig de aandacht trok door een zeer ontwikkelde klaviertechniek.
Hij studeerde muziek onder leiding van Oscar Depuidt, Edg. Tinel, J. Ryelandt en L. Mortelmans. Aanvankelijk leraar aan het Klein Seminarie te Mechelen, werd in 1916 stichter en dirigent van het beroemd geworden St-Romboutskoor, waarmee hij Italië en Frankrijk bereisde en in België zelf een glanspunt legde van de muziekcultuur. In 1918 werd hij bestuurder der Interdiocesane Kerkmuziekschool te Mechelen.
Als gevolg van de splitsing der Katholieke Universiteit te Leuven in Vlaamse en Franse leergangen kreeg hij opdracht aldaar de Geschiedenis der Muziek in het Nederlands te doceren. Hij was voorzitter der St-Gregoriusvereniging, lid van de Kon. Vlaamse Academie (1938). Hij componeerde zeer vele liturgische en niet-liturgische geestelijke muziek: missen, motetten, liederen en koren.Hij toonde zich een kunstenaar van een dramatisch-lyrische ingeving die in een zeer ontwikkelde en actieve koortechniek, moderne, religieuze kunst schiep van grote stijl. De uitvoeringseisen zijn wellicht groter dan deze, gesteld door vele naamhebbende componisten van religieuze muziek, doch ook de artistieke stijl rijst uit boven het werk dezer laatsten, zelfs boven dat wat een Italiaanse traditie nóg tot heden in gans Europa gevestigd had. Zijn kunst is van een lyrisch-dramatische ernst, die de literatuur der kerkelijke muziek grote eer aandoet. Hij bestuurt tevens het Liturgisch muziektijdschrift Musica sacra, waarin hij, vooral tussen 1917 en 1940, bijdragen leverde over kerkelijke muziek.
Mgr Van Nuffel was de ziel der Ph. De Monte-vereniging, waarin hij, in samenwerking met dr Van Doorslaer en prof. Gh. Van den Borren de uitgave van De Monte’s oeuvre inzetten waarvan tot heden 31 afleveringen verschenen met missen (22), motetten, madrigalen, chansons en een Magnificat.
Werken: v. N. schreef vele godsdienstige liederen en meerstemmige liturgische gezangen; 4 missen (ter ere van de H. Drievuldigheid, H. Hart, Paasmis, St Jozef); een 7-tal Psalmen voor 4-6 stemmen (Super flumina, In convertendo, Laetatus sum, Domine ne in furore, Domhuis regnavit, Ad Domininum cum tribularer, Voce mea); Te Deum (8 st.); Te Deum (7 st.); Christus vincit (4 st.); Ecce sacerdos (6 st); Statuit ei Domhuis (4 st); Koren uit Vondel’s Lucifer (orchestraal-vocale bewerking).
Lit: „Gedenkboek Mgr J. Van Nuffel”, uitg. door St. Romboutskoor (Mechelen 1946).